Gênante missers (6): putt van een meter

Golf is een spel van fouten maken. Maar je hebt foutjes die erbij horen en blunders waarvan je het schaamrood op de kaken krijgt. Mark Metgod helpt je bij het voorkomen van echt gênante missers. Zoals die putt van een meter.

Gênante missers (6): putt van een meter

De lange putt is prima en je legt de bal keurig op een meter van de hole. Maar dan slaat de twijfel toe. Moet je de bal door de break heen slaan? Heeft hij van deze afstand überhaupt wel break? Wat hou je over als je mist? Met dit soort gedachten druk je dat korte puttje natuurlijk naast de hole. Zo duur. Zo onnodig.

Het missen van putts kan natuurlijk meerdere oorzaken hebben, maar bij een putt van niet meer dan een meter ligt het meestal niet aan het verkeerd lezen van de green of slecht oplijnen. Waarschijnlijk mis je korte putts meestal door gebrek aan overtuiging en maak je – onder spanning – simpelweg een slechte stroke. Dit kun je oefenen.

Gebruik het merkteken of de streep op de bal om 'm goed op te lijnen. Plaats je putter achter de bal en zorg ervoor dat het middelste streepje op je putter doorloopt in de oplijnstreep op de bal (1). Je weet nu zeker dat je putter correct is opgelijnd.

Ga altijd door je vaste puttroutine, ook bij korte putts. Dit zorgt voor focus en de overtuiging dat je het juiste gaat doen. Kijk nog een keer naar een punt in de hole – of laat de vlag in de hole staan en focus hierop (2) –, kijk terug naar je bal en maak de putt.

In de meeste gevallen sla je bij putts van een meter of korter door de break heen. Dat vraagt om een iets stevigere putt. Dus niet zo'n zacht, twijfelachtig balletje, maar een overtuigende stroke.

Tips
  • Ronald Speijer