Column: Regrippen

Bij je golfpro of lokale golfshop is het een kwestie van een paar minuten, maar zelf nieuwe grips op je clubs zetten, valt nog niet mee, zo ervoer columnist Rob Hoogland.

Goed, regrippen kan ik nu dus ook. Dat komt ervan in golfloze coronatijden: de uren die je anders op de baan vult, wil je toch zoveel mogelijk in golfsferen doorbrengen.

Waren mijn grips versleten? Mannen als Rory, Brooks en Joost zouden die vraag volmondig met ja beantwoorden, vrouwen als Tyu Kong Wang en Lui Nan Kim wellicht ook, of weet ik veel hoe die Koreaansen allemaal heten: net als je geleerd hebt hoe je hun naam moet spellen trekken ze in Seoul weer een nieuw blik mysterieus glimlachende, onverslaanbare topspeelsters open.

Voor mij waren ze níet versleten. Mijn grips, bedoel ik, niet Tyu en Lui. Laat daar geen misverstand over bestaan, ik heb al genoeg aanklachten wegens misogynie aan mijn geruite golfbroek hangen. In het oude normaal vond ik, als alledaagse ploeteraar, een paar vlekjes of krasjes op mijn grips geen probleem. Ter versterking van mijn argumentatie voeg ik daaraan toe dat ik ook weleens met Blokker-ballen speelde.

Nu, echter, in het nieuwe normaal van de golfvrije anderhalvemetersamenleving, had ik plots zeeën van tijd. Ik golf zo'n twee keer per week achttien holes. Dat alleen al is negen tot tien uur. Als je daar dan ook nog de reis- en verblijftijden bij optelt – in de nazit klop ik Rory, Brooks en Joost genadeloos – kom je op vijfentwintig uur. Ruim een halve werkweek, dames en heren luisteraars! Waaraan ik dankzij Covid-19 zomaar op een andere wijze invulling diende te geven. En dus bestelde ik een set Winn Classics plus toebehoren. Jumbo's uiteraard, want ik heb handen als kolenschoppen.

Ik zag een golfpro eens een grip vervangen. Hij deed er een minuutje of drie, vier over. Bij mij duurde het, in mijn schuurtje, tien keer zo lang (en dat maal dertien). De oude grip eraf slopen ging nog wel, al had ik misschien beter geen roestig, vooroorlogs Stanley-mes kunnen nemen. Maar toen moest de oude tape eraf, die zonder uitzondering muurvast zat. Om nog maar te zwijgen over het aanbrengen van de nieuwe tape, die pas dubbelzijdig plakt als je het beschermlaagje eraf hebt gepulkt: in mijn geval – ik verwijs naar mijn kolenschoppen – tot zelfmoordneigingen drijvend monnikenwerk. Toch deed ik ook een spectaculaire ontdekking: nadat al mijn grip-solvent was verspild, probeerde ik het met wasbenzine van de Gamma. En toen was het zo gepiept.

Tja, ik zei het al: meneer speelt soms ook met Blokker-ballen.

Maar goed dat we hopelijk binnenkort weer de baan in mogen, want anders was ik ook nog mijn eigen clubs gaan maken: de Highland S340 Low Flight Bazooka Super Double Distance.

Met sweetspot in de hosel.