Mallorca is een van de Balearen, het grootste eiland zelfs van deze eilandengroep in de Middellandse Zee. Het ligt geografisch gezien ter hoogte van Valencia en heeft alles wat je wilt als toerist. Er is kunst en cultuur, geschiedenis die teruggaat tot 4000 voor Christus en achtereenvolgens sporen achterliet van Feniciërs, Moren en Romeinen. De stranden zijn prachtig, eten en drinken doe je laat, goed en langzaam, en je kunt er zeven dagen in de week de bloemetjes buiten zetten tot de zon weer opkomt. Dat kan dan ook nog eens nagenoeg het hele jaar rond: de zon schijnt er gemiddeld 320 dagen per jaar. Drie-honderd- en-twintig! De koning van Spanje gaat er graag op vakantie, Rafael Nadal komt er vandaan, en het heuvelachtige eiland is een paradijs voor wielrenners, wandelaars, hardlopers en triatleten. En golfers natuurlijk.
Hoe verder je van de hoofdstad Palma en het vliegveld wegrijdt, hoe meer je van het lokale gezicht van Mallorca te zien krijgt. Wegzoevend richting het oosten zie je steeds minder hoogbouw, minder reclame en billboards, en steeds meer amandelbomen, olijfgaarden en lanterfantende schapen. Kronkelende kleine weggetjes met stenen muurtjes doen een beetje aan Engeland of Schotland denken, en voor je het weet schakel je je auto en jezelf een versnelling terug. Het is immers vakantie en je bent in Spanje. Je bent het aan jezelf verplicht om er een ander tempo op na te houden.
Allemaal anders
Op drie kwartier cruisen van het vliegveld, op de weg van Manacor naar Artà, ligt Carrossa, een pracht van een herenhuis. Het is maar liefst 380 jaar oud, en de meest beroemde bewoonster was aristocrate Donna Christiana, verre familie van het Spaanse koningshuis. Het huis, de stallen en de bijgebouwen staan op een heuvel met een indrukwekkend uitzicht dat strekt van de bergen van de Levant tot aan de Middellandse Zee. In de jaren tachtig werden het huis en de bijgebouwen respectvol omgebouwd tot hotel, vorig jaar is alles opnieuw verbouwd en nu is het een vijfsterrenresort. Het is goed gedaan; het hele complex ademt historie, rust en klasse. Twee restaurants, een spa, een sportschool, een binnen- en een buitenzwembad met tuinen om in te verdwalen en die elk seizoen naar andere lokale bloemen ruiken: als je voor je rust komt, hoef je hier nooit meer weg.
Het landschap van het eiland is divers, en dat geldt ook voor de golfbanen. Als je wilt, sta je de ene dag in de bergen, de volgende dag in een park, en de derde dag op iets wat op een linksbaan lijkt. Ander gras, ander terrein, andere strategie: laat maar zien dat je ermee uit de voeten kunt. Wat dat betreft is het een goed idee om elke dag op tijd aan te komen. Sla even een paar oefenballen uit de rough en de bunkers, kijk hoe je ballen reageren en rollen op de green. Kikuyu, agrostis of bent grass: het groeit hier allemaal, en het speelt allemaal anders.
Vijver vol ballen
De hoogteverschillen zijn niet groot, en twee vijvers en een klein riviertje maken het interessant. Er staan weinig bomen op de baan, maar de bomen die er staan, nemen precies de goede plek in. Op hole drie staat bijvoorbeeld maar één boom, maar die blokkeert de route naar de green vanaf de hele rechterkant van de fairway. Op hole zes nog zo eentje, die op vijftig meter van de green heerlijk in de weg staat. Hole zestien is de signature hole. Hij kruipt in de vorm van een boemerang van rechts naar links met water aan de hele linkerkant, is 360 meter lang, en vooral de slag naar de green moet goed zijn. Dat vijvertje moet vol met ballen liggen.
Het is al dat wikken en wegen dat Pula Golf zo leuk maakt. Het stelt je de hele tijd voor vragen: durf je in tweeën of drieën naar de green, kun je over het water of langs de bunker? Pula is een puzzel die je de hele tijd bezighoudt. De baan heeft net als het clubhuis wel een beetje liefde en aandacht nodig. Maar het is de perfecte baan voor een rondje vakantiegolf.
Natuurlijke schoonheid
Alcanada Golf is de uitgewerkte droom van Hans-Peter Porsche, de kleinzoon van Ferdinand, oprichter van het grote automerk. Hans-Peter woonde al op Mallorca, maar hij miste een baan van wereldklasse. Hij liet zijn oog vallen op een fantastisch stuk land bij de baai van Alcúdia, tegenover het eilandje Alcanada, met haar prachtige negentiende-eeuwse vuurtoren. Hij kocht het land in het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw, vastbesloten om er zijn droombaan aan te leggen, al duurde het tot het begin van deze eeuw voordat hij daar een vergunning voor kreeg. Het was een goed idee. Een vallei, een glooiend stuk land en een pracht van een uitzicht op de Middellandse Zee: daar kun je wel een golfbaan van maken. Hans-Peter nam de grote Robert Trent Jones jr. in de arm om iets moois te ontwerpen. Jones liet het natuurlijke landschap zoveel mogelijk intact: veel van de oorspronkelijke olijfbomen, eiken en parasoldennen staan er nog.
Alcanada is aangesloten bij de Geo Foundation, een organisatie die lijkt op Committed To Green. De baan wil graag een positieve bijdrage leveren aan mens en natuur, en dat ook laten zien. Er worden dan ook geen chemicaliën gebruikt op de greens, alles is natuurlijk en er zitten zonnepanelen op je buggy. Dat laatste – een buggy nemen – is het overwegen waard, want Alcanada is een stevige wandeling. Het is niet alleen een lange baan, er is ook geen meter vlak.
Twee holes springen eruit. De openingshole is meteen een kraker. Vanaf de tee ziet het er allemaal nog niet zo ingewikkeld uit, maar als je boven op de heuvel staat, kan het puzzelen beginnen. Een diagonaal stroompje met een volwassen boom vlak voor dat water en een ondiepe green daarachter. Tijdens de Challenge Tour Finals – ook de Europese Tour zag dat dit een uitstekende baan was – sloegen de pro’s hun ballen in twee slagen op de green. Voor de meeste amateurs zit er niks anders op dan een rekensom te maken naar je favoriete afstand.
Alcanada is prachtig en er staat werkelijk geen grasspriet verkeerd. De holes zijn interessant en afwisselend. Als je dan al een kanttekening moet plaatsen, dan is het dat je op de tee niet erg aan het denken wordt gezet: de driver is bijna altijd een goede keuze. De baan mist ook een goede slotreeks, en vooral een goede slothole. Maar te veel mopperen op Alcanada zou niet op zijn plaats zijn. Daarvoor is de natuurlijke schoonheid simpelweg te overweldigend.
Verrassend theatraal
Son Gual Golf ligt vlak bij Palma en de luchthaven, ideaal voor nog even een snel rondje voor je weer naar huis moet. De baan is eigendom van Adam Pamer, een Duitse ondernemer met een volle portemonnee en een grote liefde voor golf. Pamer zag in een stuk braakliggend landbouwgrond zijn kans. Hij kocht het voor een habbekrats, nam de Duitse architect Thomas Himmel in de arm, en bouwde zijn lang gekoesterde droom: een eigen golfbaan in de zon.
De nabijheid van de luchthaven merk je wel: de toestellen vliegen hier vaker dan af en toe pal over de baan. Toch went dat merkwaardig snel. De baan ligt op een glooiende helling, maar het terrein is niet grillig en Son Gual is wandelend uitstekend te doen. De hoogteverschillen zijn handig gebruikt om de holes een beetje te verstoppen, waardoor je elke hole pas echt ziet als die aan de beurt is. Leuk! De fairways zijn breed, de bunkers diep en er is overal water.
Het ontwerp van Son Gual is fantastisch: je verveelt je geen seconde. De holes komen in allerlei soorten, maten en vormen voorbij, en zijn redelijk recht voor hun raap. Je kunt de problemen vaak zien vanaf de tee, en je kunt bij de meeste doglegs een veilige en een aanvallende route kiezen. Vooral dat laatste geeft je het idee dat je je lot in eigen hand hebt. Ongetwijfeld een bewuste keuze. Son Gual rekent voor meer dan 90% op greenfeespelers, dus die moeten als het even kan allemaal tevreden naar huis.
(Dit artikel van de hand van Niels Paauw stond eerder in Golfers Magazine 1. Nog geen abonnee? Sluit hier een abonnement af en lees tien keer per jaar alle reisverhalen van de redactie.)
- Golfers Magazine