Uit Golfers Magazine: de test die Shinnecock heet

Vier van de laatste tien Opens werden gewonnen door Europeanen. Op Shinnecock Hills lijkt van 14 tot en met 17 juni echter iemand uit de jongste Amerikaanse generatie de favoriet.

Shinnecock

Natuurlijk is Phil Mickelson voor de meeste Amerikanen de sentimental favourite. Omdat hij op Shinnecock een van zijn zes (!) tweede plaatsen behaalde. Omdat hij in dit kampioenschap – zie ook elders in deze uitgave – de Career Grand Slam kan verwezenlijken. Omdat hij de oudste winnaar (Mickelson wordt 48 op dag drie) van het U.S. Open kan worden. Omdat Phil nog steeds de populairste golfer van de VS is.



Tijdens het laatste Open op Shinnecock werd Phil Mickelson vocaal flink ondersteund – al trok de latere winnaar Retief Goosen zich daar weinig van aan – en dat was in die zin opmerkelijk dat inwoners van New York het meestal niet hebben op sporters van de westkust van de VS.

Hoewel Mickelson dit seizoen flink aan de weg timmert, kan hij moeilijk tot een van de echte kanshebbers worden gerekend. Net als tijdens The Masters is de groep van favorieten groot. En dan denken we vooral aan Jordan Spieth – als aanvoerder van de nieuwe generatie – die twee van zijn drie Majors op ‘open’ banen met minimaal een zweem van een linksachtig karakter won: het U.S. Open van 2015 op Chambers Bay en The Open van vorig jaar op Royal Birkdale.

 

Oude graven

Shinnecock Hills is een van de oudste en een van de eerste 18-holesbanen van Amerika. De baan ligt bijna in het meest oostelijke deel van Long Island, een kilometer of 140 ten oosten van Central Park. Hij ligt als het ware ingeklemd tussen twee andere uitstekende banen: de Southampton Golf Club en de National Golf Links of America.

Al een jaar na de opening in 1891 van de eerste twaalf holes had de Schotse architect Willie Dunn er nog eens zes holes bij getoverdop een terrein dat lag bij het indianenreservaat dat Shinnecock heette. Leden van de stam werden ingezet bij de aanleg, ook al werden op een aantal oude graven bunkers aangelegd. Dunn zei later dat je soms bij een bunkerslag ook een paar botten uit het zand sloeg. Dat zoiets allemaal mogelijk was, kun je je anno 2018 niet meer voorstellen.

Decennia later probeerde de Shinnecock Indian Nation om grote stukken grond op Long Island, onder andere de golfbaan, in bezit te krijgen. In 1859 hadden de toenmalige leiders van de Shinnecock-indianen hun aanspraken op de grond aan de Long Island Rail Roadverkocht, in ruil voor een gebied waar het huidige reservaat nu ligt. Rechtszaken – de laatste was in 2016 – leidden echter tot niets.

Dunn leverde de eerste twaalf holes snel op: acht maanden eerder werd hij door een groep rijke New Yorkers, onder aanvoering van William K. Vanderbilt, uit het Franse Biarritz weggeplukt. Tijdens een reis door Europa waren de heren in het zuidwesten van Frankrijk beland, waar Willie Dunn bezig was een golfcourse aan te leggen. Na een paar fraaie slagen waren de Amerikanen verkocht: dit zou hun sport worden.



Geld was geen bezwaar. William K. was de kleinzoon van Cornelius Vanderbilt, de eerste Amerikaanse tycoon. Grootvader was zo rijk dat in zijn hoogtijdagen van alle in de VS in omloop zijnde dollars vijf procent van hem was. Hij had veel kleinkinderen, maar er was geld genoeg om hen na zijn overlijden een mooi en zorgeloos leven te bieden. Ook de andere initiatiefnemers hadden model kunnen staan voor de hoofdpersoon in The Great Gatsby, de onvolprezen roman van F. Scott Fitzgerald.

Gastheer van het U.S. Open

De oorspronkelijke baan van Shinnecock Hills was kort, maar toch goed genoeg om in 1896 voor het eerst gastheer te zijn van het U.S. Open. Daarna duurde het negentig jaar, tot 1989, eer het kampioenschap er terugkeerde.

Het duurde tot 1931 tot de course zijn huidige vorm kreeg. Architect Dick Wilson benadrukte het karakter van het landschap: zanderig en licht glooiend. Hoewel Shinnecock Hills geen zeebaan is, moeten de spelers wel rekening houden met de invloed van de Atlantische Oceaan, die nog geen vijf kilometer ten zuiden van het clubhuis ligt. De heersende wind komt uit het zuidwesten, maar de problemen zijn het grootst als de noordwester opsteekt.

Ben Hogan, een van de besteballstrikersin de geschiedenis van golf, speelde nooit een U.S. Open op Shinnecock, maar hij kende de baan goed en hij waardeerde hem ook: ‘Elke hole is anders en om ze goed te spelen, heb je veel vaardigheid nodig. Je weet precies waar je de bal naartoe moest slaan en je hebt steeds een goed idee van de afstanden. Al met al denk ik dat Shinnecock een van de beste banen is die ik ooit heb gespeeld.’

In 1986 werd Raymond Floyd (43) op Shinnecock de oudste winnaar van het kampioenschap. In de laatste ronde wees hij de leider na dag 3, Greg Norman, terug met een strakke 66. (In 1990 werd Floyds leeftijdsrecord overigens ‘verbeterd’ door de 45-jarige Hale Irwin.)

In 1995 latermaakte de wereld op Shinnecockvoor het eerst echt kennis met Tiger Woods. Het optreden van de toen negentienjarige amateur duurde echter maar kort. Hij blesseerde zijn linkerpols met een slag uit de rough. Corey Pavin veroverde de titel met een prachtige houten-4 over tweehonderd meter – hij was bepaald geen longhitter – op de laatste hole.

De editie 2004 werd gewonnen door Retief Goosen, die drie jaar eerder op Southern Hills in Oklahoma ook al de beste was. De organiserende USGA bleek niet in staat om op de laatste dag de baan op juiste wijze te prepareren en dat had onder andere tot gevolg dat de korte par-3 zevende nagenoeg onspeelbaar werd. Spelers moesten wachten tot de greenkeepers de green had besproeid.

Nieuwe backtees

De par-70 baan van Shinnecock heeft dit jaar een lengte van 6.808 meter en dat is ten opzichte van 2006 409 meter meer. Die ‘winst’ werd bewerkstelligd door zeventien nieuwe backtees aan te leggen. De par-4 veertiende en de par-5 zestiende kregen de meeste extra meters: beide 69 meter.

Op sommige plekken zijn de fairways wat versmald, maar de landingsgebieden zijn met breedtes van 25 tot dertig meter voor U.S. Open-begrippen nogal ruim.

Wat blijft: de stevige rough en de harde, snelle greens. Zo hoopt de USGA de winnende score onder de tien onder te houden. En als het dan ook nog eens flink gaat waaien – de Atlantische Oceaan ligt maar een paar kilometer ten zuiden van Shinnecock – dan zal dat zeker niet moeilijk zijn.

Winnaars laatste 10 jaar

2008 - Torrey Pines - Tiger Woods (VS) - 283 *

2009 - Bethpage State Park - Lucas Glover (VS) - 276

2010 - Pebble Beach - Graeme McDowell (N-I) - 284

2011 - Congressional - Rory McIlroy (N-I) - 268

2012 - Olympic - Webb Simpson (VS) - 281

2013 - Merion - Justin Rose (Eng) - 281

2014 - Pinehurst No. 2 - Martin Kaymer (Dui) - 271

2015 - Chambers Bay - Jordan Spieth (VS) - 275

2016 - Oakmont - Dustin Johnson (VS) - 276

2017 - Erin Hills - Brooks Koepka (VS) - 272

* Won op de negentiende extra hole

Dit artikel (klik hier voor de pdf-versie) verscheen eerder in Golfers Magazine 4 (Golfers Magazine/Jan Kees van der Velden)