Ode aan Rory

Afgelopen maandag stond Rory McIlroy weer bovenaan de wereldranglijst. 'Toevallig' schreef Rob Hoogland zijn laatste bijdrage over de Noord-Ierse ster. Toevallig? Nee hoor, iedereen zag het al jaren aankomen.

Het is zijn swing, die ik de mooiste van allemaal vind. Zo soepel, zo krachtig. Het is zijn (Noord-)Ierse bloed - alles wat van The Land of Saints and Scholars komt heeft bij mij een streepje voor. Maar het is ook zijn persoonlijkheid. Ik heb het over Rory McIlroy, die in augustus voor de derde keer (!) het Tour Championship won, waarmee hij een recordbedrag van achttien miljoen dollar binnensleepte.

De Yanks lachten enigszins schamper toen de inmiddels alweer 33-jarige McIlroy, nadat hij in de laatste ronde een achterstand van zes slagen op ’s werelds nummer 1 Scottie Scheffler had goedgemaakt, het volgende antwoord verstrekte op de vraag hoe het komt dat hij op de zondag van een toernooi regelmatig concurrenten inhaalt: ‘Omdat ik degene ben die het minst om het geld geeft.’

Tamelijk on-Amerikaans, deze attitude. En een kleine schimpscheut in de richting van de collega-topgolfers die wél voor concurrent LIV kozen, de met honderden miljoenen zwaaiende Saoedische patjepeeërsclub die de professionele golfwereld momenteel zo verscheurt. En laat ik eerlijk zijn: het ligt ook voor de hand om over zo’n uitspraak te meesmuilen. Wie, zoals Rory, met het spelletje meer dan honderd miljoen dollar heeft verdiend, heeft inderdaad gemakkelijk praten. Alleen al met de achttien miljoen dollar die hij op East Lake won, kreeg hij drie keer zoveel op zijn bankrekening bijgeschreven als Jack Nicklaus, de grootste golfer uit de geschiedenis, in zijn hele carrière.
En toch geloof ik hem. Rory McIlroy is in de eerste plaats een liefhebber. Vooral daarom ging hij, net als Scottie Scheffler trouwens (en Tiger Woods, niet te vergeten), niet in op de wel heel lucratieve aanbiedingen van de LIV Tour met z’n malle playing formats.

Ook om die reden was het mooi dat de strijd om de FedExCup uiteindelijk tussen Rory en Scottie ging. Zij zijn de belangrijkste gezichten geworden van de traditionele Europese en Amerikaanse golforganisaties die zo door Greg Norman en consorten in het nauw zijn gedreven. Zij vormen hun boegbeelden nu een definitieve scheuring steeds nadrukkelijker dreigt: een aantal LIV-spelers heeft de USPGA al voor de rechter gesleept omdat zij de schorsing die zij na hun overstap kregen opgelegd illegaal vinden.

Dus zet ’m op, Rory.

Ik weet nog precies waar en wanneer ik voor het eerst van hem hoorde: in 2004 op het Rosapenna Golf Resort in Donegal, waar hij in de week voorafgaand aan mijn verblijf aldaar de toen nog maar pas geopende en razend moeilijke Sandy Hills Links in 74 slagen had bedwongen.

Bij windkracht 7 tot 8, welteverstaan.

Als 15-jarige jongen.

‘Hij wordt de beste’, zei de caddymaster.

Je kunt veel van de Ieren zeggen, maar niet dat ze geen verstand van golf hebben.

Columns
  • Golfsupport