Malcolm Duck gaat er nog eens goed voor zitten. De vaste gasten van het gezelschap grijnzen al in de wetenschap van wat komen gaat. 'Golf een Nederlandse uitvinding? Serieus? Ja, de Nederlandse scheepvaarders hebben zeker een rol gespeeld, maar het spel dat de Nederlanders speelden kun je het beste vergelijken met ijshockey. Nee, golf is hier begonnen. En met hier bedoel ik ook hier, in East Lothian. Daar', zegt hij, terwijl hij wijst naar de overkant van de Firth of Forth, waar St Andrews ligt, 'noemen ze zichzelf de Home of Golf. Dat de hele wereld dat slikt voor zoete koek is vooral een teken van een goed marketingapparaat. Schotland, dát is de home of golf. Niet St Andrews, kom nou toch!' Het gezicht van de voormalig marinier, restaurant- en hoteleigenaar, en niet in de laatste plaats een van de voortrekkers van het platform Scotland Where Golf Began, toont geen spoortje van ironie. Hij meent elk woord dat hij zegt en herhaalt die woorden iedere keer als de gelegenheid zich voordoet. En wat is een betere gelegenheid dan een groep internationale journalisten die in de nasleep van de 150ste editie van The Open op de Old Course van St Andrews de regio bezoeken? De 150ste? Ook daar vindt Duck wat van: 'Natuurlijk niet! De allereerste editie van het toernooi op Prestwick was een invitational, dus tellen kunnen ze ook al niet', zegt hij, terwijl hij een schaterlach door de bar van zijn hotel de Duck's Inn laat galmen.
Hoewel de Nederlandse claim sterke gronden heeft, denkt wereldwijd nagenoeg niemand aan Loenen aan de Vecht als kraamkamer van de golfsport. Wel aan Schotland. In het bijzonder aan St Andrews en omgeving, omdat dat goed vermarkt wordt door de R&A ‒ of omdat het zo is. Daarmee wordt de overkant van het estuarium Firth of Forth door veel golfliefhebbers bij hun pelgrimstocht door het beloofde golfland onterecht overgeslagen. Niet alleen liggen er op korte afstand van elkaar maar liefst 21 linksbanen, tussen die banen zitten exemplaren die in de absolute wereldtop thuishoren en/of een geschiedenis hebben die ver, héél ver teruggaat. Van Musselburgh tot Dunbar en alles wat ertussen zit.
Op uitnodiging van Visit Scotland en Scotland’s Golf Coast speelden we zeven van de 21 banen in vier dagen tijd. Is dat veel? We dachten van wel, tot we Eric uit Oregon ontmoetten op de eerste tee van Gullane 3. De Amerikaanse IT-specialist golft nog niet zo lang, maar moest en zou een keer naar Schotland. 'Of mijn vrouw me deze reis gunde om van het gezeur af te zijn, zal ik wel nooit weten. Wat ik wel weet, is dat ik op deze herinnering nog jaren kan teren. Ik heb veertien banen gespeeld in tien dagen tijd. Ik heb pijn op plaatsen in mijn lijf waarvan ik niet eens wíst dat je er pijn kon hebben. En hoewel ik niet kan wachten om zo af te slaan, schreeuwt alles in mijn lijf dat het tijd is om terug naar huis te gaan. Zeg het niet tegen mijn vrouw, maar er is dus toch zoiets als te veel golf. En als er één plek is waar je dat kunt ervaren, dan is het hier.'
Glen Golf Club
'Moeten we echt daar omhoog?', vragen we aan onze flightgenoot als we hoog boven de fairway van hole één de green van de eerste zien liggen. Hoeveel zal de klim zijn? Tien, vijftien meter toch zeker. Waar de fairway nog op nagenoeg gelijke hoogte met de zee ligt, moet je voor het putting-oppervlak, en het grootste deel van de baan, even flink in je reserves tasten. Laat ons iedereen geruststellen: na die eerste klim gaat de baan redelijk gelijkmatig omhoog en omlaag, met de green van negen als laagste punt en de green van zeven als hoogste, maar nergens wordt het meer zo extreem als aan het begin.
Op het terrein van de East Links werd volgens de overlevering al in de 17e eeuw gegolfd. Maar de eerste negen holes van de Glen Golf Club, een ontwerp van James Braid en Ben Sayers, werd in 1894 aangelegd en al in 1906 uitgebreid naar achttien holes. Bijna voortdurend verbazen we ons tijdens onze ronde over de fantasie die de architecten destijds gehad moeten hebben om in dit stuk kustlijn een 18-holesbaan te zien. Zonder zware machines, zonder computerprogramma's, maar met het oog van een kenner en het geduld van een ambachtsman boetseerden Braid en Sayers een baan die niet misstaat in dit deel van het golfgekke Schotland. Nee, grote toernooien zullen hier niet snel gespeeld worden, maar de Glen mag zeker niet ontbreken in je tour door East Lothian. Spannende holes, een voortdurend fraai uitzicht op de Firth of Forth en Bass Rock, blinde slagen en meer 'Kodak-momenten' dan je SD-kaart aankan. En toch is dit een van de meest onderschatte banen van Schotland, volgens Golf Monthly.
North Berwick West Links
8.500. Meer plek is er niet voor gasten op deze niet minder dan iconische baan. De assistent-pro van dienst kijkt er bijna verontschuldigend bij als hij antwoord geeft op de vraag hoeveel greenfees er jaarlijks verkocht worden. 'Het waren er 11.500, maar de leden wilden meer starttijden voor zichzelf. Dus toen Max Homa tijdens het Schots Open dat even verderop werd gespeeld, 's avonds nog even een rondje kwam spelen en daarna op social media de loftrompet stak over de baan, stond de telefoon de volgende dag roodgloeiend, maar moesten we vooral 'nee' verkopen. Zelfs voor volgend jaar is al ruim zeventig procent van de greenfeeslots vergeven.' Het was vorig jaar juli, toen de man deze woorden sprak!
We snappen het wel. Mensen spelen graag op goede banen, zeker op banen die een zekere status hebben. En dat heeft de North Berwick Golf Club. Grote kampioenschappen werden hier gespeeld, en historie is er genoeg. Zo is dit bijvoorbeeld de baan waar Tom en Tommie Morris speelden toen laatstgenoemde hoorde dat zijn vrouw de bevalling van hun eerste kind niet had overleefd. En om de lijn met de Morrissen door te trekken: in heel veel lijkt deze uit 1832 stammende baan op zijn overbuurman aan de andere kant van de Firth of Forth, de Old Course. Een vergelijkbare brede eerste fairway (al moet je hier vanwege een aantal heuvels goed kijken om deze te ontdekken), grote, sterk ondulerende greens (al zijn er dan weer geen dubbelgreens), een groot hotel pal aan de baan (The Marine) en een vergelijkbare aankomst pal voor het clubhuis met langs de baan geparkeerde auto's.
Op mooie zomerdagen word je ook hier regelmatig in je spel gestopt omdat strandgangers met een handdoek over hun schouder of een paddle board onder de arm richting zee lopen. Het right of way – op een groot aantal banen hebben wandelaars en passanten vrije doorgang – is altijd weer even wennen, maar 'fore' wordt schijnbaar door iedereen begrepen, en het 'na u, we wachten wel even' klinkt voortdurend als er strandgangers of golfers achter de kriskras over de baan lopende muurtjes vandaan komen. De oude stenen muurtjes die in vroeger tijden erfgrenzen aangaven, komen meermaals in het spel, en waar de een ervan gruwt, vindt de ander het juist een prachtig overblijfsel van oude tijden. Wij horen bij die tweede groep, of althans, hoorden bij de tweede groep: na zowel op hole drie als op hole dertien onze bal meters terug te hebben zien stuiteren na een botsing met zo’n muur nam het enthousiasme toch iets af. Heel iets, zouden we thuis zeggen, want het is nagenoeg onmogelijk om niet enthousiast van deze baan te stappen. Golf zoals golf bedoeld is. Niets meer, niets minder.
Craigielaw Golf Club
Eigenlijk is Craigielaw een wat vreemde eend in de bijt. In een regio waar golfbanen niet zelden uit de negentiende eeuw stammen, en anders wel dateren uit het begin van de twintigste eeuw, gaat de geschiedenis van deze baan nauwelijks twintig jaar terug. De grond waarop de buurman van het veel oudere Kilspindie werd aangelegd, was tot de eeuwwisseling nog in gebruik als landbouwgrond. Of het nu was omdat de eigenaren moeite hadden om het als boer te bolwerken, of omdat ze zagen dat er met golf misschien wel makkelijker geld te verdienen viel, dat vertelt de ontstaansgeschiedenis niet. Maar duidelijk is dat de grond van de ruim zesduizend meter lange baan, de beschikbare apparatuur en middelen én Donald Steel dermate geschikt waren dat je – als je niet beter wist – makkelijk zou kunnen denken dat ook Craigielaw al een lange en roemrijke geschiedenis heeft. Vanaf de korte maar lastige eerste hole tot en met de weinig memorabele slothole: je gaat met gemak op in de illusie dat dit een oude links is. De diepe potbunkers, de grote ondulerende greens, de spijkerharde fairways, het is of ze er al jaren liggen. Eigenlijk zijn er maar twee holes waar je in één klap naar vandaag wordt gekatapulteerd: tien en elf. Alleen bij deze holes staat een aantal kapitale villa's (vraagprijs richting de twee miljoen pond) en beseffen we dat we die bij geen van de andere banen in de regio zagen.
Kilspindie Golf Club
'Welkom bij de 35ste club van de wereld' staat er op het bord naast de ingang van de aan de Aberlady Bay liggende baan die we op Craigielaw al hadden zien liggen. Meerdere holes van deze uit 1867 stammende club (de baan zelf is uit 1899) lopen parallel aan holes van de piepjonge buurman. Dus als je even niet oplet, kun je zomaar op de verkeerde baan terechtkomen, zoals onze flightgenoot overkwam met een wilde drive op de zevende van Craigielaw: zijn bal landde op de oefengreen van de door Willie Park ontworpen baan. 'Volgens mij is deze van u', zei de vriendelijke heer toen onze groep, zich uitputtend in excuses, aan kwam lopen. Zijn 'Excuses zijn nergens voor nodig, veel plezier verder met uw ronde', bleek geen uitzondering, zo leerden we toen we zelf op Kilspindie speelden. Nergens iemand die geïrriteerd opkeek als er een bal tussen de voeten kwam aanrollen (door de harde fairways en de wind kun je hier soms verbazingwekkend ver slaan...). Zelfs de vele honden die tijdens de ronde werden uitgelaten door hun golfende baasje, keken niet op of om.
Het woord ‘quirky’, dat 'eigenzinnig' betekent, wordt nog wel eens voor golfbanen gebruikt en als er een baan is waarbij we het idee hadden dat dat label van toepassing was, dan was het wel Kilspindie. Kort en krap overigens ook; zelfs vanaf de back-tees komen de achttien holes niet aan de vijfduizend meter. Maar daar is de par dan ook naar: 69. Dat maakt de baan zeker geen prikbaan, zo merkten we al snel. Of de driver nodig is, hangt sterk van de windrichting af (als de wind op de par-5 tweede tegen is, speelt hij eerder als een par-7), maar normaal kun je hier het beste proberen om met geplaatste ijzers en rescues rond te gaan. Ontwijk rondvliegende ballen, kijk goed of je geen andere golfers kunt raken, geniet van de meelopende honden of de verderop op de zandbank liggende zeehonden, en haal vooral het maximale uit je bezoek aan dit opvallende ontwerp.
Gullane 1, 2 & 3
'Please, don't hit it on the road, please don't hit the road', horen we onze flightgenoot tegen zichzelf zeggen als hij op de eerste hole van Gullane 2 wil afslaan. Niet bepaald een ideale swinggedachte, maar ook niet een heel gekke: slechts een paar holes van de uit drie banen bestaande Gullane Golf Club liggen aan de kant van het bezoekersclubhuis, de rest ligt aan de andere kant van de doorgaande weg, waar auto's en bussen met hoge snelheid voorbijkomen. En zelfs als je bal midden op de fairway landt, kan hij door een gevaarlijke bounce akelig dicht bij het asfalt tot stilstand komen, zo bewijst ook de drive van voornoemde spelpartner, ondanks het gedane schietgebedje.
Drie banen telt de Gullane Golf Club dus, al zeggen grappenmakers wel eens vier en tellen dan het nauwelijks een kilometer verderop liggende Muirfield mee. Op een populatie van nauwelijks drieduizend zielen zijn dat heel veel holes. Ongeveer de helft van alle inwoners van Gullane is lid van de club die net als zoveel klassieke Schotse banen ongeveer ín het dorp begint, maar het aantal gasten is er sinds jaar en dag zo groot dat het zelden stil is op de baan. Niet voor niets is er voor de gasten een eigen ‒ en ruim ‒ clubhuis gebouwd.
Alle drie de banen werden rond de vorige eeuwwisseling aangelegd en hebben Gullane Hill als scherprechter. De holes zijn vrijwel zonder uitzondering op en om deze heuvel geplaatst ‒ de klim naar boven is gerust pittig te noemen ‒ en dat zorgt voor veel schuine liggingen en, bij slagen heuvelafwaarts, voor een bal die maar blijft rollen. Hoewel het terrein nagenoeg hetzelfde is, verschillen de banen toch voldoende van elkaar om ze alle drie te willen spelen. Gullane 1 is de beroemdste van de drie en was vaak gastheer van grote toernooien en bijvoorbeeld gastheer van Finale Qualifiers voor The Open. Nummer 2 is een baan waarbij strategie een grote rol speelt, terwijl 3 relatief kort is (par 67), maar allerminst een katje om zonder handschoenen aan te pakken. Dat er in de eerste jaren van het bestaan van de club nog strijd was of er wel zoveel golf in het dorp moest zijn of dat er ook ruimte moest blijven voor de racepaarden die op dezelfde plek werden getraind, is nu nog nauwelijks voor te stellen. Zelfs als je alleen naar Gullane gaat tijdens je trip naar Schotland zul je je geen seconde vervelen.
Dunbar Golf Club
'Ik heb jaren in het Midden-Oosten gewoond en heb daar op mooie banen gespeeld, maar er gaat niets, echt helemaal niets, boven Dunbar’, mijmert David Cockerton als we hem vertellen dat we onze golftrip op Dunbar zullen eindigen. 'Puurdere links dan deze ga je nergens vinden. Zeker de holes achter de muur...', glimlacht hij, terwijl de eigenaar van de Garleton Lodge nog eens een whisky inschenkt. We speelden al eens op Dunbar en kunnen de woorden van de vriendelijke Schot dan ook alleen maar beamen. Niet voor niets stond deze relatief uit de route liggende baan hoog op de lijst om nog eens aan te doen. De baan stamt uit 1856, maar de eerste bewijzen dat er op deze plek gegolfd werd, gaan nog veel verder terug. En wie anno 2023 het echte linksgevoel wil ervaren, kan niet om Dunbar heen.
Het 'achter de muur' van Cockerton mag je letterlijk nemen. Vier holes liggen er aan de kant van het clubhuis, voor de overige veertien moet je door een uitsparing in de muur heen stappen om verder te kunnen spelen. Waar je op veel banen kleine muurtjes aantreft om erfafscheidingen aan te geven, loopt er hier over vrijwel de hele lengte van de baan een manshoge muur pal langs de kust, en op de kleine ruimte die tussen de muur en de zee overbleef, wisten ze lang geleden een golfbaan in te passen. Al past het ook maar net. Op de plekken met de meeste ruimte hadden ze een kleine honderd meter om twee holes (eentje heen en eentje terug) neer te leggen. Op sommige plekken was er nauwelijks twintig meter tussen de muur en de zee, maar ook daar paste het net. Een green, een pad, een tee, en op naar de volgende hole. Cockerton had gelijk: Dunbar is van een uitzonderlijke kwaliteit en een must voor linksliefhebbers. Al kan dat laatste ook gezegd worden van bijna alle andere banen in de regio.
Meer weten over golf in Schotland?
En slapen dan?
Tussen al het golfen door moet er ook uitgerust worden. Anders dan in golfregio's in Turkije, Spanje en Portugal staat hier niet bij elke baan een hotel waar je neer kunt strijken. Ze zijn er wel ‒ de Waterman op nauwelijks tweehonderd meter lopen van Gullane, het Marine Hotel pal naast de zestiende van North Berwick en natuurlijk de tegen het clubhuis van Craigielaw aangeplakte lodge ‒, maar het aanbod is niet groot. Toch hoef je niet onder de sterrenhemel te slapen en zijn er accommodaties die je zeker niet mag missen. Neem de Garleton Lodge die op een kwartiertje rijden van Gullane ligt. Terwijl je in de verte de heuvel van de gelijknamige baan ziet, geniet je in het kleine hotel (zes kamers) van de geweldige service van gastheer en eigenaar David Cockerton en van de enorme stilte. Bovendien kun je hier gebruikmaken van de enige spa die er in de omgeving te vinden is. Vraag ook gerust of ze het bubbelbad met uitzicht kunnen aanzetten. Veel beter wordt het niet.
Nee, ook niet in de Duck’s Inn. Al wordt het daar wel leuker. Tenminste, als je van een bar houdt die bol staat van de golfparafernalia. Aan het plafond hangen tientallen holevlaggen ('dat is ooit begonnen om een lekkageplek af te dekken, het liep wat uit de hand'), de muren hangen vol foto's en scorekaarten, en er is alle ruimte voor golfspelletjes. Regelmatig wordt onder aanvoering van Malcolm Duck de pub omgetoverd tot een indoorgolfbaan met de barputting als hoogtepunt van je verblijf. Duck: 'Nee, het gevaar is niet dat mensen op een kruk moeten klimmen, het zijn de rondslingerende balletjes waar je goed op moet letten.' Het is maar goed dat het hotel meer dan twintig kamers heeft die je direct vanuit de kroeg kunt bereiken, want na een dag met 36 holes en een avondje in de Duck's Inn ben je echt wel toe aan slaap.
- Visit Scotland