Over een andere boeg

Zo rond de jaarwisseling vragen velen zich af: moet ik blijven doen wat ik doe, of is het tijd voor iets anders? Waar de meeste mensen dan toch gewoon weer doorgaan ‒ met frisse moed of tegenzin ‒ voegen enkelen de daad bij het woord. Ook in de golfwereld. In Golfers Magazine vijf gesprekken met vroeggepensioneerden, ééntje lees je hier al.

nienke

'Mag ik nog eens dat lijstje met prijzengelden zien?', vraagt de inmiddels alweer vijftien jaar geleden gestopte Nienke Nijenhuis (44), terwijl ze het papiertje met de cijfers naar zich toe draait. Hoofdschuddend leest ze de door haar gewonnen bedragen voor. 'Tienduizend euro in 2001, negenduizend in 2002, vijftienduizend in 2003... Dit bedoelde ik dus toen ik zei dat ik elk dubbeltje moest omdraaien. Hier,' zegt ze, terwijl ze wijst naar 2005, 'mijn beste jaar. Vijftigste is toch niet slecht, maar ik verdiende er nauwelijks 26.000 euro mee, bij lange na niet genoeg om zelfs maar uit de kosten te komen. Bizar eigenlijk als je het zo ziet staan. En dan te bedenken dat mensen je soms ook nog vroegen of dat een beetje goed verdiende, dat profgolf. Nou...', lacht de van de Lochemse afkomstige speelster. 'Ik zat net in de tijd dat golfsters zichzelf een beetje sexy in de markt zetten, met kalenders en kleding waarmee ik op mijn homecourse echt niet aan hoefde te komen. Ik snapte heel goed dat die meiden andere inkomstenbronnen zochten. Al is het natuurlijk belachelijk dat dat nodig is om je budget rond te krijgen en vraag ik me af of we het anno 2022 nog passend zouden vinden.'

Het was niet dé reden om na zeven seizoenen te stoppen, maar geld heeft zeker een rol gespeeld. ‘Op een gegeven moment ben je het leuren met jezelf, met het voortdurend op elke euro letten, wel zat. Tel daarbij op dat de investeringen – keihard trainen en er veel voor laten ‒ voor mijn gevoel niet meer opwogen tegen de voldoening die ik eruit haalde en de ambities die ik had. Ik heb de eerste drie jaar nadat ik gestopt was geen club aangeraakt. Inmiddels wel weer, hoor, maar met de frequentie van een hobbygolfer', aldus de nog altijd van een lage single handicap spelende Eindhovense.

(Het interview gaat onder de foto verder)

Nienke Nijenhuis in 2007 in actie in het Finnair Masters tijdens, naar wat later bleek, haar laatste seizoen was. (Foto: Golfsupport)

Wil je ook de portretten van Michael Kraaij, Tim Sluiter, Marieke Nivard en Chrisje de Vries lezen? Ga dan nu naar de winkel om het extra dikke Golfers Magazine 10 aan te schaffen (ideaal als kerstcadeau) of bestel hem hier. Het volgende nummer van Golfers Magazine thuis ontvangen? Dan is dit de plek waar je moet zijn.

29 was Nijenhuis toen ze de clubs aan de wilgen hing. Na een loopbaan die haar niet had gebracht wat ze er als amateur van gehoopt en verwacht had.

'Toen ik in 1998 het British Ladies Amateur won, en daardoor mocht meedoen aan The Ladies Open op Woburn, wist ik dat ik professional wilde worden. Nadat ik mijn kaart veroverd had – achteraf een van de momenten die me het meest dierbaar is – begon ik ook best goed. Ik speelde vrijuit, had ruimte in mijn hoofd en zag geen belemmeringen. Alleen, met het verstrijken van de tijd verlies je die onbevangenheid en komt de twijfel. Na mijn afscheid zei ik dat ik kennelijk niet goed genoeg was, maar daar zou ik, met de kennis van nu, anders over oordelen. Het ging er niet om of ik wel of niet goed genoeg was, ik slaagde er niet in om dicht bij mezelf te blijven en keuzes te maken die mij in mijn ontwikkeling en resultaten verder gebracht zouden hebben. Daarnaast verzorgde ik mijn eigen management, waar ik veel van geleerd heb, maar de randvoorwaarden moet je als sporter niet allemaal zelf hoeven regelen. Jouw focus moet liggen op het sporten en op wat je moet doen om optimaal te presteren in de baan, in het zwembad, op de fiets of waar dan ook', slaat ze de brug naar de functie die ze inmiddels enkele jaren bekleedt.

'Nadat ik eind 2007 had besloten dat het genoeg was, heb ik geen moment in het beruchte 'zwarte gat' gezeten. Mijn zwarte gat was hooguit mijn laatste periode als speler. Toen was ik niet gelukkig. Maar daarna? Binnen een paar maanden had ik een leuke baan en dat is altijd zo gebleven. Sinds enkele jaren ben ik directeur Topsport en Innovatie bij BrabantSport. Wij zorgen er via ons TeamNL centrum voor dat olympische sporters en talenten in allerlei sportdisciplines in staat worden gesteld om hun sport optimaal te beoefenen. De randvoorwaarden moeten zo goed mogelijk zijn als je kans wilt maken om het te halen. En zelfs dan gaat het maar om een kans. Als je er niet keihard voor wilt werken, heb je aan die randvoorwaarden helemaal niets.'

World
  • Ronald Speijer