De lange weg naar de top

Alweer bijna zes jaar is Robbie van West professional, maar een plek op het hoogste niveau heeft hij nog niet veilig weten te stellen. Toch houdt de speler van de Challenge Tour vol. 'Pas als je de vraag of je nog progressie boekt niet meer positief kunt beantwoorden, moet je jezelf de vraag stellen of doorgaan zin heeft.'

robbie van west

Een paar maanden geleden bevestigde Robbie van West aan zichzelf en de golfwereld dat hij nog altijd vooruitgang boekt. Begin juni, in het D+D Real Czech Challenge, eindigde hij niet alleen als gedeeld vierde – zijn beste klassering op het circuit tot nu toe – maar had hij, met nog een paar holes te gaan, zelfs uitstekende kansen om het toernooi te winnen. Dat dat niet lukte, levert ruim een maand later nog altijd dubbele gevoelens op. 'Natuurlijk knaagt het af en toe, is er het besef dat ik heel dichtbij was. Maar het is niet zo dat ik er steeds mee bezig ben of dat ik het gevoel heb dat ik dingen heel anders had moeten doen. Ik speelde de hele week goed en kon ook op de slotdag prima percentage golf spelen. Ik bleef uit de problemen en wist goede up and downs te maken. De laatste holes lukte dat alleen niet meer, miste ik de greens net aan de verkeerde kant, gingen mijn percentages omlaag en glipte het als zand door mijn vingers. Zuur en pijnlijk, ja. Maar je moet door, en gelukkig is er ook genoeg positiefs om mee te nemen naar de rest van het seizoen. Het was zeker niet mijn beste spel, noem het mijn B+-game. Maar het gaf me wel de bevestiging dat ik ook daarmee kan meedoen om de overwinning, dat ik me nog altijd ontwikkel en stappen zet, en dat mijn droom om op de Europese Tour te spelen reëel is.

Creditcard

Terug naar het begin. Dat Robbie van West (Tiel, 1992) ooit professional zou worden, lag voor de hand. Hij stond al jong op de radar bij de NGF, was nauwelijks zestien toen hij met zijn toenmalige club Prise d'Eau landskampioen werd en haalde ook diverse individuele titels binnen. Zo won hij zowel in 2011 als in 2012 het NK Strokeplay voor spelers tot 21 jaar. Ook vierde hij internationale successen met zeges in het Luxemburgs en Duits Amateurkampioenschap in respectievelijk 2011 en 2015.

Het was niet lang na die titel in Duitsland dat hij de overstap naar de professionals maakte. 'Ik was op dat moment 23 en voelde dat ik toe was aan meer zelfstandigheid. Op jezelf wonen, je eigen geld verdienen. Natuurlijk heb ik mezelf toen de vraag gesteld of het hét moment was, of ik met nog een jaar amateur blijven niet beter af zou zijn. Maar het was tijd voor de volgende stap, ondanks het feit dat ik niet door Qualifying School kwam. Dat was zeker een tegenvaller. Ik stond op de wereldranglijst voor de amateurs tussen plek 25 en 50, had goede resultaten behaald en wist dat de Pro Golf Tour niet per se de plek is om je loopbaan te beginnen. Maar met een goede kaart voor dat circuit op zak wist ik dat het toch het moment was, en iedereen volgt uiteindelijk zijn eigen route. Er zijn mensen die vinden dat je pas pro moet worden als je je direct voor de Europese Tour plaatst, maar er zijn ook andere routes. Neem mijn oude teamgenoot Rowin Caron, die heel bewust via de PGA Tour Latinoamérica zijn weg naar de top zoekt. Of Guido van der Valk, die jaren daarvoor naar Azië ging. En voor veel jongens begint het dus op de Pro Golf Tour. Zelfs Joost Luiten zette daar zijn eerste stappen als pro, dus zeg het maar... Waar het uiteindelijk op neerkwam, was dat ik nog wel langer op pad kon met de creditcard van de bond op zak – bij wijze van spreken dan – maar dat ik aan spelen voor mijn eigen geld meer ging hebben voor mijn verdere ontwikkeling. Die extra druk is nu eenmaal iets waar je óók mee om moet leren gaan, dat kun je niet blijven uitstellen. Althans, niet als je de ambitie hebt om pro te worden, en die had ik.'

Bravoure

De Pro Golf Tour werd dus het podium waar de Brabander zijn ambities voor het eerst in de praktijk bracht. En net als velen voor hem erkent ook Van West dus dat het niet de plek is waar je wilt zijn. Het is niet het circuit en het leven waar je van droomt wanneer je als jong talent je professionele loopbaan voor je ziet. Het satellietcircuit is voor velen vooral de noodzakelijke eerste stap op weg naar de top en het kost vaak tijd om er je draai te vinden. Zo ook voor Van West. 'Ineens sta je er grotendeels alleen voor. Er zijn best veel landgenoten, maar het is gewoon anders dan wanneer je als amateur met een groep onderweg bent. Daarbij vraagt het ook speltechnisch wel wat aanpassingen. Waar je als amateur misschien soms wat defensief speelt, moet je hier gewoon scoren. Maakt niet uit hoe. Er zijn heel veel jongens die goed kunnen golfen, maar het groepje dat kan scoren op het moment dat het erop aankomt, is veel kleiner. Als ik terugkijk op mijn tijd als amateur denk ik dat ik vaker gewoon 'schijt' had moeten hebben. Niet dat je overal blind voor moet gaan, maar je moet wel leren om laag te gaan. Als ik één advies aan de huidige amateurs mag geven, dan zou dat het zijn. Iets meer bravoure, iets minder prestatie- en percentage golf.

‘In mijn eerste jaar als pro moest ik die omschakeling echt maken. Het spel was niet slecht, maar op dat niveau heb je helemaal niets aan een handvol top 10-plaatsen. Je moet winnen, het liefst meer dan eens, en vaak bovenin meedoen en eindigen. Dat lukte het eerste jaar maar moeizaam (vijf keer top 10, red.), maar in mijn tweede seizoen al een stuk beter. Ik won een toernooi, eindigde volgens mij zes keer in de top 10, en sneakte door naar de Challenge Tour. Ik eindigde als zevende op de Order of Merit, maar schoof op naar plek vijf omdat twee jongens op een andere manier promoveerden en ik zo de laatste kaart pakte.'

In zijn eerste jaar op de Challenge Tour ervoer Van West, net als eerder op de Pro Golf Tour, dat ook dit weer een stapje hoger was, dat er wéér andere dingen van hem gevraagd werden. 'Op de Pro Golf Tour gaat de strijd om de promotieplekken om een mannetje of twintig, speel je met een relatief kleine groep om de zege. Op de Challenge Tour hebben minstens zestig man goede kans op een van de kaarten voor de Europese Tour en hebben er nog veel meer spelers echt kans om wedstrijden te winnen. Die grotere tegenstand, opgeteld bij allerlei andere nieuwe dingen – onder meer andere banen, moeilijkere set-up, andere kostenstructuur, toernooien van vier dagen – maken zo'n eerste jaar best lastig, en dat gold zeker ook voor mij. Ik kon moeilijk scoren en vond het best moeilijk om met tegenvallers om te gaan. Elke week is een nieuwe week, maar als je vaak de cut mist, valt het niet mee om elke keer weer op nul te beginnen. Aan de andere kant: als het maar lang genoeg tegenzit, weet je dat het moment dat het wél lukt steeds dichterbij komt. Niemand mist tweehonderd putts van een meter achter elkaar, toch? De omslag is altijd om de hoek.'

(Het artikel gaat onder de foto door)

B-NL Challenge Trophy

Is die omslag nu bereikt? Dat zal hij niet zeggen, daarvoor zijn de uitslagen nog te wisselvallig, maar de huidige nummer 51 van de Order of Merit erkent dat hij zeker verder kan met zijn ontwikkelingen van de laatste maanden en jaren. 'Zo'n vierde plek in Tsjechië geeft absoluut een boost, al weet ik heel goed dat het geen enkele garantie biedt. Ook dat is golf. De ene week denk je precies te weten hoe het moet, de volgende week ben je weer zoekende. Daarnaast zijn er altijd factoren die wel een (grote) rol spelen, maar die elke keer anders kunnen uitpakken. Waarom kun je de ene keer een afzwaaier van vijftig meter produceren en gewoon je par maken en is je volgende bal maar net van zijn lijn af en maak je met moeite een bogey? In de week van Tsjechië maakte ik -16 en een Duitse gast die ik ken +7, de week daarna maakte ik +3 en hij -17. Zeg het maar waar de logica zit. Hoe langer je speelt hoe meer je leert dat je eigenlijk weinig waarde moet hechten aan scores in een bepaalde week. Soms lukt het wel, vaak ook niet. Maar elke week moet je op de tee staan met het heilige geloof dat dit jouw week wordt.'

De week die Van West misschien wel het liefst zíjn week ziet worden, vindt deze week in eigen land plaats, als op zijn homecourse The Dutch de B-NL Challenge Trophy wordt gespeeld. 'Het is héél goed voor het Nederlandse golf dat er weer een wedstrijd van de Challenge Tour op de kalender staat, al was het maar omdat het kansen biedt aan andere jongens om op het circuit in actie te kunnen komen. De meeste weken zitten Daan (Huizing, red.) en ik met z’n tweetjes te eten, terwijl de Duitsers, Fransen of Zweden wel met z’n tienen of meer zijn. Als je via een eigen toernooi startbewijzen krijgt en dan een paar keer de cut haalt, heb je al snel een categorie te pakken waar je volgend jaar een toernooi of vijf, zes mee kunt spelen. Tel daar dan de gekregen startbewijzen bij op en je hebt al een aardig seizoen. Laten we hopen dat dit toernooi het begin is van een mooie traditie om de achterstand op de andere landen in te lopen.

'Dat de wedstrijd wordt gespeeld op The Dutch is extra mooi, maar heeft voor- en nadelen. Ik heb op elke denkbare plek wel een keer gelegen en weet wat je vanaf daar moet doen. Aan de andere kant weet ik wat er vanaf daar kan gebeuren. The Dutch is een goede toernooibaan die ze, als ze willen, heel moeilijk kunnen prepareren. Lang spelend, met dikke rough en harde greens: het kan een heel goede test zijn. Er is een mooi prijzengeld, dus je kunt erop rekenen dat het veld sterk zal zijn. Winnen op The Dutch zou geweldig zijn, maar uiteindelijk gaat het erom dat ik ook die week progressie boek. De weg naar de top is lang, maar zolang ik voel dat ik vooruitga en het leuk blijf vinden, is het antwoord op de vraag of ik door moet gaan niet zo moeilijk te beantwoorden.'

(Dit interview stond eerder in Golfers Magazine 6)

Tour
  • golfsupport