Eigenlijk is het best raar om met Darius van Driel ook nog even terug te kijken op het seizoen 2023. Niet omdat er niets gebeurde in zijn vierde jaar op het hoogste niveau, maar omdat het al zo lang geleden lijkt en, vooral, omdat zijn vooruitzichten sindsdien zo ongeveer 180 graden zijn gedraaid. Ga maar na. Waar hij eind 2022 nog op het nippertje wist te ontsnappen aan degradatie en met een puik resultaat in zijn slottoernooi zijn speelrecht veiligstelde, slaagde hij daar het afgelopen seizoen niet in. Te veel gemiste cuts (19), te weinig topnoteringen (geen enkele top 10) en vooral te weinig punten (342), met een 134ste plaats op de Race to Dubai tot gevolg. Dus volgde een gedwongen gang langs qualifying school, afgelopen november. En zie what a difference a day makes. Tijdens die zesdaagse marathon op Infinitum eindigde hij als gedeeld derde en nam hij een van de beste kaarten mee naar huis, om vervolgens in de eerste drie toernooien van het seizoen meteen twee top 10-klasseringen in de wacht te slepen, waarmee de basis voor een goed 2024 was gelegd.
Dat de eerste vraag dus is of hij kan verklaren waarom het ene seizoen zo moeizaam eindigde en het andere zo goed begon, snapt Van Driel ook wel, al heeft hij er niet direct een antwoord op. 'Ik heb die vraag in de weken na qualifying school vaker gehad. Tja, wat het precies is? Het zit gewoon iets meer mee', zegt hij schouderophalend. 'Het was daarvoor niet goed, maar ook niet heel slecht. Als je de bal recht op de vlag slaat en hij landt net over de green, dan was je swing goed – anders gaat hij niet precies over die vlag heen – maar zit je misschien wel in de problemen. Een ander voorbeeld? Bij het toernooi in Madrid stond ik derde in het klassement van accuratesse, maar had ik ook drie of vier 'disruptors'. Ballen die niet heel ver mis waren, die alleen wel precies zó lagen dat ik niet anders kon dan de bal opzij spelen, terug naar de fairway. Dat bedoel ik met “het zit gewoon iets meer mee”. Die ballen zijn er nu even niet en dan kun je snel goede resultaten halen.'
Stack System
Terug naar het begin van het vorige jaar, want daar ligt wel degelijk een deel van de oorzaak van de mindere resultaten, erkent Van Driel. 'Eind 2022 had ik mijn kaart dan wel net behouden, maar vond ik ook dat er iets moest gebeuren, en we kozen ervoor om in te zetten op meer lengte.'
Geen gekke gedachte, zo leert een blik op de statistieken van de Nederlander die de afgelopen seizoenen elke keer net buiten de top 150 eindigde in het afstandsklassement, maar wel altijd hoog op de ranking voor accuratesse vanaf de tee. 'Ik ging werken met dezelfde methode als waar Matt Fitzpatrick mee werkt (het Stack System, red.) en daar zag je best snel resultaat van. Mijn swingsnelheid ging van 112 naar 117 mph. Alleen: wat ik won aan lengte, dat leverde ik in aan accuratesse. Geen enorme missers, maar ik raakte er wel vaker door uit positie. Dat komt ook doordat je met het Stack System altijd honderd procent slaat, terwijl je soms beter tachtig procent kunt slaan om de beste ligging te hebben voor de slag daarna. Uiteindelijk was de conclusie dan ook dat ik het misschien niet in die extra meters moest zoeken, maar meer had aan altijd goed in positie zijn. Op de meeste holes kom je er ook wel mee weg, met minder lengte. Pas op het moment dat jij een houten-3 naar binnen moet slaan, terwijl andere jongens op diezelfde hole een ijzertje naar de vlag hebben, wordt het een probleem', aldus Van Driel, die in één moeite door zijn mening over de aangekondigde rollback deelt (vanaf 2028 mag de bal minder ver vliegen als het aan de regelgevende instanties ligt, red.). 'Eerlijk? Ik denk dat het een beetje een storm in een glas water is. Heel veel te doen om relatief weinig afstand. Voor spelers met mijn swingsnelheid zouden we het misschien hebben over vijf yards. Dat gaat het grote verschil niet maken. Heb je het over twintig yards, ja, dan wel. Veel interessanter is het om te weten wat de bal gaat doen met betrekking tot de afwijking. Als de bal ook minder controleerbaar naar links of rechts vliegt, dan heb je een groter probleem. Aan de andere kant kunnen we dan waarschijnlijk ook meer spin slaan om de bal te controleren. Sowieso denk ik dat pro's een aanpassing binnen een jaar allemaal hebben verwerkt en dat ze weer net zo ver slaan als daarvoor, terwijl de amateurs er meer en langer last van zullen hebben.'
Aanbod LIV Golf
De rollback van de bal is niet het enige wat spelers bezighoudt. Ook de staat van de DP World Tour in zijn algemeenheid, de band met de PGA Tour en de situatie rond LIV Golf houden de gemoederen van Van Driel en zijn collega's bezig. 'Er gebeurt wel wat, ja', grijnst Van Driel. 'Ik snap de ophef rond LIV Golf. Maar ik snap de spelers die overstappen ook. Als je het puur vanuit golfperspectief bekijkt, dan is het natuurlijk niets, toernooien van drie dagen. Maar neem je bijvoorbeeld het speelschema als uitgangspunt, dan wordt het een heel ander verhaal. En geloof me, voor die topjongens is het schema echt alles waar het om gaat. We zijn veel en lang van huis, en dat is zwaar. Hoe mooi het vak ook is en hoe groot de beloning ook kan zijn. Joh, ik ga pas mijn vijfde seizoen in en ik denk dat soms al. Moet je nagaan hoe het is voor iemand als Joost, die voor zijn achttiende seizoen staat. Als je dan een mooi aanbod krijgt waarbij je niet 35 maar slechts 14 weken van huis bent, dan kan ik me de verleiding heel goed voorstellen.
'Bovendien kun je niet zeggen dat de DP World Tour er heel goed voorstaat. Ja, er zit meer geld dan ooit in de prijzenpot, maar een paar jaar terug was dat bedrag verdeeld over 36 toernooien en nu over meer dan 40. We hebben het Keith Pelley wel eens voorgelegd: de nummer 70 van nu verdient ongeveer hetzelfde als de nummer 70 van enkele jaren geleden. Waar is de winst dan? Of neem de situatie rond de samenwerking met de PGA Tour. Als je elk jaar je beste spelers verliest aan dat circuit en er spelers voor terugkrijgt die daar hun kaart verlóren hebben, ben je dan niet meer dan een feeder tour voor de PGA Tour? Ik denk van wel, en ik denk niet dat dat goed is. De DP World Tour had de kans om een samenwerking met LIV Golf aan te gaan en heeft dat niet gedaan. Zij hebben nu een partnership met de Aziatische Tour, en je ziet dat het prijzengeld daar enorm omhoog is gegaan. We zullen moeten afwachten hoe het zich ontwikkelt, maar zorgelijk is het wel.'
En wat nou als LIV Golf interesse toont in een 34-jarige golfer uit Den Haag? Van Driel lacht en zegt direct: 'Dan ga ik. Als jij met minder werken een veelvoud kunt verdienen van wat je nu verdient, dan is dat toch niet zo gek? Ik kan me niet voorstellen dat er iemand in Nederland is die een aanbod om vier keer zoveel te gaan verdienen voor minder dan de helft van het aantal uren naast zich neer zou leggen.'
Top 50
Vooralsnog heeft Van Driel zich niet in de kijker van LIV gespeeld, en hoewel het de vraag is of het ooit zover komt, ziet hij nog genoeg ruimte om zich verder te ontwikkelen. 'Dit is nu mijn vijfde seizoen op de DP World Tour en ik moest slechts één keer terug naar school. De andere keren was het ook niet zo dat ik mijn kaart eenvoudig behield. Toch zet ik elke keer stappen, vaak zonder dat ik het doorheb. Als je net begint op tour, dan lijkt elke pin moeilijk gestoken en de rough hoog, dik en lastig. Maar hoe meer toernooien je speelt, hoe meer je daaraan went en hoe beter je ermee om kunt gaan. Die jongens die naar een regulier toernooi komen net nadat ze een Major hebben gespeeld, die staan echt op de tee met een gevoel van “zo, hé, dit is makkelijk!”. Dat gevoel had ik zelf op qualifying school. Weet je wel hoeveel relaxter dat speelt?
'Eind 2024 wil ik niet weer hoeven knokken om mijn kaart te behouden. De top 50 is het doel, en winnen blijft dat ook altijd. Als je, zoals vorig jaar, een periode hebt waarin je wéér een slag te veel gebruikt hebt om het weekend te mogen spelen, dan is dat mentaal zwaar. Waar ik eerst met Sanne (zijn echtgenote, die zijn caddie was, red.) op de tour was, laat ik nu elke week niet alleen haar maar ook mijn zoontje achter. Dat is best pittig. Als je dan week in week uit een teleurstelling moet verwerken, komt de vraag of je dit wel moet blijven doen echt wel eens voorbij. En dat geldt helemaal als je de top 116 steeds verder uit zicht ziet raken. Dat ik in Zuid-Afrika meteen tweehonderd punten wist te pakken, is nog lang niet genoeg om mijn kaart te behouden. Maar het is wel een mooie bodem onder het seizoen. In elk geval hoop ik mezelf dit jaar eerder dan op het allerlaatste moment in een veilige haven te hebben gespeeld.'
Abonnee worden?
Dit artikel van Martijn Paehlig is ook te lezen in Golfers Magazine 1 dat nu in de winkel ligt. Golfers Magazine 2 ligt 6 maart in de winkel of op de mat bij abonnees.
- Ronald Speijer