Jan Dorrestein was de eerste Nederlandse golfer die fulltime op de kersverse Europese Tour speelde. Hij won daarnaast tal van nationale titels en was ook in het buitenland succesvol.
Terecht dat hij in 1999 werd opgenomen in het boek De Top 500, de beste Nederlandse sporters van de eeuw.
Bovenal was Jan Dorrestein een aimabel mens met een sterke, goed onderbouwde eigen mening en een uitstekende golfcoach. Het aantal golfers dat hij op de Rosendaelsche en elders beter heeft leren spelen - en vooral plezier in de sport heeft gegeven - is niet te tellen.
‘Jan heeft de afgelopen weken ontzettend hard gestreden’, laten zijn familie en de Rosendaelsche weten, ‘maar helaas zijn laatste wedstrijd verloren. Jan Dorrestein, een legende, voorbeeld en inspiratie voor menig golfer en mens in Nederland. Zijn hele leven lang was Jan verbonden aan de Rosendaelsche Golfclub waar hij opgroeide onder de vleugels van zijn vader en uitgroeide tot Nederlands beste golfer.
Tot op de dag van vandaag heeft Jan nog steeds het beste resultaat ooit in een major. Daar was hij enorm trots op en wij op hem.
Enorm dankbaar zijn we hem voor alles wat hij ons heeft meegegeven en heeft laten beleven.’
Johannes Gerardus Maria Dorrestein werd op 8 september 1945 geboren. Zijn vader Gerrit was decennialang de pro van de Rosendaelsche. Net als zijn broers Wim en Cees werd Jan al op jonge leeftijd door golf gefascineerd.
Maar spelen op de bosbaan bij Arnhem mocht niet. De drie deden het toch - met één stok. ‘In het bos’, zei Jan Dorrestein ooit. ‘We moesten wel zorgen dat we uit het zicht van de leden bleven.’
Veel later schreef hij op zijn eigen website ook over zijn jeugd: ‘Mijn leven is begonnen op de Rosendaelsche golfclub. Mijn vader was daar professional, mijn moeder had de verantwoording voor de catering, De club kende toen ongeveer honderd leden en had negen holes.’
‘De rangen en standen waren destijds nog erg verdeeld, wij (mijn broers en ik) mochten niet op de baan komen. Achter de schuur, tussen de bomen hebben wij leren golfen, met een afgezaagde stok moesten wij ons redden’
‘Dit is nog dagelijks mijn redding op de baan, de mogelijkheid om zoveel slagen te kunnen hanteren met één stok.’
Als coach van Oranje, eind jaren tachtig, liet hij spelers als Rolf Muntz op de Rosendaelsche ook rondjes spelen met alleen een ijzer-4.
Na zijn diensttijd in Den Helder ging Jan Dorrestein voor de AKU werken, de Algemene Kunstzijde Unie, voorloper van wat nu AKZO Nobel heet. Dat werd geen succes. ‘Als ik het geluk had een boodschap te moeten doen, bleef ik uren weg’, zei hij vele jaren later tegen GOLFjournaal. ‘Ik wist al snel dat ik golfprofessional moest worden.’
Dorrestein had het geluk dat hij op het juiste moment de juiste mensen tegenkwam. ‘Ik ben mijn profloopbaan begonnen als assistent van Tony Littlechild op de Haagsche’, vertelde hij niet lang geleden in Golfer Magazine. ‘En hij had al snel in de gaten dat ik goed genoeg was om tourpro te worden.’
Enkele leden van de Haagsche legden het geld op tafel om deelname aan een aantal buitenlandse wedstrijden te bekostigen. ‘Kon ik onder andere het Open van Kenia spelen’, zegt hij. ‘En dat won ik in 1970. Drie jaar later overigens nog een keer.’
Van Calcar Assurantiën had vervolgens de primeur om de eerste sponsor van een Nederlandse golfer te worden. ‘Vier jaar heeft dit bedrijf mij gesteund’, zei Dorrestein. ‘Ik stond jaarlijks voor twintigduizend gulden op de loonlijst en ik kreeg hetzelfde bedrag als sponsorbijdrage.’
Toen in 1972 het eerste officiële seizoen van de Europese Tour werd gespeeld, was Jan Dorrestein van de partij.
Hij heeft niet lang op de Tour kunnen spelen. ‘Ik was vader geworden’, zei hij in 1999 in een interview voor De Top 500. ‘En ik wilde niet lang van huis.’
Tegen een verslaggever van Golfers Magazine zei hij jaren later dat er nog een andere reden was: ‘De yips’. En als je die hebt, dan kun je op het hoogste niveau niet zo veel meer. Bij mij vormden vooral de korte putts het probleem. Het vreemde was dat er weken waren dat het redelijk goed ging, maar ineens had je er weer last van. Spijt? Het was niet anders en dus ben ik op de Rosendaelsche bij mijn vader gaan werken.’
Daar is Dorrestein tot zijn pensionering in dienst van de club gebleven. Maar ook daarna was hij vaak op de fraaie oefenaccommodatie te vinden om vooral oudere leden nog les te geven.
Zijn finest hour als speler beleefde hij in juli 1972 tijdens het The Open Championship op het Schotse Muirfield, waarschijnlijk de beste baan waar het kampioenschap wordt gespeeld.
Dorrestein werd in dat Open, met alle grote Amerikaanse en Europese spelers in het veld, vijftiende - met scores van 74-71-72-72=289. Hij deelde die positie met onder anderen met de linkshandige Nieuw-Zeelander Bob Charles, die het Open in 1963 had gewonnen en met Johnny Miller. De Amerikaan won het oudste kampioenschap van de golfwereld in 1976.
Die vijftiende plaats is nog steeds de beste klassering van een Nederlandse mannelijke golfer in een Major.
Dat Jan Dorrestein goed was, blijkt wel uit het feit dat hij in 1974 twee keer voor het continentale team werd geselecteerd. Eerst in de Hennessy Golf Cup op het Spaanse Sotogrande tegen de Brits-Ierse formatie. Later dat jaar stond de Double Diamond op Gleneagles op het programma, met teams uit Engeland, Schotland, Wales, Ierland, het vasteland en de ‘rest van de wereld’.
Zijn beste prestatie in het Dutch Open? In 1982 eindigde hij op ‘de Pan’ als achtste.
In eigen land won hij - natuurlijk - de twee grote nationale kampioenschappen.
Het Nationaal Open schreef Jan Dorrestein in 1970, 1976, 1976, 1977, 1983 en 1984 op zijn naam.
In het Profkampioenschap behaalde hij in 1970, 1971 en 1983 de titel.
In 2006 was de oude meester Dorrestein op Geijsteren - zestig jaar jong - verrassend de beste in het Nationaal Open Matchplay. In de finale klopte hij Ruben Wechgelaer.
- Golfers Magazine