Een bal in de bunker hoort bij golf – niks mis mee. Tenzij je niet weet hoe je hem weer naar het 'groen' moet krijgen. Want het wordt natuurlijk gênant als je regelmatig meerdere pogingen nodig hebt om uit het zand te ontsnappen. Dat is niet nodig. We gaan terug naa
Professionals vinden de bunkerslag een van de makkelijkste van het spel. En inderdaad heb je behoorlijk wat foutmarge, omdat je de bal helemaal niet raakt. Het kan natuurlijk een keer niet meteen lukken, maar dat mag niet komen doordat je niet weet wat je moet doen.
Je staat bij een bunkerslag op schouderbreedte, met de bal voor in je stand. De shaft van je wedge is verticaal, waardoor de bounce van de zool goed wordt benut en het clubhoofd makkelijk door het zand gaat.
Het clubblad openzetten is bij een standaardsituatie helemaal niet nodig. Doe dit alleen als je snel hoogte moet maken of de bal snel na de landing stil moet liggen. Je gewicht zit voor 55 procent op je voorste voet en daar hou je het tijdens de hele swing.
Er gaat veel energie verloren als de club het zand raakt, dus swing met overtuiging. Maak een driekwart backswing – hierdoor kun je beter controleren waar de club het zand raakt (5-10 cm achter de bal) – en finish zoals bij een volle swing. Dan heb je voldoende snelheid en duwt het zand de bal de bunker uit.
- Ronald Speijer