Interview Wil Besseling: ‘Hier wil je het laten zien’

Donderdag begint de 35-jarige Wil Besseling alweer aan zijn twaalfde deelname aan het Dutch Open. Voor elk jaar dat hij tot nu toe speelde, stelden wij hem één vraag.

besseling

Je eerste Dutch Open als amateur

‘Veel jongens hebben daar heel actieve herinneringen aan, maar ik moet bekennen dat ik die niet heb. Het ging die eerste jaren heel snel met me. Ik speelde misschien drie, vier jaar toen ik in 2004 mocht meedoen op de Hilversumsche, een baan waar ik Nederlands kampioen was geworden en waar ik nog altijd graag kom. Juist omdat ik nog niet zo lang speelde, had ik misschien dat gevoel niet dat je wel hebt als je er al jaren naar uitkijkt. Het overkwam me meer. Aan het toernooi zelf heb ik dus niet veel herinneringen. Ik weet wel dat het iets heel groots was om mee te mogen doen. Ik eindigde (op dag 1, red.) met een eagle op achttien, dat weet ik nog wel, en ik haalde de cut niet. Maar om nou te zeggen dat ik me elke stap van die eerste keer nog kan herinneren, nee dus.’

Je eerste Dutch Open als professional

‘Dat was in 2007. Ik haalde de cut niet in een voor mij raar en moeizaam jaar. Van een enorme high als wereldkampioen bij de amateurs kwam ik terecht in een wereld waar ik echt mijn weg moest zien te vinden. Het ene moment sta je met goud in je handen, het volgende moment haal je niet eens een kaart voor de Challenge Tour en rij je elke week naar Duitsland voor een wedstrijd van de ProGolfTour, waar je aan het einde van de rit op het nippertje – het scheelde net vijftig euro – je kaart voor de Challenge Tour veiligstelt. Chris van der Velde, mijn grote steun en toeverlaat, vertrok naar Amerika. Daardoor viel het hele team waar ik de laatste jaren als amateur mee had gewerkt – Chris, Tom O'Mahoney en Jeroen Stevens, die altijd voor me klaar stonden – uit elkaar. Eerlijk gezegd beleefde ik weinig plezier aan dat eerste jaar. Het spel was in Nederland niet ineens veel beter, maar het was wel lekker om een weekje thuis te spelen. Dat gaf me energie.’

Je mooiste herinnering aan het Dutch Open

‘Daarvoor hoef ik niet ver terug in de tijd, dat was de zevende plaats in 2019. Je denkt misschien omdat ik zo hoog eindigde, maar het was echt een combinatie van dingen, alles kwam samen die week op The International. Ik had moeilijke jaren gehad, maar was hard blijven werken. En die week, uitgerekend op de baan waar ik ambassadeur was, kreeg ik de bevestiging dat ik op de goede weg was, dat de dingen waar we mee bezig waren steeds meer hun vruchten begonnen af te werpen. Met ‘we’ bedoel ik natuurlijk mijn team en alle andere mensen om me heen, iedereen die me bleef steunen in die moeilijke periode. Wat ik ook nooit ga vergeten was dat mijn vrouw, kinderen, familie en sponsoren erbij waren. Ze zaten te juichen op de tribune toen ik als beste Nederlander naar voren werd geroepen bij de overwinning van Sergio García. Je bent vaak onderweg, heel soms zien ze een paar flitsen van je op tv. Dat ik dit moment met ze kon delen, was heel bijzonder.’

Banen van het Dutch Open

‘Als speler van de Europese Tour kom je vaak op mooie banen en de Nederlandse banen horen zeker in die categorie thuis. Klassieke banen als de Kennemer en de Hilversumsche zijn echt bijzonder en komen we niet elke week tegen. Ik vind het wat dat betreft jammer dat ik nooit het Dutch Open op de Noordwijkse heb mogen spelen. Toen ik wereldkampioen werd, hebben ze me een lidmaatschap voor het leven gegeven en daar ben ik ze nog altijd enorm dankbaar voor. Ik speel er regelmatig – al zou ik er nog vaker willen spelen – en met heel veel plezier. En het idee daar een Dutch Open te spelen, was heel mooi geweest. Hoe Bernardus zich als toernooibaan gaat houden is afwachten, zoals het altijd afwachten is als je op een nieuwe baan komt. De lay-out is goed, de oefenfaciliteiten zijn ongeëvenaard. Sinds ik met Jérôme Theunis werk, kom ik er geregeld; het is voor ons allebei ongeveer even ver rijden. En wat ik zeg: ik kan geen betere plek om te oefenen bedenken. Wat de score gaat worden, zal sterk afhangen van het weer. Maar ik denk dat we de baan sowieso nog wat tijd moeten gunnen. De baan is goed, maar zal met de jaren alleen nog maar beter worden.’

Publiek en sfeer Dutch Open

‘Er zijn weinig toernooien waar zoveel publiek op afkomt als het Dutch Open. Het is veel meer dan een sportwedstrijd, het is een evenement waar van alles te doen is. Door corona zal het dit jaar misschien anders zijn dan andere jaren. Maar het tentendorp, alles wat er georganiseerd wordt, de sfeer: het is echt een golffeest. En dat het publiek altijd extra op onze hand is, is natuurlijk mooi meegenomen. Het is leuk om voor zoveel mensen te spelen, helemaal als je voelt dat ze je een mooi resultaat gunnen.’

Altijd goed in het Dutch Open

‘Ik ben zeker niet altíjd goed geweest in het Dutch Open. De eerste jaren moest ik echt wennen en miste ik meestal de cut. En als ik in de jaren daarna de cut wel haalde, was het vaak ook niet veel meer dan dat, waren het in elk geval geen topnoteringen. Aan de andere kant snap ik dat het opviel dat ik juist in die week vaak een goede prestatie leverde. Ik kon moeilijk wegkomen van de Challenge Tour, was vaak zoekende. Maar als ik dan die wedstrijd op de Europese Tour mocht meedoen, lukte het wel. Misschien wilde ik dan extra graag laten zien dat ik het nog in me had en kon ik me daardoor opladen en een tandje bijschakelen. Maar op die zevende plek van 2019 na waren het dus geen topnoteringen. De lat ligt wat mij betreft wel een stuk hoger nu.’

De zeges van Maarten en Joost

‘Hoe ik me de zeges van Maarten en Joost herinner? De zege van Maarten, in 2003, kwam wat vroeg voor mij. Zoals ik al zei, golfde ik toen nog niet zo lang, waardoor het misschien een beetje langs me heen ging. Ik weet wel dat het echt wat betekende dat hij won op Hilversum, net zoals de zeges van Joost op de Kennemer en The Dutch mega waren. Joost is natuurlijk een generatiegenoot van me en we hebben als amateurs heel mooie dingen meegemaakt samen. Daarna zijn onze wegen een beetje gescheiden. Maar het laatste jaar zien we elkaar weer vaker en ik moet zeggen dat ik dat heel leuk vind. Samen een hapje eten, naast elkaar in het vliegtuig, heel gezellig. Maar over zijn twee overwinningen in eigen land hebben we het eigenlijk nog niet gehad.’

Belang van het Dutch Open voor het Nederlandse golf

‘Het hebben van een 'eigen' toernooi is heel belangrijk, daar ben ik van overtuigd. Het Dutch Open is een van de oudste toernooien van het circuit en het is mooi dat het ook dit jaar weer door kan gaan. Een toernooi in eigen land geeft jonge spelers de kans ervaring op te doen waar ze echt veel aan hebben in hun loopbaan. Voor de fans is het leuk om topspelers eens van dichtbij te kunnen zien, niet alleen op tv. En voor ons, de Nederlandse spelers, is het natuurlijk dé plek om je te laten zien aan je eigen fans.’

Spelen voor thuispubliek en thuis slapen

‘Ja, je bent echt wel een beetje in het voordeel door het enthousiasme van de mensen, al is het onderaan de streep een gewoon toernooi, net zoals wanneer je elders speelt. In theorie is het idee dat je thuis kunt slapen ook fijn natuurlijk, maar dat heb ik de afgelopen jaren al niet meer gedaan. The Dutch en straks Bernardus zijn gewoon te ver rijden. Dan is het echt alleen te doen om je eigen bed. Maar ook in het jaar dat we op The International speelde, sliep ik niet thuis. Het is zeker leuk om je vrouw en kinderen extra te kunnen zien. Maar als ik thuis ben, wil ik er ook voor ze zijn en midden in een toernooi lukt dat niet.’

Het mooist van spelen op het Dutch Open

‘Het is niet te doen om er één ding uit te halen. Het thuispubliek, je familie en vrienden die erbij zijn, de energie die je ervan krijgt, echt alles is mooi. Ik heb nu elf keer mee mogen doen aan het Dutch Open en het is nog altijd een week waar ik naar uitkijk. Als je als speler de kans krijgt om mee te doen, moet je die echt met beide handen aanpakken. Ook in de jaren dat ik niet op de Europese Tour speelde, deed ik mijn best om erbij te zijn.’

Het Dutch Open winnen

‘Als ik zelf een toernooi zou mogen kiezen dat ik kon winnen, dan is de kans groot dat ik het Dutch Open kies. Ja, dan wist ik het waarschijnlijk wel. Maar een win is een win. Of je die nu in Nederland of ergens anders haalt. Je hébt het ook niet voor het kiezen natuurlijk: als het jouw week is, is het jouw week. Mocht het straks in september op Bernardus mijn week zijn, dan zou dat echt een droom zijn.’

Dit interview stond eerder in Golfers Magazine 7 en ligt nu in de winkel.

Tour
  • Golfsupport