Thomas Pieters: 'Sneller is beter'

Onze sympathieke zuiderbuur en voormalige Ryder Cup-ster vertelt over wat hij leerde van Lee Trevino, sneller spelen en het vinden van je 'stock shot'.

Thomas Pieters: 'Sneller is beter'

'Pete Cowen zegt altijd dat je nooit in de juiste gemoedstoestand komt als er bij het oefenen geen consequenties zijn. Als ik in België bij mijn coach ben, doen we vaak een chipwedstrijdje, en al is het voor vijf of tien euro, ik word nog steeds zenuwachtig. Ben ik alleen, dan ga ik 60, 70 of 80 meter van de hole staan en sla ik tien ballen. Ik tel de totale afstand tot de hole op en probeer het de volgende keer beter te doen.'

'Rond de green verliezen amateurs de meeste slagen. De bump-and-run is een ondergewaardeerde slag, vooral voor clubgolfers. In plaats van een perfecte bal proberen te slaan, is het vaak beter om naar de percentages te kijken en de slag te spelen die je in je repertoire hebt. In een pro-am zie ik amateurs vanaf dertig meter standaard een 60º lobwedge pakken, terwijl ze geen idee hebben hoe ze de bounce moeten gebruiken. Ik raad ze meestal een ijzer-7 of putter aan en dan winnen ze meteen een of twee slagen.'

'Ik sla nooit een volle wedge. Mijn favoriete afstand met een wedge is 95 meter met een 52º. Een volle swing gaat ongeveer 120 meter, maar die sla ik nooit, want dan heb ik het gevoel dat ik de spin niet kan controleren.'

'Ik ga tegenwoordig vaak naar Holland, naar die baan waar het KLM Open dit jaar zou worden gespeeld (Bernardus, red.). Daar hebben ze een geweldige oefengreen. Soms ben ik wel een halve of hele dag bezig, alleen maar chippen, putten en pitchen.'

'Op de drivingrange doe ik vaak de 9-slagenoefening. Je begint met een lage draw, dan een lage rechte bal en tot slot een lage fade. De volgende serie moet iets hoger vlieger en de laatste heel hoog. Het zijn in principe drie verschillende balvluchten op drie verschillende hoogtes. Je bent er een kwartier tot twintig minuten mee bezig en je moet echt streng voor jezelf zijn. Pete zegt dat je klaar bent om goed te spelen als je alle negen slagen achter elkaar kunt slaan.'

'Mijn caddie stuurt me vaak statistieken en dingen om specifiek aan te werken, zoals een fade slaan met een ijzer-4 of een punch met een ijzer-7. Vaak kies ik een klein doel zodat ik beter focus en gebruik ik tour sticks om te checken of ik goed sta opgelijnd. Amateurs gebruiken deze niet vaak, maar ze kunnen helpen om een goede set-up te leren. Dat is één ding minder om je zorgen over te maken.'

'Ik denk dat je beter gaat spelen als je sneller speelt. Ik ben heel snel, maar als je op YouTube naar Lee Trevino of andere oudere spelers kijkt, zie je dat ze net zo snel waren. Ik denk dat veel amateurs voordeel zouden hebben bij een snellere routine, omdat ze dan minder lang boven de bal staan en minder tijd hebben om over dingen na te denken.'

'Je swing vertrouwen is heel belangrijk. Veel golfers staan boven de bal en zijn heel bewust bezig de club in een bepaalde positie te krijgen. Maar de swing is een complete beweging. Probeer die hele beweging te visualiseren, in plaats van te focussen op een klein onderdeeltje. Ik denk dat je echt betere ballen gaat slaan.'

'Ik heb nooit een 'stock shot' gehad, waar ik onder druk op terug kon vallen. Eind vorig jaar zijn Pete en ik op zoek gegaan naar een slag waarmee ik me op elke tee comfortabel voel, zodat ik de bal sowieso in het spel kan brengen. Ik sla mijn driver minder dan vroeger, maar Henrik Stenson heeft bewezen hoe effectief een houten-3 kan zijn.'

'Voor een wedstrijd ben ik niet te analytisch bij het opwarmen. Veertig minuten voor mijn starttijd probeer ik met de Trackman op de drivingrange een paar afstanden te slaan. Daarna oefen ik wat chips en een paar korte putts om de bal in de hole te zien verdwijnen. Dat is het wel zo'n beetje. Het is snel, maar al het technische werk doe ik buiten de wedstrijden om. Zo moet het bij elke golfer zijn.'

World
  • ProShots