De kunst van het putten volgens Rob Mouwen

Spelers als Joost Luiten, Lars van Meijel, Kiet van der Weele en Romy Meekers vertrouwen op de inzichten van putt-specialist Rob Mouwen. Maar ook 'gewone' golfers kunnen bij hem terecht. 'Die bal moet in de hole, de rest is bijzaak'

mouwen

Toen de 47-jarige Rob Mouwen in 2003 van de opleiding tot teaching professional kwam, wees niets erop dat hij zich in de decennia erna tot een van de putt-specialisten van het land zou ontwikkelen. 'Ik vond het een interessant onderdeel, maar dat vind ik eigenlijk van ieder onderdeel van de swing en van het spel. Ik heb altijd veel belangstelling voor bijscholing gehad. Dus toen ik in 2007 ‒ ik werkte toen voor het puttermerk YES! ‒ het aanbod kreeg om naar Harold Swash te gaan om meer te leren over het putten, had dat meteen mijn aandacht. Daarna wilde ik die kennis verder verdiepen en voor ik het wist, kwamen mensen van heinde en verre naar de puttschool die ik in 2011 had geopend op Golfbaan Het Woold. Zo is het balletje gaan rollen', zegt Mouwen, zonder een spier te vertrekken vanwege zijn toepasselijke woordkeuze.

Hoewel putten Mouwens specialiteit is, benadrukt hij dat zijn blik verdergaat dan de bal op de green. 'Tijdens de opleiding natuurlijk, maar ook nu nog. Ik ben vaak naar toernooien geweest en heb mijn ogen en oren altijd goed de kost gegeven. Bijvoorbeeld als ik met Maarten Lafeber op Lake Nona was, of met Anne van Dam of Joost Luiten op een toernooi of bij een training. Ik was er voor het putten, maar stond vooraan als de beste coaches van de wereld aan het werk waren met hun spelers. Daar steek je veel van op, maar ik dacht wel altijd: hoe kan ik dat implementeren in het putten? Ik pretendeer zeker niet dat ik een shortgame- of swingcoach ben. Ik ben een puttcoach. Maar wat ik weet en wat ik zie, kan en zal ik zeker delen als de vraag zich voordoet. Al zal ik nooit als swingcoach aan de slag gaan. Dat is gewoon een ander specialisme en míjn specialisme is het spel op de green. Punt.'

Onzichtbaar

Het specialisme van Mouwen legde hem bepaald geen windeieren, zo is te lezen op de website van een van zijn 'klanten', Joost Luiten. De Nederlandse nummer 1 schrijft op dezelfde site: “Rob was al eens mijn puttcoach ‒ van 2011 tot 2015. In die periode heb ik mijn beste golf gespeeld en mijn hoogste positie ooit op de wereldranglijst behaald. In 2021 ben ik weer met hem gaan werken, en ik weet zeker dat hij een heel goede aanvulling is op het team.”

'Naast Joost werk ik met meer Nederlandse professionals en die hebben allemaal hun eigen wensen', vertelt Mouwen. 'Iemand als Lars (van Meijel, red.) vindt het prettig om veel contact te hebben, terwijl ik bijvoorbeeld bij Joost soms wat meer op afstand blijf. Als hij, zoals vorige maand in Duitsland en Engeland, meedoet om de overwinning, dan ga ik hem de dag van tevoren niet appen om hem succes te wensen en hoor ik ook niets van hem op zondagmorgen. Maar als we contact hebben en ik hoor iets waarvan ik denk: hé, daar zit wat, dan kan ik dat wel meteen opmerken en meegeven. Zo wist ik op basis van een video van Joost van vlak voor het Brits Masters en op basis van de cijfers waar hij mee bezig was. Toen heb ik een voicebericht ingesproken en gezegd waar hij op moest letten. Op zo’n moment stuur ik wel bij. De dagen daarna putte hij veel beter. Ik zeg niet dat dat door mij komt, maar het zegt wel iets over de samenwerking en mijn manier van werken.

'Het mooie van werken met spelers van dit kaliber is in de eerste plaats dat ze duidelijk weten wat ze willen. Dat werkt heel prettig. Daarnaast kunnen ze, als je iets één keer hebt uitgelegd, het in de regel meteen zo uitvoeren als je bedoelde. En het gaat dan echt om details. Als een clubgolfer twee uur bij me op les is geweest, kun je duidelijk zien waar hij of zij aan gewerkt heeft. Maar als een tourprofessional twee uur hier is geweest, kun jij met het blote oog niet waarnemen wat er veranderd is. Niet zo gek natuurlijk: deze spelers zijn zoveel verder in hun ontwikkeling, dan heb je het over bijna onzichtbare dingen.'

Belang

Die 'onzichtbare dingen' zijn voor Mouwen een logische brug naar iets anders wat voor de meeste volgers van golf zo goed als onzichtbaar is: de moeilijkheidsgraad van putten op tourniveau. 'De meeste amateurs hebben geen idee hoe moeilijk het putten op voor de tour geprepareerde greens is. De pinposities, de snelheid van de greens, de grain, verschillende grassoorten: daar moet je je als speler van week tot week toe verhouden. Op die snelle greens is het zoveel moeilijker om de bal zowel de goede snelheid als de goede lijn mee te geven. Speel je de bal harder om de break eruit te halen of laat je de break juist wat meer bepalend zijn door de snelheid daarop aan te passen? Al die variabelen moet je elke keer meewegen. Als amateur ook, maar het is niet te vergelijken met wat er op het hoogste niveau van je gevraagd wordt. En dan hebben we het nog niet eens over de druk gehad die erbij komt kijken als je meespeelt om de overwinning.'

Als een van zijn spelers meedoet om de zege, is dat voor hem ook extra spannend, erkent Mouwen. ‘Ik leef zeker mee op dat soort momenten. Het zou gek zijn als dat niet zo was, toch? Ik gun iedere speler zijn of haar overwinning en baal enorm als Joost zo'n putt als op de zeventiende in München mist. Tegelijkertijd moet ik er met enige afstand naar kijken en de speler een spiegel kunnen voorhouden en het grotere plaatje in de gaten houden. We kunnen niet het resultaat van één week bepalen – er kan altijd iemand ineens laag gaan, daar doe je niets aan – maar wel die van de langere termijn. Laat ik nog een keer Joost als voorbeeld nemen. Aan het begin van het jaar heb ik een target gezet op basis van de resultaten van de top 50 van de order of merit van het vierde kwartaal van 2022. De top zat daar op 0,27 Strokes Gained Putting, dus dat was ook het doel voor Joost. Inmiddels hebben we dat bijgesteld, maar het uitgangspunt blijft hetzelfde: zorg voor vergelijkbare cijfers in al je onderdelen, dan kunnen de resultaten niet uitblijven. En ja, natuurlijk blijft zo'n gemiste kans pijnlijk. Het is zaak daar niet in te blijven hangen maar te analyseren wat er gebeurde en daar dan eventueel aanpassingen op te maken.

'Hoe groot het belang van putten is, is een vaak gestelde vraag. Voor mijn vak moet ik natuurlijk zeggen dat putten het allerbelangrijkste onderdeel is. Zonder goed putten ga je het ook niet redden. Maar soms maken mensen het te belangrijk. Het is niet de heilige graal voor een goede score. Wil je resultaat behalen, dan gaat het om de synergie tussen alle onderdelen van het spel en daar is putten er een van. Of je nu op de tour speelt of een rondje met je vrienden, het belangrijkste uitgangspunt is: die bal moet in de hole en het liefst zo snel mogelijk. Al het andere is bijzaak. Wat dat betreft, vind ik Tiger Woods altijd een mooi voorbeeld. Als je naar zijn cijfers kijkt – 2,4 graden op bij de set-up, 0,7 graden gesloten op impact en hij raakte de bal op de teen – dan zou je denken: die gaat niet veel maken, daar is werk aan de winkel. Waarmee ik maar wil zeggen: staar je niet blind op techniek, maar werk aan je vaardigheid om uit te holen. Daar gaat het uiteindelijk om.'

Technisch was er wel wat op te merken over de stroke van Tiger Woods, maar ja...als je alles maakt... (Golfsupport)

Dit interview was eerder te lezen in Golfers Magazine 7. Nog geen abonnee maar wil je meer van dit soort verhalen lezen? Sluit dan nu een abonnement af op hét golftijdschrift van Nederland en ontvang het blad binnenkort thuis op de mat. Golfers Magazine 8 ligt nu in de winkel.

Reportage
  • Edwin Vermaas