Torenhoge scores

We zijn gewend aan lage scores. Liefst moeten ze nog lager. Onze helden zijn de golfvarianten van Superman, Superwoman, Batman en Spiderman. Maar soms gaat er toch iets mis, zo schreef Jan Kees van der Velden in 2017 voor Golfers Magazine. Dit is een bewerking en een actualisatie van dit verhaal.

Teleurstelling

Thomas Detry, de aimabele Belgische golfer, begon het Oostenrijks Open van half april als de hoogste gerankte speler van het 144 man tellende veld. Hij werd uiteindelijk 71ste - de nummer voorlaatst van de mannen die op de Diamond Country Club, gelegen in de laagvlakte van de Donau, de cut hadden gehaald.
In de laatste ronde maakte Detry een 10 op de par-4 veertiende en een 8 op de par-3 achttiende. Hij speelde de tweede negen in 49 slagen.
Dat de zondag slechts 155 meter korte achttiende wel heel wreed was, moest Maximillian Kieffer later ervaren. Hij sloeg drie ballen het water in, maakte ook een 8 en verloor de play-off van de koele Amerikaanse kikker John Catlin.
Maar toch weer terug naar Detry.
Hij had in vier dagen elke score van 1 tot en met 10 - op een 9 na. Ik denk niet dat dit soort reeksen worden bijgehouden, maar bizar is en blijft het.

‘Als je wint, dan heb je vrienden’, zong Doe Maar.
‘Victory has a thousand fathers; defeat is an orphan’, zei president John F. Kennedy na de mislukte invasie in de Cubaanse Bay of Pigs in 1961.
Golf is helaas een sport waarin nauwelijks plaats is voor fouten. Het slaan van een golfbal hoort dan ook tot de moeilijkste dingen in sport. Volgens een onderzoek van de Amerikaanse krant USA Today van een jaar of tien terug staat het slaan van een honkbal bovenaan, gevolgd door autoracen, polsstokhoogspringen en het slaan van rechte drive.
Maar er kan in golf nog veel verkeerd gaan, al oogt een verkeerd teeshot altijd wel spectaculair. Denk aan die arme jongen die in 2016 tijdens het KLM Open zijn Beat the Pro-afslag rechts over de tribune slicete. Zijn most infamous moment, versterkt door de lijn van de Protracer, ging via onder andere CNN de hele wereld over.

Golf is in feite de kortste lijn van A naar B. Simpel.
‘Golf is a simple game, but my no means easy’, waarschuwde de Amerikaanse coach Gary Wiren mij dertig jaar geleden tijdens de roemruchte Telegraaf-Dunhill dagen.
Er kan gewoon te veel misgaan. Vanaf de tee, vanaf de fairway, vanuit de rough, vanuit de bunker, naast de green en zeker op de green.
Kent u die beroemde sketch van de veel te vroeg overleden Robin Williams over golf?
'You put the hole hundreds of yards away.’
‘Like a bowling alley?’
‘No way! I put stuff in the way, like trees and bushes…. and a pool and a sandbox to grab your ball.’
En het ergste – of misschien wel het mooiste – is dat je geen tweede kans hebt. In tennis heb je een tweede service, kun je zelfs soms twee sets verliezen. En nog kun je zegevierend naar de kleedkamer gaan.
In golf is een slag een slag en aan het einde van de rit tel je alles op. Je zet je handtekening op je kaart en de score staat voor altijd vast.

Ene Clifton McDonald ondervond in 2017 dat elke slag telt. De inwoner van Medidian, Mississippi deed mee aan een van de vele local qualifiers voor het U.S. Open.
McDonald, die op Linkedin aangeeft een pro te zijn van de Northwood Country Club in zijn woonplaats, ging op de par-72 baan van Silverlakes in Glencou, Alabama uit in 68 slagen, het gevolg van een bogey, vier double bogeys, een triple bogey, een quadruple bogey, een zevenvoudige bogey en een negenvoudige bogey. Op zijn back nine deed Clifton het iets beter (59) voor een totaal van 127 slagen.

Meteen schoot me een andere naam te binnen: Maurice Flitcroft. Het leek wel of zijn reïncarnatie in het diepe zuiden van de VS had gespeeld.
Hij was zo beroemd, dat hij in 1985 al in de tweede editie van Golfers Magazine een artikel van twee pagina’s waard was. Later werd er zelfs een boek over hem geschreven: Phantom of the Open.
Flitcroft, die in 2007 op 77-jarige leeftijd overleed aan complicaties als gevolg van een longontsteking, was zoiets als skispringer Eddy The Eagle en schaatser Antonio Gomez: een fenomeen - omdat hij zo slecht was.
Hij was de luis in de pels van de R&A en zelfs toen Flitcroft het tijdelijke voor het eeuwige verruilde, wilde men in St Andrews niet eens echt reageren. De Royal and Ancient kwam niet verder dan dat Flitcroft ‘alleen in qualifiers had gespeeld’.
Nee, humor hadden ze en hebben ze niet bij de R&A.
Meerdere keren deed Maurice Flitcroft mee aan de kwalificaties voor The Open, te beginnen in 1976. Onder zijn eigen naam, maar later ook als pro uit Amerika (Gene Pacecki in 1978 en James Beau Jolley in 1990) en Zwitserland (Gerald Hoppy in 1983), omdat bij de R&A het hele secretariaat in rep en roer raakte als de naam Flitcroft viel.
‘Bij een aanstormende catastrofe mag zelfs het getinkel van de ijsblokjes in de gin-and-tonic niet de schijn van nervositeit verraden door een bevende hand van diegenen die het Brits Open leiden’, Golfers Magazine in 1985. ‘Er is echter één onzekere factor die de heren van de R&A tot paniek kan drijven. Fluister slechts het woord ‘Flitcroft’ en de gezichten vertonen plotseling een onweerstaanbare tic’.
De in 1929 geboren kraandrijver uit Barrow-in-Furness was honderd procent ‘working class’ en in zijn kringen werd niet gegolft. Maar de sport leek hem wel wat. Flitcroft bestelde een half setje bij een postorderbedrijf, leende uit de plaatselijke bibliotheek een boek van Peter Alliss, las een paar instructieartikelen van Al Geiberger – de man die een jaar later als eerste een rondje 59 liet noteren – en oefende op strand, niet ver van zijn huis.
De R&A zond hem op verzoek een inschrijfformulier en omdat Flitcroft geen handicap had, moest hij zich wel als pro aanmelden.

Op 2 juli 1976 meldde Maurice Flitcroft zich twee minuten voor zijn starttijd op de Formby Golf Club bij Liverpool. ‘De club ging verticaal omhoog’, omschreef Jim Howard, een ander speler, de eerste officiële swing van Maurice. ‘En ging verticaal omlaag. Het was alsof hij probeerde om iemand te vermoorden.’
De bal ging wel de lucht in, maar kwam nog geen veertig meter van de tee op de grond terecht. Al snel ging het een als lopend vuurtje over de baan dat een of andere malloot meedeed, maar dan wel een die in ieder geval de achttien holes voltooide – in 121 slagen. Het was zijn eerste en meteen laatste volle rondje tijdens een kwalificatietoernooi voor The Open. Het recht om de tweede ronde te spelen, werd hem ontzegd.
Als belangrijke reden voor zijn score van 49 boven par gaf Flitcroft dat hij zijn houten-4 in de auto had laten liggen: ‘Ik was een expert met de houten-4, had er een dodelijke precisie mee.’
In 1978 kwam Flitcroft als Pacecki (‘klinkt als paycheck’, zei hij later) tot een paar holes voor hij door de R&A-blazers van de baan werd geleid. In 1983 speelde de Engelsman als Hoppy (‘professeur de golf de Suisse’) negen holes in 63 slagen. Flitcroft had zijn haar geverfd en een snor opgeplakt en was zo onherkenbaar dat de officials dachten dat er een Flitcroft-achtige man meedeed. ‘Kun je hun verbazing voorstellen toen ze ontdekten dat ze met de echte Maurice Flitcroft te maken hadden?’, zei hij later.
Zeven later sloeg Flitcroft op Ormskirk als James Beau Jolly (‘klinkt als Beaujolais’) af. Was-ie toch weer de mazen geglipt. Hij begon met een double bogey en een bogey en op drie parkeerde een referee zijn buggy voor de gevreesde golfer. Flitcroft mocht de hole niet afmaken en hij kreeg ook zijn inschrijfgeld van zestig pond niet terug.

De hoogste officiële score op een hole van een wedstrijd van de Europese Tour staat al bijna veertig jaar op naam van Philippe Porquier.
De Franse pro maakte op de dag twee van het Open de France een 20 op de par-5 dertiende van La Baule. Nagenoeg iedereen is Porquier vergeten en ook de site van de Europese Tour weet vrijwel niets over hem te vermelden, behalve dan dat hij in dat Frans Open 82-98 scoorde. Treffend is dat de Tour zijn geboortedatum eerst op 26 maart 1988 heeft bepaald – nota bene bijna tien jaar na het drama op de West-Franse baan - en later op de raadselachtige dag 1-1-0001.
Maar wat gebeurde er dan op die beruchte dertiende mei 1978?
In het boek The Golf Hall of Shame staat het gelukkig gedetailleerd beschreven.
Na twee goede slagen op de 467 meter lange hole, een dogleg naar rechts, had Porquier niet meer dan veertig meter naar de green.
Maar dan.
Na zeven geshankte slagen – met een ijzer-9 als langste club – waarvan er meerdere out of bounds gingen en een getopte bal lag hij in achttien strokes op de greens, op drie meter van de cup. Twee putts later stond er een 20 op zijn kaart.
Er moet iets in het water bij La Baule zitten, want in 1986 bracht Ian Woosnam een 16 in de boeken.

En nu we het toch over het Open de France hebben: de editie van 2010 staat een beetje Nederlandse golfliefhebber nog helder voor de geest.
Robert-Jan Derksen begon de laatste ronde met zeven onder, op niet meer dan twee slagen van leider Martin Kaymer. De toen 36-jarige Nijmegenaar birdiede drie, acht, elf en veertien om met elf onder de leiding te nemen. De mooiste Nederlandse zege ooit op de Europese Tour leek zich aan te dienen.
Maar op de par-4 vijftiende, het begin van mogelijk de moeilijkste closing stretch in Europa, met een vijver langs de hele rechterkant van de fairway en een green die aan drie zijden aan water grenst, gingen drie slagen kopje-onder. Dat leverde hem uiteindelijk een zesvoudige bogey-10 op. Geen wonder dat Le Juge – De Rechter – de bijnaam is van vijftien.
Met vijf onder – hij maakte par op de laatste drie holes – werd Derksen na een 73 en met een totaal van -5 gedeeld zestiende. Zonder die waterproblemen had Robert-Jan Derksen in de play-off met Miguel Angel Jiménez, Francesco Molinari en Alejandro Cañizares gezeten.

Nog een Franse link naar een hoge score?
Denk even terug aan de Kennemer en het jaartal 2001.
Nog een hint? Het Mexx Sport Open, een wedstrijd van de Ladies European Tour.
In de laatste ronde stond Karine Icher uit Châteauroux na elf holes twee slagen voor. Na twaalf holes had ze een achterstand van zes slagen.
‘Icher had een perfecte drive’, schreef het roemruchte GOLFjournaal destijds. ‘Maar ze sloeg daarna twee ballen weg. Tel daarbij nog een 3-putt op en het kwaad is geschied’.
Maar ook de anderen maakten fouten, niet in het minst de Nieuw-Zeelandse Gina Scott. Zij verspeelde de zege op de laatste hole om net als Suzann Pettersen uit Noorwegen en Karine Icher op op vier onder te eindigen.
Op de derde extra hole – de par-4 achttiende – sloeg de Française een ijzer-4 pin high. Even later holede ze de putt van vier meter voor een van de onwaarschijnlijkste overwinningen ooit op de Ladies European Tour.

Terug naar Porquier: vanzelfsprekend hebben na hem alle spelers op de Europese Tour getracht om de ‘20’ in de recordboeken te houden, al kwamen de Engelsman Chris Gane en de Rus Andrey Pavlov wel verdacht dichtbij.
In het Diageo Championship van 2003 op Gleneagles ging de derde slag van de linkshandige Gane – die twee weken daarvoor tijdens het Brits Masters een albatross had gemaakt –op de par-5 achttiende links in de buitengewoon zware rough naast de green. Hij had vervolgens veertien slagen nodig voor de bal in de hole lag. Op het scorebord werd een 89 opgehangen.
Andrey Pavlov was in 2015 de eerste Rus die de cut haalde in een wedstrijd van de Europese Tour. Dat was in september, in het Russisch Open, drie maanden na een martelgang in Oostenrijk, op dag twee van het Lyoness Open.
Pavlov was het toernooi met een alleszins behoorlijke 71 begonnen, maar op dag twee ging het meteen fout. Op de par-5 eerste van de Daimond Country Club sloeg hij vanaf de tee zes keer op rij zijn bal het water in. Daarmee evenaarde de Rus glansrijk de 17 van Gane.

Een par-5 met veel water binnen het bereik van een teeshot. Dat was ook geen gelukkig uitgangspunt voor John Daly toen hij in 1998, in het Bay Hill Invitational – het toernooi van Arnold Palmer – op de zesde (een dogleg die aan de linkerkant volledig aan water grenst) zes teeshots kopje onder liet gaan. Wild Thing maakte zijn naam waard door een 18 in de boeken te brengen.
Dat was overigens geen record voor de PGA Tour. Tommy Armour, de Silver Scott die drie Majors won, had tijdens het Shawnee Open van 1927 een 23 nodig voor een niet nader beschreven hole. En dat is maar goed ook.
Voor sommige dingen in het leven is de uitdrukking ‘zand erover’ zeer toepasselijk.

Reportage
  • Golfsupport.nl