Door de zachte, modderige grond en het natte gras zal de bal na landing niet of nauwelijks rollen. Dat vraagt bij korte pitches om een andere balvlucht.
Normaal kun je een veilige bump and run met een ijzer-8 of -9 spelen, waarbij de bal via de lage route naar de hole rolt. Maar nu is de kans groot dat de bal smoort en de hole – of misschien zelfs de green – niet haalt.
Als het nat is, is nauwelijks in te schatten hoe de bal na landing zal reageren, dus wordt in deze omstandigheden de hoge route de meest voorspelbare. Je wilt de bal zo dicht mogelijk bij de hole laten landen – in ieder geval op de green.
Neem hiervoor je sand wedge. Dit is de club met de meeste bounce op de zool, wat de kans verkleint dat het clubhoofd zich ingraaft in de zachte grond. Zet het clubblad iets open om nog meer bounce te krijgen.
In een poging om eerst de bal te raken maken veel golfers de fout dat ze de bal terug in hun stand spelen, met de handen naar voren (linksboven). Dit resulteert in een steile invalshoek en vergroot de kans op een fluff of skull alleen maar. Ga iets openstaan, hou de shaft verticaal en speel de bal juist iets meer voor in je stand, ter hoogte van je voorste hiel (rechtsboven).
Zorg voor een vlakke swing door de club in de backswing en follow-through laag bij de grond te houden. De rotatie van je bovenlichaam zorgt voor de snelheid in je swing, niet je armen.
Hou de divot zo klein mogelijk, alleen het gras raken is ideaal in deze natte omstandigheden. Zelfs als je de grond iets achter de bal raakt, heb je nog enige foutmarge, omdat de club zich niet ingraaft, waardoor de bal alsnog een heel eind komt.
- RONALD SPEIJER