The Open

'Dat zal wel een treurig stukje worden', zei collega F toen ik zei dat mijn blog over The Open ging. Hoezo? Ik blijf thuis dit jaar...

Met pijn in het hart moet ik mijn stoel in het perscentrum waarschijnlijk leeg laten dit jaar. Na vijf opeenvolgende edities wel naar het mooiste Major van het jaar te zijn gegaan, moet ik dit jaar passen. Te veel deadlines voor Golfers Magazine. Te weinig tijd om de website plat te gooien met sfeerstukjes ter plaatse. Want hoeveel verhalen er ook te halen zijn op de links, de meeste tijd breng je buiten door, in de baan. 

Dat leverde in 2011 op Royal St. George's intens natte spullen op. Nog nooit zag - en voelde - ik zoveel regen. De schoenen werden nooit meer droog, Dustin Johnson vergooide zijn kansen met een laat out of bounds geslagen bal, en Darren Clarke nam grijnzend de Jug in ontvangst. Een jaar later struikelde Adam Scott in het zicht van de haven. Vier slagen voorsprong met minder dan een handvol holes te spelen bleken niet genoeg. Vier pijnlijke holes later stond Ernie Els met de beker in zijn handen en kon iedereen in het perscentrum een nieuw stuk schrijven. In 2013 bleef Mickelson op Muirfield als enige speler onder par dankzij een 66 op de laatste dag voor de titel in het 142ste Open. Een jaar later werd Royal Hoylake dan weer afgebroken en was de winnende score van Mickelson nu slechts goed voor de 32ste plaats. Veertien slagen achter de winnende McIlroy. En vorig jaar won Zach Johnson op maandagmiddag na een door slecht weer (wind, wind, wind) geteisterde 145ste editie op St. Andrews.

We zijn er niet bij dit jaar. | © Golfsupport

En dan zijn er natuurlijk de Nederlanders, want dat is vanzelfsprekend de reden dat een Nederlandse reporter de Noordzee oversteekt. Meervoud ja. Nederlanders. Naast Joost zag ik ook Floris de Vries in actie. Sterker, in de zo natte editie van 2011 haalde de inmiddels gestopte Apeldoorner niet alleen de cut, hij eindigde ook doodleuk boven Luiten. Met een zoen op de bal op de 72ste hole als dank aan het publiek en het toernooi waar hij als kind al over droomde.

Maar The Open bezocht ik het meest om Joost van dichtbij te volgen. Van 2011 tot en met 2015. Twee keer haalde hij de cut, twee keer miste hij deze, en één keer stond hij een hele dag te wachten of hij misschien nog in het veld zou komen. In 2013 was (en bleef) hij eerste reserve, waardoor zijn – en feitelijk mijn – Open eindigde voor het begon.

Dit jaar kan het andersom zijn. Mocht Luiten het héél goed doen, dan laat ik de deadlines alsnog de deadlines en stap ik zaterdag zo vroeg als het kan in het vliegtuig naar Glasgow. Ik hoop het van harte. Voor Joost. Voor mezelf. The Open op tv is mooi, radio5live een feest, maar de mooiste plaats om het 145ste Open te volgen is toch echt langs de touwen.