Zoveel stemmen, zoveel smaken

Het overlijden van Peter Alliss liet de golfwereld niet onberoerd. De Engelsman werd na zijn succesvolle loopbaan als speler, zo mogelijk nog succesvoller als commentator. Al ontkwam ook Alliss niet aan commentaar op zijn commentaar.

commentaar

Er is geen onderwerp – voor 2020 dan toch, dit jaar lijkt álles voer voor hevige discussies – waar de meningen meer over uiteenlopen dan over commentatoren van sportevenementen. Werp tijdens een willekeurig live uitgezonden voetbalwedstrijd maar eens een blik op Twitter... Jack van Gelder wordt nog altijd 'beschuldigd' van partijdigheid (een 'eer' die vrijwel elke commentator op enig moment ten deel valt, maar dat terzijde) en waar de een Sierd de Vos aan de hoogste boom op wil knopen, steekt de ander zijn enthousiasme voor de man geen moment onder stoelen of banken. Het commentaar van Maarten Ducrot bij de Tour de France? Snel naar de Belg. Mart Smeets op Ziggo bij de NBA? Waar is die knop om over te schakelen naar de originele feed?

Bij golf is het nauwelijks anders. Waar de een wegloopt met Daan Slooter of Gerard Louter, vindt de ander Jan Kees van der Velden of Inder van Weerelt uitgesproken de beste. Om over 'details' maar te zwijgen. Het accent van John Woof? De lach van Robert-Jan Derksen? Heerlijk, geweldig, genieten. Zucht, steun, mopper. Soms lijkt het of men meer bezig is met het becommentariëren van de commentatoren dan het kijken naar golf. Terwijl het zo simpel is. Niet het vak zelf, dat is vele malen lastiger dan de beste stuurlui kunnen bedenken, maar wel het waardeoordeel. Immers: zoveel stemmen, zoveel smaken. Het is maar net waar je van houdt. Waar de één vindt dat een commentator teveel zegt, vind de ander dat hij weinig toevoegt. Je kan om een zin geprezen worden vanwege je inhoudelijke kennis, terwijl een ander net die zin juist het ultieme teken vindt van juist je gebrek daaraan.

Zelfs Peter Alliss ontkwam niet aan stekelige commentaren. Zowel onder kijkers als onder vakbroeders waren er die het toestel op mute zetten als ze de oude rot hoorden. Toen ik op een persreis eens vertelde dat we ooit een interview met The Voice of Golf in Golfers Magazine hadden gehad en dat het misschien wel leuk zou zijn zoiets nog eens te herhalen, kreeg ik van zijn landgenoten slechts meewarige blikken en de vraag wáárom in hemelsnaam. 'Hij had al decennia geleden moeten stoppen', zei de een, waarna een collega over tafel riep dat hij überhaupt nooit had moeten beginnen. Natuurlijk hoorde Alliss dit ook, zowel de loftuitingen als de sneren, maar niet alleen ging hij door met waar hij zo van hield (zelfs afgelopen november was hij nog te horen bij de samenvattingen van The Masters op de BBC), net als elke commentator bleef hij zoveel mogelijk doof voor dergelijke opmerkingen. 'Ik heb mijn eigen stijl. Ik ben geen man van cijfertjes en ik krijg nog wel eens het verwijt dat ik de spelers niet goed genoeg ken. Maar dat is niet mijn rol, dat is voor de andere commentatoren. Ik ben de man van de observaties, van mensen, van een stukje geschiedenis. Ik neem de mensen mee op een tochtje als we samen golf kijken.'

Ver voor Ziggo Golf was de BBC lang de enige manier om golf te kijken en dat betekende hoe dan ook uren luisteren naar het typische geluid van Peter Alliss. Vooral bij The Open en The Masters zullen de herinneringen uit de jaren tachtig en negentig sterk gekleurd zijn door zijn gebabbel. Er zullen vast Nederlandse golffans zijn die geen liefhebber van hem waren – zoveel stemmen, zoveel smaken zei ik al eerder – maar zelfs die golfliefhebbers zullen moeten toegeven dat de net overleden Engelsman de titel 'The Voice of Golf' niet zomaar kreeg.

Peter Alliss overleed in het eerste weekend van december op 89-jarige leeftijd.

Columns
  • istock