When it's breezy, swing easy – ofwel: neem een cluppie meer

Normaal gesproken wil je met je ijzers juist spin en een hoge balvlucht om de bal op de green te houden. Maar met wind tegen of van opzij gaat dat verhaal niet op. Dan wil je juist minder spin en een lagere balvlucht, zodat de wind er minder vat op heeft. Weersta dus de neiging om harder te slaan en swing juist rustiger met één of twee ijzers meer dan je normaal zou doen.

Zo sla je twee vliegen in één klap: 1) het clubblad heeft minder loft, waardoor de bal lager blijft, en 2) omdat je minder snelheid genereert, krijgt de bal ook minder spin.

Verander verder niet te veel aan je balpositie of swing, dat maakt het alleen maar nodeloos ingewikkeld. Grip de club hoogstens iets korter en swing gecontroleerd, maar wel vol overtuiging. Kort de finish iets in.

De bal zal lager vlieger, waardoor hij minder last heeft van de wind en na landing meer door zal rollen.

Welke wind om hoeveel clubs meer vraagt, moet je zelf uitzoeken. Hou er rekening mee dat koude lucht en regen ook lengte kosten. Experimenteer met verschillende ijzers en een rustige, wellicht iets ingekorte swing om te ontdekken wat jou de meeste controle geeft.

En besef dat je met wind tegen meer lengte verliest dan je met wind mee wint. Een sterke wind in de rug drukt de bal namelijk naar beneden, wat ook afstand kost. Een vuistregel is: twee clubs wind tegen is ongeveer maar één club wind mee.