Crazy Golf, helemaal zo gek nog niet

Bijna iedere golfer kent het wel uit zijn jeugd of de zomervakantie: minigolf. Een sport of spel met een wat suffig imago, maar er zijn ook avontuurlijkere varianten. En er worden zelfs wereldkampioenschappen gehouden. Golfers Magazine dook in de wereld van crazy golf.

minigolf

Zomaar een scène uit het leven van een golfer: een zacht zonnetje schijnt over het vers gemaaide gras. De achttien holes liggen er prachtig bij. Ze lijken zelfs speciaal voor jou gemaakt deze dag. Een heerlijk ontspannen middag ligt voor je. Je pakt de driver voor een eerste goede tik, slaat en de bal zweeft honderd, tweehonderd meter door de lucht. De eerste etappe naar de in de verte liggende hole.

Het kan ook anders: de ontspanning en het plezier hoeven niet altijd bij de greens en de vergezichten te worden gehaald. Je kunt ook de miniversie spelen: minigolf of crazy golf. Eveneens achttien holes, maar dan in het klein. Geen lange wandelingen of ritjes met een buggy, maar korte banen met obstakels en de keuze van de ballen die belangrijker is dan de keuze van de golfclub.

De meeste golfers kennen het vast uit hun jeugd: op vakantie met ouders of opa en oma lekker een middagje minigolfen (of andersom: je neemt je kinderen/kleinkinderen op eenzelfde vakantie mee naar de mini-/midgetgolfbaan). Zo’n baan is nooit ver weg, bij de meeste vakantieparken lonkt hij al bij aankomst of als je net je koffers in het vakantiehuisje hebt gezet. De meesten van ons laten het bij dat uurtje op het vakantiepark en koesteren de herinneringen. Sommigen worden wereldkampioen.

Obsessie

De Engelsman Marc Chapman werd vorig jaar voor de derde keer wereldkampioen crazy golf, de Britse variant van minigolf, die min of meer volgens dezelfde regels wordt gespeeld. Chapman kent bovenstaand voorbeeld maar al te goed, want in Groot-Brittannië behoort minigolf tot een onmiskenbare vakantietraditie, meer nog dan in Nederland. 'Het hoort bij de cultuur van de typische Engelse kustplaatsen, de seaside resorts', zegt de 35-jarige Chapman uit Canterbury. 'Naar de boulevard, een ijsje halen en minigolf spelen.'

Toch werd Chapman pas op latere leeftijd echt gepakt door minigolf. 'Ik speelde eerst gewoon golf, maar ik had geen tijd om elke week te spelen. In de krant las ik over een wereldkampioenschap crazy golf, dat elk jaar in Hastings werd gehouden, en ik ontdekte dat er best wat mensen waren die toernooien voor de lol speelden. Vervolgens vond ik het zó leuk en bedacht ik dat ik meer toernooien kon gaan spelen. Toen ik ging winnen en een beetje prijzengeld pakte, werd het een beetje een obsessie. Het ging van kleine toernooien naar grotere toernooien, en kijk waar we nu staan…'

Nu staan we bij zijn derde wereldtitel, op de baan in Hastings, dat een waar minigolfparadijs blijkt te zijn. Het WK wordt er elk jaar gespeeld, op een avontuurlijke baan met draaiende wind- en watermolens als obstakels. Dat avontuurlijke belichaamt tevens het verschil tussen minigolf en crazy golf. 'Het onderscheid is niet groot, maar zorgt er wel voor dat er een disconnectie ontstaat tussen minigolf en het Britse idee van crazy golf', aldus Chapman, die de internationale minigolfbond helpt om de twee soorten op elkaar af te stemmen en de sport meer internationaal aanzien te geven. 'In bijvoorbeeld Duitsland, Oostenrijk en Zweden (en ook Nederland, zie kader) wordt gespeeld op gestandaardiseerde banen, die gemaakt zijn van beton, speciaal kunstgras of vilt. Waar je ook speelt, het zijn altijd dezelfde banen, dezelfde holes. Het doel is eigenlijk om de bal in één slag te putten, alle banen zijn ontworpen op een hole-in-one. Die banen bestaan niet in Groot-Brittannië. Elke baan is hier anders, het is avontuurlijker en meer gericht op familie-uitjes.'

IJsemmer

Het heeft tot gevolg dat wereldkampioen Chapman geen goede prestaties neerzet bij toernooien in Europa. 'We spelen bij zulke toernooien op banen die wij niet gewend zijn en belangrijker nog: die de Europeanen wél gewend zijn. De Amerikaanse spelers hebben hetzelfde probleem. Dat zijn echt goede minigolfers. Goede putters, mentaal ijzersterk, maar ze hebben niet de ervaring op dit soort banen. Een paar jaar terug speelden we op een WK in China. Daar bleek dat ze de Europese banen hadden geïmporteerd, hahaha… Niet erg in ons voordeel.'

Er is nog een verschil. Bij golf is het uiteraard van belang om, al dan niet geholpen door je caddie, de juiste club te kiezen. De juiste keuze levert je vaak net dat ene, mogelijk beslissende voordeel op. Voor de minigolfer zit het ’m in de ballenkeuze. De ballen zijn de clubs van de minigolfer. Chapman: 'Wij spelen met verschillende ballen, ja. Niet op de World Crazy Golf Championships, daar speelt iedereen met één bal, maar op andere toernooien is het type bal waarmee je speelt belangrijk.'

Op elke hole mag je een andere bal gebruiken, maar tijdens een hole mag je niet wisselen. Het zorgt voor verschillende tactieken bij spelers. 'Ballen verschillen in gewicht, maat, hardheid', legt de wereldkampioen uit. 'Het belangrijkste is hoe hoog en hard een bal stuitert. Als ik een bal gebruik die hard stuitert, kan ik via de wanden van de baan spelen en wordt het zelfs een beetje als snooker of pool.'

Elke speler is verschillend en dus houdt elke speler van verschillende slagen. Als je het spel echt onder controle wilt krijgen, is de juiste balselectie van belang en dat zorgt volgens Chapman voor veel informatie. 'Je moet echt weten hoe een bepaalde bal reageert op een slag of een aanraking van een rand. Als de temperatuur bijvoorbeeld stijgt, kan de bal meer gaan stuiteren. Sommige spelers houden de bal dan even in een ijsemmer. Je moet elke bal zo prepareren dat-ie precies gaat doen wat je wilt dat-ie gaat doen.'

Olympisch

Het doorgronden van de ballen is iets voor ervaren spelers. 'Als je begint met minigolf, hoef je hier helemaal niet over na te denken. Maar als je verder wilt komen, is het wel degelijk belangrijk', aldus Chapman. Overigens verdient hij zijn geld met een andere sport: hij is professioneel schermcoach. 'Ik heb zelf op behoorlijk niveau geschermd en heb in die sport ook een ander aspect geleerd, dat belangrijk is om een goede crazy golfer te zijn: mentaliteit. Iedereen kan een balletje slaan op een minigolfbaan, maar het gaat erom om elke bal op elke hole in elk toernooi goed te slaan. Daar moet je mentaal sterk voor zijn. Het is een groot voordeel als je dat in je hebt.'

Groot en bekend als grote-mensen-sport is minigolf niet, maar wat niet is kan nog komen. De beoefenaars zijn serieus en zien mogelijkheden om de sport uit te breiden. 'Maar dan moeten we zorgen dat we een internationale uitstraling krijgen', zegt Chapman. 'Golf is op wereldschaal nog altijd een elitesport. Misschien niet meer in Europa, maar wel in Azië en Afrika. Onze sport moeten we in die landen zien te krijgen, een internationale uitstraling geven. Door bijvoorbeeld te laten zien dat minigolf geen elitesport is. Je kunt het overal spelen: in het winkelcentrum, op straat, zelfs thuis in lockdown. Dat moeten we promoten. Een ander pluspunt is de diversiteit van onze sport: man, vrouw, jong, oud, minder valide mensen, iedereen kan het spelen. Niet dat wij direct een olympische sport moeten worden, maar dit zijn wel zaken die bij de olympische waarden passen en ons in ieder geval aan tafel kunnen brengen.'

Adventure Golf in Nederland

Minigolf heeft in Nederland een nieuw familielid: Adventure Golf. Een tak van minigolf die – logisch, gezien de naam – als avontuurlijker wordt gezien. Dat heeft vooral te maken met de verscheidenheid aan banen. Bij minigolf wordt altijd en overal op dezelfde banen gespeeld. Er zijn achttien holes, die uit ongeveer dertig gestandaardiseerde banen moeten worden gekozen. Alle achttien moeten ze voldoen aan internationale eisen. Bij Adventure Golf kan elke vereniging of locatie zijn eigen banen ontwerpen en ontwikkelen, net als bij het Britse crazy golf dus.

In Bussloo, zo’n vijftien kilometer ten oosten van Apeldoorn, ligt op het activiteitencentrum Pitch & Putt een Adventure Golfbaan: Minigolf USA. Hij is gebaseerd op de banen voor familie-uitjes en bedrijfsfeesten, die in de Verenigde Staten veel te vinden zijn. Sietse van Amersfoort, pr-functionaris van de minigolfbond en voormalig Nederlands kampioen minigolf, is er samen met de eigenaar van het park mee begonnen. 'Het is fantasierijk, het is buiten en het is in opkomst. Ik ben ervan overtuigd dat het een succesformule wordt', zegt hij.

De twee vormen kunnen naast elkaar bestaan, maar Van Amersfoort ziet al dat Adventure Golf mogelijkheden biedt. 'Minigolf heeft blijkbaar een beetje een stoffig imago, dat heeft Adventure Golf niet. En deze nieuwe vorm is echt wezenlijk anders. Een hole bij het minigolf is altijd ontworpen om in één keer te kunnen holen, dat is bij Adventure Golf niet het geval. Op sommige holes is dat zelfs onmogelijk, waardoor het ook tactisch een ander spel wordt.'

De hoop is dat door Adventure Golf de terugval van leden van de Nederlandse Minigolfbond wordt tegengegaan. 'In goede jaren hadden we zo’n 1.300 leden, dat zijn er nu 420. De weinige toppers die er zijn, spelen competitie in Duitsland, in de Bundesliga, omdat wij de middelen niet hebben om een behoorlijke competitie op te zetten', aldus Van Amersfoort. 'Ik hoop dat Adventure Golf ervoor zorgt dat het weer wat populairder wordt.'


(Dit artikel van Walter Tempelman stond eerder in Golfers Magazine)

Clubs & amateurs
  • Adobe Stock