Teruglezen 2020: Arbeid adelt

Vandaag wordt Koen Kouwenaar 23. Eind vorig jaar werd hij professional en sprak daar bij die gelegenheid uitgebreid over met Golfers Magazine.

kouwenaar

'Als je een half emmertje in volle concentratie kunt slaan, dan kun je dat toch ook met een heel emmertje?' Kouwenaar (Den Bosch, 1998) zegt het op een manier die geen ruimte laat voor twijfel. Een milde glimlach om de lippen, maar een bloedserieuze blik. 'Als je gefocust bent, gedisciplineerd werkt en goed je rustmomenten pakt, dan kan dat beetje extra straks net het verschil maken. Neem iemand als DeChambeau. Hij heeft een plan, gelooft daar heilig in en gaat er met volle overtuiging voor. Je kunt er van alles van vinden, maar ik vind het vooral prachtig om te zien dat hard werken loont.'

Het is niet voor niets dat de 22-jarige Nederlander de benadering van de Amerikaan noemt en roemt: hijzelf staat ook bekend als iemand die keihard werkt. De foto van zijn eeltige handen die vorig jaar rondging, staat velen op het netvlies gebrand. Die handen zijn tekenend voor zijn arbeidsethos. Op de vraag hoeveel uur per week hij bezig is met golf, komt dan ook een gedecideerd – en indrukwekkend – antwoord. 'Vijftig uur. Soms iets meer. Al ben ik wel van plan dat het komende jaar wat terug te schroeven. Ik haal veel voldoening uit hard werken en zien dat je stapje voor stapje verder komt, maar je moet tegelijkertijd waken voor overbelasting en blessures. Er moet een balans zijn tussen wat je er instopt, wat je lichaam aan kan, en wat er uiteindelijk aan de andere kant uitkomt. De methode van DeChambeau is voor mij bijvoorbeeld niet geschikt, daar ben ik te blessuregevoelig voor. Maar op andere vlakken kan en wil ik wel veel investeren.'

Leven als een pro

Het harde werken van Kouwenaar komt niet uit het niets. Het is geen werken om het werken, het is wat hem betreft gewoon noodzakelijk. De Boschenaar ziet zichzelf immers niet als een speler met een enorm talent, maar is er absoluut van overtuigd dat je het ontbreken daarvan met de juiste inzet meer dan voldoende kunt compenseren. 'Ik was wel goed, maar niet héél goed', kijkt hij terug op de Koen Kouwenaar van een jaar of vijf, zes geleden. 'Ik zat niet bij de selecties en een enkele goede notering daargelaten, was het niet heel bijzonder. Niet goed genoeg om direct op te vallen in elk geval. Toen ik achttien was, stond ik bijvoorbeeld nog niet eens op de WAGR (de World Amateur Golf Ranking, red.) en studeren in Amerika was geen optie omdat er geen aanbiedingen van colleges lagen. Toch wilde ik van golf mijn werk maken, dat idee zat in mijn hoofd. Al was het de vraag hoe reëel dat was. Daar heb ik destijds veel met mijn ouders over gesproken. Die steunden me, maar hielden – en houden – me ook een spiegel voor. Het moet wel kans van slagen hebben, anders heeft het geen zin. Dat snapte ik ook wel. Uiteindelijk besloten we dat ik na mijn eindexamen één jaar alles op golf zou zetten, echt zou leven als een professional, met alles wat daarbij komt kijken, en dan te zien hoeveel vooruitgang ik op die manier kon boeken.’

Megagoed

2017 moest hét jaar worden voor Kouwenaar. Althans, zijn ontwikkeling moest substantieel zijn in dat jaar, zo had hij zich ten doel gesteld. Kwam dat er ook uit? 'Ja, eigenlijk wel. Ik speelde best goed, kwam binnen in de top 500 van de WAGR en maakte duidelijk stappen. Ik weet nog dat ik in de loop van 2017 dacht: Als dit het resultaat is van één jaar hard werken, waar kun je dan wel niet komen als je dit elk jaar doet? Als ik dit jaar na jaar doe, ben ik op een gegeven moment megagoed.

'Eind 2017 hoorde ik dat ik in 2018 in de nationale selectie werd opgenomen. Als er al twijfel zou zijn geweest of ik door moest op de ingeslagen weg, dan was die daardoor wel weggenomen. Het werd alleen niet mijn beste seizoen. Ik eindigde nog wel rond de driehonderdste plek op de WAGR, maar ik was er ook bijna drie maanden uit na een knieblessure waardoor ik grote toernooien miste. Toen ik weer fit was, was ik niet goed in The Amateur en op het IAEK op de Haagsche. En voor het WK werd ik aangewezen als reserve. Dat was moeilijk, maar het wás ook niet goed genoeg op dat moment. Het winnen van het Nationaal Open op de Hoge Kleij in diezelfde zomer gaf weer zo'n boost dat ik voor 2019 opnieuw vol goede energie zat.'

Vertrouwen

Die energie vond snel zijn uitweg. 'Mijn doel voor 2019 was om in de top 100 van de WAGR te eindigen en een internationaal toernooi te winnen. Maar het jaar was nog maar nauwelijks begonnen of ik won het Spaans Amateur al. Ik geef toe dat dat wel een last was die van mijn schouders viel. Dat zag je ook terug in mijn resultaten daarna. Vanaf dat moment speelde ik de ene goede week na de andere. Ik eindigde negen keer in de top 10. Won het Dutch Junior Open. Stond na twee dagen zestiende in het KLM Open. Klom naar de vijftiende plaats op de wereldranglijst. Het was echt een enorme sprong die ik maakte, in de resultaten maar ook in mijn spel. Als je met zo veel vertrouwen de baan in gaat, dan komen de resultaten bijna als vanzelf. En door die resultaten neemt het vertrouwen ook weer toe. Ja, dan kan het hard gaan.'

Het ging zelfs zó hard dat Kouwenaar in de zomer van 2019 al overwoog om professional te worden. Althans, zijn naam stond in augustus op de inschrijflijst voor Qualifying School, om daar begin september weer van te zijn verdwenen. 'Het was een twijfelgeval', erkent Kouwenaar terugkijkend. 'Mijn idee was om in 2019 of 2020 professional te worden. Maar 2019 was zo'n goed jaar dat ik dacht: Waarom niet nu? Wat zou ik erbij winnen om nog een jaar amateur te blijven? Wat als ik meteen pro zou worden? Ik heb daar toen met veel mensen over gesproken en ben uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat ik nog veel te winnen had bij een extra jaar als amateur. Ik zou alle grote toernooien mogen spelen. Ik zou meedoen aan internationale teamwedstrijden. En omdat we in Nederland een wedstrijd van de Challenge Tour zouden organiseren, had ik ook al de toezegging van een aantal starts op dat circuit. 2020 zou een uitstekend leerjaar zijn geworden met kansen om te winnen, kansen om te klimmen op de WAGR en kansen om grote managementbureaus en sponsors te interesseren. Maar ja... toen kwam corona.’

Corona

Het C-woord is gevallen. Hoe kan het ook anders. De gevolgen van het virus dat sinds begin maart huishoudt in Europa zijn verstrekkend. Op alle gebieden, dus óók op het leven van een laatstejaars amateurgolfer met ambities. Alle toernooien die zouden worden gespeeld, werden stukje bij beetje van tafel geveegd, tot er uiteindelijk bijna niets meer over was. 'De impact van corona is enorm geweest op mijn jaar. Er zijn natuurlijk veel ergere dingen aan de hand in de wereld, dus het is allemaal heel relatief. Maar van de plannen die ik had, is maar heel weinig overeind gebleven. Ik heb uiteindelijk vier wedstrijden kunnen spelen, dat zegt genoeg lijkt me. Nogmaals, er zijn ergere dingen, maar jammer is het wel. Ik had echt gehoopt dit seizoen nog wat stappen te zetten. Van trainen word je natuurlijk ook beter, alleen duurt het langer. Niets maakt je zo veel beter dan wedstrijden, daar zie je het beste wat er beter moet. Aan de andere kant: als ik vorig jaar pro was geworden, was het nog lastiger geweest. Kijk naar iemand als Robbie (van West, red.). Die heeft ondanks zijn kaart voor de Challenge Tour nauwelijks iets gespeeld. Voor hem, maar ook voor mij en andere jongens, is het heel fijn dat er hier op The Dutch regelmatig wedstrijden worden gespeeld. Als Lars van Meijel, Daan Huizing en de Belg Christopher Mivis meedoen, dan heb je het wel over serieuze competitie', zegt Kouwenaar over de wedstrijden van The Dutch Futures, die op een van zijn twee homecourses (de andere is Best) worden gespeeld.

Majors winnen

Niet alleen corona was spelbreker dit jaar: in de zomer raakte Kouwenaar opnieuw geblesseerd. Zijn pols dit keer. 'Ik sloeg een wedge in een oude plag en dacht eerst dat het wel ging, maar ik kreeg steeds meer last. Al met al heeft het twee maanden geduurd voor ik weer echt fit was. Balen, al was het een mazzeltje dat het uitgerekend in dit rare seizoen gebeurde, waardoor ik maar weinig wedstrijden miste. Al was het wel heel zuur dat ik het ELTK op de Hilversumsche daardoor niet kon spelen.'

Kouwenaar zou Kouwenaar niet zijn als hij de vrijgekomen tijd niet alsnog nuttig had besteed. 'Ik kon wel putten, naar de sportschool gaan en wat andere kleine dingen doen. Maar ik heb vooral heel veel na kunnen denken over wat ik wil, hoe ik dat wil, en wat ik daarvoor moet doen. Ik weet ook wel dat ik mezelf niet moet vergelijken met iemand als Jordan Spieth, die op mijn leeftijd al een Major had gewonnen. En een Tiger Woods ben ik ook niet. Maar als je hard werkt en de focus op de goede dingen legt, als je elke dag een half procentje beter wordt, dan kom je uiteindelijk heel ver. Daar ben ik heilig van overtuigd.'

Wat dat 'heel ver' is, kan Kouwenaar niet zeggen. Althans, het is afwachten hoe ver hij uiteindelijk komt in zijn reis, maar droomdoelen zijn er wel degelijk. 'Ik denk dat iedereen dat soort doelen wel heeft, toch? Majors winnen, nummer 1 van de wereld worden? Volgens mij wil iedere professional dat bereiken. Maar als je me vraagt of mijn carrière 'mislukt' is als ik een loopbaan als Joost zou hebben... nee, natuurlijk niet! Door corona en het ontbreken van een kans om naar Qualifying School te gaan dit jaar is het begin anders dan ik had gehoopt, maar nog een jaar amateur blijven was geen optie voor me. Ik werk niet vijftig uur in de week om amateur te blijven. Ik wil spelen op de Tour, meedoen om de prijzen en die ook winnen. En waarom zou dat dan geen Major kunnen zijn? Als je in de goede week piekt, precies dan vier goede rondes speelt, dan geloof ik absoluut dat het tot de mogelijkheden behoort. Het zou toch raar zijn als ik met een andere instelling aan dit avontuur begin?'

Tour
  • Ronald Speijer