Uit Golfers Magazine: Successen, ruzies, controverses

Het Europese team was vaak de bovenliggende partij in de match met de Amerikanen. Maar de duels waren ook vaak allesbehalve een feest, terwijl sportiviteit boven alles had moeten gaan in de Ryder Cup.

ryder cup

Achttien nederlagen en een gelijkspel: dat was er in 22 ontmoetingen voor nodig om eindelijk in te zien dat de Ryder Cup zo geen toekomst had. Veel Amerikaanse topspelers hadden helemaal geen zin om eens in de vier jaar naar Groot-Brittannië te gaan voor een match die van tevoren allang beslist leek, ook al was dat in hun voordeel. Zelfs een thuismatch was voor hen een verplicht nummer. Ga maar na: van 1959 tot en met 1977 bleef Team USA tien keer op rij ongeslagen tegen Groot-Brittannië. Alleen in 1969 werd het, op Royal Birkdale, een gelijkspel omdat Jack Nicklaus ‒ het was sinds zijn overstap naar de profs in 1962 pas zijn eerste match ‒ zo vriendelijk was om zijn opponent Tony Jacklin op achttien een vrij lange putt te schenken. Sinds 1973 mochten ook de Ieren meedoen en speelde Amerika tegen GB&I, maar ook zij konden het verschil niet maken. De nederlagen bleven zwaar.

In een interview in 2021 met Golfers Magazine zei Tony Jacklin: ‘Wij stonden jarenlang al met 2 down achter voor de match ook maar begonnen was. Niets kon, niets mocht van de Britse PGA. Er was geen teamroom, geen goede voorbereiding. Ons team vloog economy class naar de VS, de Amerikanen kwamen met een first class-vlucht naar ons toe. Het idee van de Britse PGA? “Het is al mooi dat jullie mee mogen doen”.’

In 1977 besloot Tom Weiskopf, de winnaar van The Open in 1973, niet af te reizen naar Royal Lytham. Hij had veel meer zin in een jachttrip. Het maakte niet uit: ook zonder hem won Amerika met 12,5-7,5. Neil Coles, een Engelse topspeler uit die tijd, zei later: ‘Dat Weiskopf ging jagen, was de druppel die de emmer deed overlopen. Vond ook Jack Nicklaus.’

De Golden Bear voelde aan dat de Ryder Cup een zinkend schip was en dat vond hij zonde. Hij dronk een glas met de topman van de Britse PGA, Lord John Derby, en zei dat de Britten over hun schaduw heen moesten stappen om er een Europees team van te maken. In 1977 was Severiano Ballesteros de nummer 1 van de order of merit van de Europese Tour en zijn landgenoten Antonio Garrido, Manuel Piñero, Francisco Abreu en Angel Gallardo stonden in de top 15. Onder druk wordt veel vloeibaar en Derby gooide zijn hele gewicht in de strijd. Er waren in het Britse kamp een paar fanatieke tegenstanders ‒ Peter Alliss was van hen de meest uitgesprokene – maar zij trokken aan het kortste eind. Team Europe was een feit en al in 1979 maakten Ballesteros en Garrido hun Ryder Cup-debuut. Uitgerekend in een editie die bol stond van Brits wangedrag.

Brandjes blussen

Iedereen die golf volgt op tv weet wie Ken Brown is: een charmante, humorvolle Schot die als tv-verslaggever ook nog eens een scherp oog heeft. Vroeger vormde hij op de BBC met Peter Alliss een twee-eenheid. Nu Alliss is overleden en de BBC golf bij het grofvuil heeft gezet, werkt de 66-jarige Brown voor Sky Sports.

Brown ‒ in 1983 op de Kennemer winnaar van het KLM Open ‒ houdt van vlinders en van vissen. Iedereen vindt hem aardig. Maar niet in september 1979, uitgerekend in dat eerste ‘Europese’ Ryder Cup-jaar. Wat Ken Brown en zijn landgenoot Mark James bezielden vanaf het moment dat zij Heathrow betraden voor de heenvlucht? Het zal altijd een raadsel blijven.

Een paar jaar geleden werd Brown door een Schotse krant geïnterviewd: If you’re not a golfer some of the offences might seem trivial but, in this sport, rules are rules. The most significant contravention arose out of the 1979 Ryder Cup at the Greenbrier when along with Mark James he was accused of missing team meetings and expressing some ambivalence about wearing the official jackets. Brown was fined £1,000 and banned from international golf for a year, the first time the PGA had taken such action.

Brown says there were “dozens and dozens” of such incidents. Most were “fairly schoolboyish”. He “can’t remember” the specifics of many of them although of the one in West Virginia he admits: “That wasn’t the greatest moment of my career.” He’s got his arms folded now and he looks tense.

De aimabele Brown had 36 jaar later geen zin om er nog over te praten. Dat hij niet meer wist wat er in die week van september 1979 was gebeurd, is onwaarschijnlijk. De Britse media bleven er immers maar over berichten.

Brown en James stapten in vrijetijdskleding het vliegtuig in alsof het een schoolreisje was. ‘They arrived like tramps’, zei captain John Jacobs later. Hij voegde eraan toe dat Peter Alliss vond dat Jacobs de twee meteen naar huis had moeten sturen.

Het vooruitzicht van het debuut van de toen 22-jarige Severiano Ballesteros hield iedereen bezig. Zeker de Amerikanen. Maar captain Jacob was voortdurend bezig met brandjes blussen.

Mark James weigerde zijn kamer uit te komen en had ook geen zin om naar de openingsceremonie te gaan. Hij kwam pas toen Brian Barnes ‒ ook geen lieverdje ‒ zijn kamerdeur had open geramd (…) en hem naar verluidt dreigde met hel en verdoemenis als hij het zou wagen om niet te gaan. Tijdens de openingsceremonie zaten Brown en James alleen maar met elkaar te praten, ook toen de vlaggen werden gehesen en de volksliederen werden gespeeld.

Op dag 1 zei James dat hij zich in de fourballs had geblesseerd en niet meer kon spelen. Brown reageerde teleurgesteld en sprak ’s middags tijdens de foursomes geen woord met zijn partner De Smyth. En zo ging het maar door. Omdat Ballesteros ook nog eens vier van zijn vijf matches verloor en Amerika met 17-11 won, was iedereen van het Europese team blij dat de terugreis kon worden aanvaard.

Maar Mark James had nog een slotact in petto: op het vliegveld van Washington D.C. gooide hij al zijn teamkleding in een vuilnisbak en zei zonder enige schaamte: ‘Zo, dat is dat.’ Hij verliet het vliegveld en vloog niet mee terug met zijn team.

'Jouw probleem'

Dit soort puberaal wangedrag heeft voor zover we weten nooit meer plaatsgevonden. Maar tal van matches werden gekenmerkt door controverses en spanningen.

Die van 1981 op Walton Heath was er al meteen zo een: de Britse PGA had slaande ruzie met Seve. Die speelde dat jaar veel in de VS ‒ maar ook in Europa ‒ en vond dat hij net als de Amerikaanse spelers die af en toe overkwamen recht had op startgeld. De PGA ‒ niet de European Tour dus ‒ liet Ballesteros uit het team en selecteerde Peter Oosterhuis, die in ’81 geen enkel toernooi in Europa had gespeeld. In de baan was het overigens business as usual: Amerika won met 18,5-9,5 van een Europees team waarin Bernhard Langer debuteerde en Mark James vrolijk in de kring werd opgenomen door captain Jacobs.

In oktober 1983 was er eindelijk iets te bespeuren van Europees voordeel. De nieuwe captain, Tony Jacklin, wilde de taak wel op zich nemen, maar dan wel op zijn voorwaarden én met Seve in het team. 'Dat Colin Snape, de secretaris van de PGA, en de topman van de Europese Tour, Ken Schofield, in mei ’83 tijdens een toernooi in Leeds uitgerekend mij vroegen om captain te worden, verbaasde me. Mijn eerste reactie was om ze te zeggen dat ze het konden bekijken', erkende Jacklin later. Dat deed hij niet. Jacklin vroeg bedenktijd ‒ het was nog maar vier maanden voor de match in Florida ‒ en kwam vervolgens met een waslijst aan voorwaarden. ‘Ik had je al gezegd dat er tot dan toe niets mogelijk was voor ons team en dat voor de Amerikanen alles tot in de puntjes was geregeld’, zei Jacklin tegen Golfers Magazine. ‘Ik wilde dat de reis naar Florida per Concorde was. Dat alles first class zou zijn, ook de kleding en de maaltijden, en dat er een teamroom kwam waarin officials en journalisten niet welkom waren. Men ging met al mijn eisen akkoord. Ik kreeg carte blanche. Ik vroeg nog wel hoe de zaken rond Seve lagen. Het antwoord was simpel: “He’s your problem now.”’

Jacklin liet Ballesteros eerst uitrazen over alles wat hem dwarszat. De Spanjaard had vertrouwen in de nieuwe captain en kwam aan boord.

Met een beetje geluk had Europa de match op PGA National in Miami kunnen winnen. Het werd 14,5-13,5 voor het door Jack Nicklaus aangevoerde team. Twee jaar later was er op The Belfry de eerste Europese zege in 28 jaar (16,5-11,5), in 1987 gevolgd door de allereerste uitzege op Muirfield Village, uitgerekend de baan van de Amerikaanse captain en de beste golfer van de 21ste eeuw, Jack Nicklaus. Europa had zijn Gouden Generatie: bijna allemaal spelers die rond 1957 waren geboren: Nick Faldo, Bernhard Langer, Ian Woosnam, Sandy Lyle en Severiano Ballesteros.

In 1989 werd het op The Belfry een gelijkspel (14-14). Drie keer niet verloren van de gevreesde Amerikanen. De Europeanen hadden geen zin meer om elkaar binnenskamers de tent uit te vechten.

Ook met de nieuwe generaties – Colin Montgomerie, José María Olazábal, Lee Westwood, Ian Poulter, Sergio García, Henrik Stenson, Justin Rose – domineerden de Europanen. Europa won tien van de laatste vijftien ontmoetingen. ‘Amerikanen begrijpen pas dat iets belangrijk is als ze het niet meer in bezit hebben’, zei Lee Trevino. De winnaar van zes Majors ‒ net zoveel als Nick Faldo en Phil Mickelson ‒ sloeg de spijker op zijn kop.

De enige Europese interne controverse was in 1997, toen captain Severiano Ballesteros voor de match op Valderrama geen enkele behoefte had om de geplaatste Miguel Ángel Martín in zijn team op te nemen. Martín was lang geblesseerd geweest en moest van Seve een fitheidstest afleggen. Daar had zijn landgenoot geen zin in, maar op de een of andere manier slaagde Ballesteros er met steun van de PGA Tour in om Martín te bewegen zich terug te trekken. Seve sprak mooie woorden (‘Miguel Ángel is eigenlijk gewoon lid van het team’), maar hij had nu zijn handen vrij om zijn grote vriend José María Olazábal een wildcard te geven. Over Martín werd tijdens en na de met 15-13 gewonnen match aan de Costa del Sol niets meer gezegd.

.

Het hele verhaal van Jan Kees van der Velden lezen? Dat kan in Golfers Magazine 7 die nu in de winkel ligt of online te koop is.

Tour
  • Adobe Stock