De golfende broers Marshall reisden af naar Noorwegen voor een korte steden- en golftrip rond de oudste hoofdstad van Scandinavië. Oslo heeft alles. Daarin zijn ze geen uitzondering. Steeds vaker werden golftrips gecombineerd met een stedentrip. Voor golfers die ook op dat gebied iets zoeken dat nog niet platgelopen is, is Noorwegens hoofdstad Oslo het overwegen meer dan waard. 'Noorwegen heeft zo'n 175 golfbanen en 35 daarvan liggen binnen een uur rijden van Oslo', zegt Tom Gundersen, hoofd communicatie van de Noorse Golf Federatie. Een gemiddelde greenfee voor een rondje van achttien holes kost zo'n vijftig euro. Al hanteren de meeste banen tegenwoordig flexibele tarieven, waarbij de hoogte van je greenfee afhangt van het moment dat je speelt. Als ik een tip mag geven aan de potentiële bezoeker: vergeet niet je handicapbewijs mee te nemen en boek je starttijd voor je deze kant op komt. Dat scheelt teleurstellingen.'
Vikingstijl
Golfen in Noorwegen is sowieso de moeite waard, maar de aantrekkingskracht van Oslo helpt zeker bij de beslissing om naar het noorden te gaan. De stad, in 1049 gesticht door Harald Hardråda, is de oudste hoofdstad van Scandinavië. En ja, dat betekent dat er een ruim aanbod is op historisch en cultureel gebied. Verheug je op wereldklasse musea en galerieën, een cosmopolitische sfeer en moderne, grootstedelijke architectuur. Vliegtickets zijn heel betaalbaar. Je kunt natuurlijk ook de auto pakken, maar de ruim twaalfhonderd kilometer is voor een stedentrip van een paar dagen wel erg ambitieus. Bovendien vliegen alleen al vanaf Schiphol meerdere luchtvaartmaatschappijen meermaals per dag naar Oslo, waardoor de stad een uitstekende bestemming is voor een mini-golfbreak annex stedentrip. En voor wie denkt dat Noorwegen koud is: van begin mei tot eind september is de temperatuur gemiddeld vijftien tot twintig graden en schijnt de zon langer dan thuis.
Dag 1
Op een zonnige augustusochtend gaat onze vierdaagse trip van start. Vanuit Oslo rijden we naar Miklagard Golf, een kleine tien minuten rijden van Gardermoen International Airport. Meteen bij aankomst zien we waarom dit een van de beste banen van Noorwegen is. De oefenfaciliteiten zijn uitmuntend, het uitzicht vanaf het terras geweldig, de shop staat van onder tot boven vol en het clubhuis in typische Vikingstijl – denk aan donker hout, ruige bouw onder een rieten dak – voelt warm en welkom aan.
'Bij de aanleg van Miklagard hadden we het plan er de eerste Championship Course van Noorwegen van te maken, goed genoeg om er toernooien van formaat te organiseren. Daarom zijn we in zee gegaan met Robert Trent Jones Jr., een samenwerking die mede tot stand kwam doordat de eigenaar, Tore Harald Mjøen, hem in 1997 tijdens een vakantie in Hawaii van de verdrinkingsdood heeft weten te redden', legt algemeen directeur Tore Waagø uit als we voor onze ronde nog even een kopje koffie drinken. 'Uiteindelijk is er een baan aangelegd die we wel zevenduizend meter lang kunnen maken. Groot en indrukwekkend, en klaar om spelers van het hoogste niveau te verwelkomen.’
Anders dan de meest banen in Noorwegen ‒ overwegend bosbanen ‒ is Miklagard een open parkachtige baan, aangelegd op een licht glooiend terrein midden in een gebied met veel landbouwgrond. De groene fairways contrasteren met het wuivende helmgras dat – ook dat kan gewoon in Noorwegen – geelverbrand door de zon alom aanwezig is. Het Vikingthema, dat we eerder herkenden in het clubhuis, komt ook in de baan terug: elke hole is vernoemd naar Noorse heersers en goden.
Operahouse
Je moet stevig in je schoenen staan om hier overeind te blijven. Figuurlijk dan. We speelden, net als de mannen die hier voor de Norwegian Challenge speelden, vanaf de back-tees en knepen onze handen dicht bij die enkele keer dat we een green in regulation sloegen. Volgende keer spelen we meer naar voren, dat weten we zeker.
Na onze openingsronde checken we in in het Thon Hotel Opera, gelegen in hartje Oslo, pal naast het centraal station. Vanaf het hotel heb je een geweldig uitzicht over het Oslo Fjord en het magnifieke Opera House dat in 2008 gebouwd werd. Sla een wandeling op het dak van het Opera House zeker niet over, maar vergeet ook niet kennis te maken met de winkels, restaurants, bars en andere attracties die hier in de buurt liggen. Denk aan het Koninklijk Paleis, het uit ongeveer 1300 stammende Akershus Slott, het Nobel vredescentrum, het Noors Cultureel Historisch Museum, het Munch Museum en de National Gallery, waar je Edvard Munchs beroemde schilderij 'de Schreeuw' kunt vinden. Mocht je tijd over hebben, neem dan ook even de veerpont van Radhusbrygge Quay naar het schiereiland Bygdøy. Hier bevindt zich het indrukwekkende Vikingschip Museum, waar onder meer de 24 meter lange Gokstad ligt, het best bewaarde exemplaar van een zogenaamd 'longship', een typisch Scandinavisch oorlogsschip waarvan de geschiedenis teruggaat tot ruim voor het jaar 1000. En maak, als je er toch bent, van de gelegenheid gebruik om de lokale keuken te ontdekken, zoals wilde zalm, rendier, mosselen, Lofoten-lam en Akerselva-forel. Waar je ook zin in hebt: zowel bij het Grand Café als bij het Englebert Café (Noorwegens oudste nog bestaande restaurant) geniet je van een heerlijk Noors maal in een bijpassende ambiance.
Dag 2
'Welkom op de Oslo Golf Club!', heet head-pro Stephen Newey ons enthousiast welkom als we de shop van de oudste baan van Noorwegen betreden. De baan ligt in een sprookjesachtige omgeving, op slechts acht kilometer ten noorden van het stadscentrum en pal aan het Bogstadvannet (het Bogstadmeer). Newey is afkomstig uit Sheffield in Engeland, maar werkt al zo lang op de club dat hij zich zelfs niet meer kan herinneren hoelang geleden hij er al neerstreek. Wat hij wel kan, is het ene na het andere verhaal opdissen. Zo raakt hij nog altijd niet uitgepraat over die keer dat hij een foto met golfgrootheid Seve kon nemen.
'De eerste ballen werden in de herfst van 1924 geslagen en afgezien van de Tweede Wereldoorlog – toen mensen op de baan aardappelen en andere groenten verbouwden – is hier altijd gegolfd', zegt Niels Vik, de algemeen directeur. 'Na jaren van intensief gebruik was de baan min of meer uitgeput, maar na een totale renovatie – nieuwe fairways en greens en een state-of the-art drainagesysteem ‒ in de periode 2007-2009 door de Amerikaanse architect Steve Forrest ligt de baan er weer uitstekend bij en kan hij nog jaren mee.'
Het resultaat van al het harde werk mag er zijn. De Championship Course meet 6340 meter, heeft een par van 71 en strijdt samen met Miklagard nadrukkelijk om de titel 'beste baan van Noorwegen'. De vele hoogteverschillen en het water dat op veel plaatsen in het spel komt, vooral van hole dertien tot zestien in de buurt van het meer, zorgen voor een vermakelijke ronde, terwijl de uitdagingen groot genoeg zijn om topgolfers te faciliteren. Het Norwegian Masters, een wedstrijd van de Ladies European Tour, werd er regelmatig gespeeld en de inmiddels met golfpensioen zijnde voormalig LPGA-ster Suzann Pettersen is er lid.
Na de lunch en op de weg terug naar Oslo nemen we even de tijd om een van de grote trekpleisters van Noorwegen te bezoeken. De Holmenkollen National Arena is dé plek waar het wintersportgekke Noorwegen vaak samenkomt voor grote ski- en biatlonevenementen. Als je de kans krijgt, beklim dan ook de skischans. Hoog maar zeer de moeite waard, met een 360 graden panorama en prachtige vergezichten over de stad, het fjord en het achterland. Last van hoogtevrees? Blijf dan beneden en stap het skimuseum binnen voor een akelig realistisch stukje skiën op de simulator of een rondgang langs vierduizend jaar skihistorie.
In de avond ontmoeten we Stine L. Borgersen, de algemeen directeur van Akevittruten, dat excursies verzorgt naar (oude) distilleerderijen waarbij je de geheimen achter het Noorse drankje aquavit leert kennen. De op aardappel gebaseerde drank wordt in traditionele ketels gebrouwen met karwij en anijs, waarna het in sherryvaten mag rijpen. De Arcus distilleerderij is gespecialiseerd in Linie Aquavit, die eerst een jaar in een kelder rijpt en vervolgens met vat en al aan boord van een schip wordt geladen en vier maanden op zee verblijft. Het is een honderden jaren oude traditie, bijna net zo oud als het traditionele tulpvormige glas waarin de complexe aroma's het beste tot hun recht komen. Dat de sterke drank (minimaal 37,5% alcohol) oorspronkelijk als medicijn en levenselixer werd geschonken, zorgt ervoor dat de wens 'op je gezondheid' zelden zo van toepassing was. Proost!
Dag 3
De volgende ochtend, als we landelijk Noorwegen intrekken, duurt het maar even voor Oslo in de achteruitkijkspiegel is verdwenen en we niets anders zien dan de typisch Noorse gele en rode huizen, die sterk contrasteren met het alom aanwezige groen van ontelbaar veel naald- en berkenbomen, boerenland en indrukwekkende rotspartijen.
We rijden noordwaarts, langs de kust van het Mjøsameer (het grootste meer van Noorwegen), voor een ronde op Atlungstad Golf Club. De baan ligt net ten zuiden van Hamar, de stad met het beroemde schaatsstadion Vikingskipet, waar zoveel Nederlandse schaatshistorie ligt.
Atlungstad is een mooie mix van bosholes op de eerste negen en parklandholes op de tweede negen, met op vrijwel elke hole zicht op het Mjøsameer. Er zijn genoeg holes die een vermelding verdienen, maar een speciale vermelding moet er zijn voor de drie slotholes die pal aan het meer liggen. De pittoreske par-3 zestiende wordt bewaakt door een eenzame maar indrukwekkende zilverspar aan de rand van het meer. De signature hole is de par-4 zeventiende, een klassieke hole die vraagt om een risk-and-reward slag over een hoekje van het meer om de fairway te bereiken. Op de par-5 achttiende ten slotte is local knowledge handig: kies de Atlungstad brouwerij die je achter het clubhuis ziet liggen als target, waarna je een kort ijzer overhoudt naar de green en daarna misschien nog een bezoek aan de brouwerij zelf kunt brengen.
Na een lekker fris biertje op het terras rijden we naar het nabijgelegen Staur Gård aan de rand van het Mjøsameer. Deze historische boerderij is ook ingericht als klein hotel. Rondom ligt akkerland waarop het tarwe rustig wuift naast eeuwenoude bomen. Een door populieren aangegeven pad voert je naar een perfect geometrisch aangelegde tuin met tal van plekjes waar je even echt tot rust kunt komen of vanaf waar je een duik in het meer kunt nemen. Staur Gård is een van de meest rustgevende plekken waar we ooit waren, met niet meer geluid dan het gezoem van insecten en de vogels die op ze jagen.
De namiddag besteden we aan boord van de DS Skibladner op het meer dat we al de hele dag zien. De Skibladner brengt al passagiers over het meer sinds 1856 en is vandaag de dag een van de oudste nog in functie zijnde raderboten. Een onberispelijk geklede ober heet ons welkom en gaat ons voor tijdens een rondleiding over de boot met zijn piekfijne mahoniehouten betimmering, messing plafondverlichting en rijkversierde spiegels. Een interieur dat doet denken aan lang vervlogen tijden, waarin mannen met hoge hoeden en vrouwen in uitbundige jurken het beeld bepaalden.
Dag 4
Op de laatste dag van onze korte reis trekken we naar het zuiden, naar de Losby Golf & Country Club (Losby Gods), dat zo'n twintig kilometer onder Oslo ligt en op zo'n veertig kilometer van de luchthaven. De geschiedenis van Losby Gods gaat terug naar het midden van de negentiende eeuw, toen het nog altijd bestaande hoofdgebouw werd gebouwd, waarmee het de adel naar zich toe wist te trekken om te genieten van de natuur en jachtpartijen. De gastvrijheid die destijds voor veel aantrekkingskracht zorgde, is er nog altijd. Het is dan ook niet voor niets dat Losby Gods een van de meest vooraanstaande golfresorts is en trots lid van het genootschap 'Historische hotels van Noorwegen'.
Kwam men vroeger om te jagen, tegenwoordig is de achttien holes Championship Course van Østmork de trekpleister. De door de Zweedse architect Peter Nordwall aangelegde baan biedt een uitdagende lay-out aan weerskanten van de Losbyelvenrivier, een meanderende waterhindernis die vooral op de tweede negen in het spel komt. Een paar van onze favoriete holes? De par-4 vierde, waarbij je tweede slag door een rotsachtig ravijn naar een grote green moet, die aan alle kanten bewaakt wordt door hellingen vol bomen. En de par-3 tiende is een geweldige hole met een verhoogde tee en heel veel water rond de green. Het is niet het enige water op de baan. Reken op veel tactische slagen met water links en rechts van de fairways en vaak ook nog op weg naar de green. De baan waar Suzann Pettersen in 2007 de SAS Masters won, is een perfecte afsluiting van onze korte golftrip. Al moet je hopen dat je nog voldoende ballen in je tas hebt zitten op je laatste stop.
- Marshall