Ruim 40 procent van het aantal slagen per ronde is een putt, wat verklaart waarom tourprofessionals bijna de helft van hun trainingstijd op de green doorbrengen. Natuurlijk is beuken met je driver, shapen met je ijzers of toveren met je wedges leuker, maar in spelvorm is ook op de green oefenen uitdagend. En je ziet het terug in de scores.
Zijn de greens op de par-3-holes niet geweldig, ga dan naar de oefengreen. Je kunt de puttspelletjes zelf verzinnen. Speel '9 holes' in zo min mogelijk putts. Maak je putts steeds een halve meter langer en probeer een zo lang mogelijke serie neer te zetten. Probeer lange putts voorbij de hole te krijgen, maar niet verder dan een putterlengte. Leg tien ballen op één tot anderhalve meter rond de hole en probeer ze allemaal te maken. Wissel regelmatig af tussen lange en korte putts, speel steeds van een andere plek en ga door je hele routine. Hou je scores bij en probeer ze de volgende keer te verbeteren.
- Ronald Speijer