Slimmer spelen, beter scoren dankzij Playing Caddie

Veel golfers oefenen vooral om hun techniek te verbeteren, maar vergeten een essentieel onderdeel van het spel: course management. Hoofdredacteur Martijn Paehlig onderwierp zijn eigen spel aan de kritische blik van de Playing Caddie en de Golfdokter.

puzzelen

Hoeveel jaar speel ik nu op mijn homecourse? Ruim twintig. Dus het aantal rondjes dat ik er speelde, is groot. En toch maak ik op de op papier moeilijkste hole van de baan pas sinds een paar maanden regelmatig een par. Niet omdat ik een betere golfer ben geworden, maar omdat iemand me nog niet zo lang geleden de suggestie deed om de hole anders te benaderen. Hoe dan? Nou, door de lastige par-4 (een dogleg naar links met een klein landingsgebied waar je, ook na een geweldige drive, vaak nauwelijks een slag naar de green hebt) niet langer als een latige par-4 te lijf te gaan maar als een relatief makkelijke par-5. 'Wedden dat je beter gaat scoren?', zei hij er ook nog bij.

En verdomd als het niet waar is. Juist door niet te proberen de green in twee slagen te halen, lukt het me meer en meer om par te maken, en zelden wordt het meer dan een bogey. Ik zet niet meer alles op alles om die incidenteel voorkomende perfecte drive te slaan, maar ben juist conservatief van de tee. Een hybride, een kort ijzer, een wedge en twee putts volstaan vaak om de punten binnen te brengen. Geregeld is zelfs één putt genoeg en staat er alsnog een par op de kaart. Zo simpel kan golf zijn als je niet je ego maar je koppie de regie geeft.

Dit voorbeeld lag op het puntje van mijn tong toen Joep Slagt het idee achter zijn initiatief 'Playing Caddy' uit de doeken deed. Hij zou met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid hebben geknikt, want prominent op zijn website staat het volgende te lezen: “Wij willen een betere speler van u maken door u bewuster te laten worden van uw eigen spel. Op basis van dit bewustzijn kunt u in de toekomst weloverwogen keuzes maken op de golfbaan.”

Heroshot

In 2020 startte de nu 26-jarige eigenaar/oprichter van Playing Caddy zijn onderneming na, zoals dat zo vaak gaat, er zelf achter te zijn gekomen dat het onderdeel course management voor de meeste spelers een ondergeschoven kindje is. 'En dat terwijl het spelers van ieder niveau winst oplevert als je met een plan de baan ingaat', zegt hij.

'Ik speelde al richting handicap 0 toen ik voor het eerst met een pro ging werken die ruim aandacht had voor course management', vertelt de speler van UGC ‘De Pan’. 'En al heel snel, zonder dat ik betere ballen sloeg, begon ik één à twee slagen per ronde te winnen. Als een lage handicapper door slimmer te spelen al zoveel wint per ronde, hoeveel slagen kan een golfer met een hogere handicap dan wel niet winnen door het maken van betere keuzes?'

Veel. Daar hebben we geen onderliggend cijfermateriaal als bewijs voor nodig. Neem je eigen spel als graadmeter. Of kijk – als je geen zin hebt de hand in eigen boezem te steken – eens om je heen op de baan. Hoe vaak zie je niet iemand zich klaarmaken om een bal te spelen waarvan je de uitkomst al weet? En hoe vaak ben jijzelf niet degene die zich klaarmaakt voor een wonderslag onder de laaghangende takken door, uit een slechte ligging over het water heen, naar een pal achter een diepe bunker gestoken vlag?

'Ik denk dat veel mensen zich in dergelijke situaties kunnen verplaatsen. En eigenlijk gebeuren er meerdere dingen op zo’n moment', legt Slagt uit. 'Het begint er al mee dat we onze capaciteiten dikwijls overschatten. Dat is op zich niet zo gek. Op tv zie je de beste spelers van de wereld met de ene na de andere creatieve oplossing komen. Dan denk je, ook al heb je handicap 20, al vlug dat dat flopshot ook voor jou de beste bal is. Terwijl, en dat zal iedereen beamen, je er vrij zeker van kunt zijn dat een lage rollende bal naar een veilig deel van de green een grotere kans op succes heeft.

‘Dat brengt me automatisch bij het volgende: het stapelen van fouten. Als een goede golfer een slechte bal slaat, is de kans dat hij daarna nóg een fout maakt klein. Enerzijds omdat hij een betere balcontrole heeft, anderzijds – en dat geldt misschien nog wel meer – omdat hij vanaf die slechte plek niet gaat voor een heroshot maar voor een bal waarvan hij weet dat hij niet erger dan een bogey gaat maken. Het maken van birdies is belangrijk voor een goede score, het voorkomen van dubbele bogeys is nóg belangrijker. Een scratch golfer wint achttien slagen ten opzichte van een speler met handicap 18 maar maakt gemiddeld nog geen twee birdies meer. Het verschil zit dus écht in het aantal (dubbele) bogeys.'

Afstandstabel

De oplossing voor deze veelgemaakte course management-fouten lijkt simpel: ze gewoon niet meer maken. En dat moet mogelijk zijn. Waar de techniek van de gemiddelde golfer niet altijd feilloos is, zouden onze hersenen keuzefouten eruit moeten kunnen filteren. 'Eens', zegt Joep. 'De technische capaciteiten van lage single handicappers en bogeygolfers verschillen, maar het maken van de juiste keuzes is voor iedereen haalbaar. Al moet je dan wel weten wat je capaciteiten zijn. Veel spelers weten niet hoe ver ze met welke club slaan. Of ze overschatten het schromelijk of slaan 'ongeveer zo ver'. Dat helpt niet bij het maken van keuzes. Ook moet je niet uitgaan van wat je maximaal kunt met een club, maar van het gemiddelde. Als jij één keer je ijzer-7 150 meter hebt geslagen, maar gemiddeld sla je 135 meter, dan moet je van dat laatste uitgaan. Logisch, zou je zeggen. Toch zie je in de praktijk dat spelers altijd denken die beste bal te kunnen slaan. Het verwachtingspatroon klopt dus niet, wat leidt tot verkeerde beslissingen en alle gevolgen van dien.'

Een van de onderdelen waar Playing Caddy dan ook mee helpt, is het verkrijgen van een goed en eerlijk beeld van de afstanden. 'Als ik met jou de baan inga voor een training, kan ik bij een slechte ligging wel zeggen: probeer die wonderbal en daarna een verstandige bal, om te kijken naar het verschil. Maar als die wonderbal toevallig goed gaat – dat kan natuurlijk altijd – dan weet je feitelijk nog niets. Nee, om echt te weten waar je op kunt rekenen, is het verstandig om een afstandstabel te maken voor al je clubs. Samen met mijn partner, de Golfdokter, laat ik spelers op een TrackMan en met hun eigen bal een aantal ballen slaan. Daarvan selecteren we de tien beste/acceptabele/normale en daar halen we vervolgens nog de beste en de slechtste vanaf voor we het gemiddelde bepalen. Dan heb je een vrij accurate inschatting van wat jouw afstanden zijn. Natuurlijk spelen er altijd variabelen als wind, temperatuur en rol mee. Maar als je de gemiddelde vlucht en rol van de bal weet, kun je veel beter en vooral ook met veel meer overtuiging clubs uit je tas pakken.’

Waar Playing Caddy als doel heeft spelers beter te maken door betere keuzes te maken, is een lagere score en handicap niet per se het doel. 'Voor golfers die veel wedstrijden spelen, fanatiek in de competitie zitten of die grote ambities hebben, is dat waarschijnlijk wel het voornaamste doel, maar voor bogeygolfers is meer plezier en minder frustratie wellicht belangrijker. Dat gezegd hebbende: tussen beide groepen zitten meer overeenkomsten dan verschillen. Als je je bijvoorbeeld aan je (niet te lange) routine houdt, sta je met meer vertrouwen boven de bal. Als je niet kiest voor die onmogelijke bal maar accepteert dat je misschien een slag gaat inleveren, heb je er vaak al een teruggewonnen. Bedenk wat er zou gebeuren als je tien keer die riskante bal en tien keer die veilige bal speelt. Welke van de twee opties zou dan de beste gemiddelde score opleveren?'

Eyeopener

Meten is weten, en het ontwikkelen van een routine geeft rust, maar uiteindelijk moet het in de baan gebeuren. Dat weet ook Slagt, die benadrukt dat hij geen PGA-pro is en ook niet met de swing van zijn klanten bezig is. 'Met de apparatuur kunnen we veel dingen in kaart brengen, maar het spelletje speel je buiten. Dáár ervaar je wat je doet. Het liefst ga ik mee de baan in op jouw homecourse. Daar speel je het vaakst en maak je waarschijnlijk geregeld dezelfde fouten. Maar dan zie ik ook wat je doet en kan ik je daarover bevragen. Het is opvallend dat veel golfers helemaal niet weten waarom ze een bepaalde slag gaan spelen, daar denken ze niet over na. Terwijl dat juist de bedoeling is van course management, dat je een plan hebt en dat probeert uit te voeren. Niet 'staan en slaan', zoals vaak gebeurt. De bewustwording dat er niet echt een idee is voor het spelen van een hole of slag, is vaak een enorme eyeopener.'

Alle goede voornemens ten spijt pakte ik tijdens mijn laatste ronde – na mijn bezoek aan de Playing Caddy – toch weer mijn driver op die moeilijke hole. Ik sloeg de bal op een onmogelijke plek in een hindernis, waardoor elke kans om voor de green te gaan verkeken was en ik niet anders kon dan een klein ijzer naar een veilige plek spelen. Dat het me vanaf daar lukte om de schade tot één slag te beperken was nu meer geluk dan wijsheid, terwijl het ook mijn gameplan had kunnen zijn. Moeten zijn misschien wel. Hopelijk trek ik ooit nog de conclusie dat de driver daar voor mij écht niet de goede club is. Ooit.

Lauren Holmey liet tijdens het Big Green Egg Open haar set eens nakijken door de dokter.

De Golfdokter

In het pand van Playing Caddy zit ook de Golfdokter. 'Toevallig is dat niet', erkent Joep van de Pasch, die net als zijn naamgenoot veel inspiratie haalt uit zijn eigen golfspel. 'Weten wat je moet doen in de baan en dat uit kunnen voeren met het juiste materiaal, zijn twee kanten van dezelfde medaille. We hoeven gelukkig steeds minder uit te leggen dat het je spel enorm ten goede komt als je materiaal past bij je spel. Het laten fitten van clubs is steeds meer gemeengoed. Net zoals Playing Caddy helpen wij golfers met een van de beheersbare factoren van het golfspel. Het optimaliseren van golfclubs is, wat ons betreft, de eenvoudigste weg naar constante en betere resultaten. Onze kernwaarde is dat wij dit doen op basis van iemands huidige golfset. Wij meten deze op objectieve wijze door en leggen dit vast in een golfdoktersrapport. Elk merk heeft zijn eigen standaarden, dat geldt onder andere voor de loft en lie van de clubs. Nieuw uit de fabriek zitten er al toleranties (foutmarges, red.) in sets. Daarnaast kunnen clubs veranderen door er intensief mee te spelen. Niet voor niets laten veel tourpro's hun sets gemiddeld elke twee tot vier weken controleren.

'Na optimalisatie van de clubs is een gapping-sessie, inclusief genoemde afstandstabel, vaak de volgende stap. Samen zoeken we uit waar eventuele gaten in je set zitten en of die met bijvoorbeeld een nieuwe wedge of andere set-up van je tas zijn aan te passen. Als je speelt met clubs die passen bij je lichaamsbouw en motoriek, dan verklein je de kans op blessures, leg je de basis voor betere slagen en vooral ook meer plezier.'

Nog geen abonnee van Golfers Magazine?

Dit artikel van de hand van Martijn Paehlig was eerder in uitgebreidere vorm te lezen in editie 8 van Golfers Magazine. Tien keer per jaar verschijnt een nieuwe editie van Golfers Magazine met daarin alles wat je over de golfsport wilt weten. Analyses zoals deze maar ook veel instructies, reisverhalen, interviews, columns en meer. Neem nu een abonnement en mis nooit meer een verhaal uit hét golftijdschrift van Nederland.

Reportage
  • Adobe Stock