Uit Golfers Magazine 8: Fourball vs Pin High

Nog nooit speelden we de Golfers Magazine fourball in het buitenland, maar als je tegen Pin High speelt, gaat het nét even anders... ook de wedstrijd.

fourball

Je wordt maar één keer dertig, dachten ze bij Pin High en dus nodigden directeur Eric Bakker en zijn commerciële rechterhand Matthijs Hermsen ons uit om hun jubileum te vieren op een mooi resort in Italië. Nog geen anderhalve seconde later stond de afspraak in de agenda. 36 holes matchplay op twee topbanen, afgewisseld met heerlijk eten en drinken... wat kon er mis gaan? En dus ging de Golfers Magazine fourball voor het eerst in zijn geschiedenis over de grens.

Inleidende beschietingen

Het klinkt misschien logisch dat je met 's Nederlands grootste golfvakantiespecialist in het buitenland terechtkomt, maar Pin High blijkt binnen Nederland jaarlijks ook al meer dan tienduizend greenfees 'weg te zetten'. 'En dat worden er alleen maar meer', aldus Bakker, die er al 27 jaar de scepter zwaait. 'In de zomer is golfen in eigen land razend populair, of men kiest ervoor om net over de grens bij de buren een balletje slaan. Lekker dichtbij. En 's winters zoeken ze logischerwijs de zonzekere bestemmingen in Spanje en Portugal op.'

Hij geeft toe dat Italië er wat dat betreft net een beetje tussenin valt, maar het Bogogno Golf Resort waar wij verblijven heeft over klandizie uit Nederland niet te klagen. Logisch, want het complex ten noordwesten van de luchthaven Milan Malpensa heeft twee topbanen, een relatief klein, modern hotel en een overvloed aan aardig personeel dat geen moeite te veel is om het ons naar de zin te maken.

De chauffeur van onze transferbus gebruikt zijn veertig minuten spreektijd optimaal en legt uit hoe het water van het nabijgelegen Lago Maggiore helemaal naar Venetië stroomt, waarom Marco van Basten toch net wat beter was dan Johan Cruijff en hoe hij overal ter wereld huizen gaat kopen als de lotto op zijn nummers valt. 'Koop hier je winnende lot maar van', zegt Bakker als hij 'm met een fooitje beloont voor dit staaltje informatieve gezelligheid.

Het inchecken gaat net zo soepel als de transfer en niet veel later zitten we op het terras aan een broodje. 'Oei, mozzarella en parmaham is een dodelijke combinatie, daar ga ik altijd heel slecht van putten', opent de directeur/eigenaar van Pin High met een twijfelachtige blik op onze sandwiches de inleidende beschietingen die horen bij een rondje matchplay. Teamgenoot Hermsen pakt meteen door: ' Daarom kun je altijd beter een tosti nemen.' Lachend wijst hij op zijn buik: 'Geloof me, een laag zwaartepunt is de basis voor een solide swing.' En als hij ziet dat we alles noteren: 'En ik heb echt een héél leuke vrouw, schrijf dat maar op, altijd handig.'

Vervolgens wijst de commercieel manager op zijn 'kraakbeenloze voetbalknie' en stelt voor om met buggy's de baan in te gaan. Even schiet het door ons hoofd om bezwaar te maken tegen deze John Daly-actie, maar dan bedenken we dat onze tegenstanders net anderhalf uur opgevouwen in het vliegtuig hebben gezetten, terwijl wij door een extra investering van twaalf euro net wat meer beenruimte hadden. Eerlijk? Tja, bij matchplay gaat het om de details. Ook Bakker beseft dat terdege en heeft in de shop al een flinke spuitbus muggenspray gehaald. Als ik ernaar grijp, reageert hij met: 'Oh, ik ging ervan uit dat dit een teamdingetje was', maar hij grijpt niet in. We besluiten op onze beurt het mechanische vervoer dan ook maar goed te keuren en dat blijkt een verstandige beslissing – het is ruim over de dertig graden, er staat geen zuchtje wind en de fairways blijken behoorlijk wat vals plat te hebben.

Dure fout

De eerste helft van onze tweedaagse wedstrijd wordt gespeeld op de lastige Bonora Course. Enorme vijvers en geniepige slootjes beschermen de fairways en greens en we verliezen allemaal meer ballen dan we het hele vorige seizoen hebben gedaan. Een paar dagen eerder mochten ik spelen op de Albatros Course van Le Golf National, maar de Ryder Cup-baan is bijna een makkie vergeleken met dit smalle, waterrijke monster.

Vooral Bakker heeft het moeilijk om de bal in het spel te houden, maar als je leiding geeft aan 37 mensen is opgeven geen optie. 'Ik hoop dat dat een schuur was', zegt hij als zijn drive over de bomen zeilt en met veel kabaal iets raakt. En een hole later belandt zijn approach aan de kant van de sloot, maar volgens hem 'wel bijna Pin High'. Dat optimisme kwam hem 27 jaar geleden ook goed van pas toen hij partner werd bij Golf Trans France, de voorloper van Pin High. 'Ik zei dat we een miljoen meer omzet konden halen en dat lukte. Ze deden alleen zomerclinics en de telefoon ging gewoon niet. We hebben in zes weken een programma naar Spanje, Portugal en Florida in elkaar gesleuteld en sindsdien is de telefoon niet opgehouden met rinkelen.'

Intussen heeft Bakker het bedrijf al eens verkocht (in 2005 aan ANWB Golf) en kocht hij het weer terug (2017), maar de filosofie is altijd hetzelfde gebleven. 'We testen de baan altijd zelf, zodat we weten hoe hij is. En per regio hebben we niet te veel hotels, zodat er altijd flink wat Pin High klanten zitten. Op deze manier hebben wij een vinger in de pap en worden onze klanten herkend en goed behandeld.'

In de baan blijft het echter hard werken. De eerste negen weten de handicap 8 en 10 van Golfers Magazine de boel net iets beter bij elkaar te houden dan de mannen van Pin High (handicap 12 en 18) en we bereiken het half way house 2 up. Maar daar maken we een fout. Iedereen weet dat bier in je benen zakt, maar met dik dertig graden is een ijskoude Peroni onweerstaanbaar. En als de hele flight meedoet, heeft iedereen straks evenveel pap in de benen, redeneerden wij. Zo blijkt het dus niet te werken. De alcoholische versnapering geeft de 54-jarige eigenaar van Pin High vleugels en binnen drie holes buigt hij de achterstand om in een voorspong. Ook mentaal speelt hij het spel als een pro: 'Wat een prachtige, rustige swing heb jij toch', prijst hij me subtiel het graf in. 'Lijkt wel wat op die van Ernie Els.' Even later blijkt op de green dat ik de lange Zuid-Afrikaan ook met de putter heel goed kan imiteren: 4-putt.

Met kunst en vliegwerk weten we de achterstand echter op één hole te houden en op de slothole worden we daarvoor beloond: er valt een lange putt voor par en we sluiten de 'eerste helft' af met een gelijk spel.

'Daar komen we goed weg', mompelt de hoofdredacteur opgelucht. 'Morgen erop en erover', fluister ik terug. Weten wij veel...

Lekker balletje

De volgende ochtend staat de Conte Course op het programma. Als we horen dat hier een voorronde van de Qualifying School wordt gespeeld, worden we allemaal wat bleek rond de neus. De openingsronde heeft al een enorm gat in de ballenvoorraad geslagen en Bakker meldt zich zelfs bij de ontbijttafel met een nieuwe doos Titleist Velocity ballen. Dat blijkt een gouden greep. Hij begint brutaal met par-bogey-birdie en voordat we goed wakker zijn, staan we 2 down. 'Lekker balletje, hoor', grijnst hij.

Zijn partner komt minder goed uit de startblokken. Althans, het begin is nog prima, met een drive naar het midden van de fairway, maar door onweer moeten we het begin van de ronde uitstellen, en als we een half uur later wél van start mogen, is zijn bal verdwenen. 'Je snapt toch niet dat iemand zomaar een bal opraapt en in zijn tas stopt', verzucht Hermsen. Hij begon zijn carrière in de bankwereld, maar dat bleek niet zijn branche. 'Bij de ING heb ik meegemaakt dat we acht miljard winst maakten en vervolgens werden er kostenreducties aangekondigd. Acht miljard! Het was nooit genoeg.' Intussen werkt hij al weer elf jaar bij Pin High. Met veel plezier. 'Kijk om je heen! Golfreizen zijn heerlijke product om te verkopen. We zijn de afgelopen twee jaar bezig geweest met het vernieuwen van de systemen. Het was alle hens aan dek, maar nu is het eind in zicht en kunnen we weer volle kracht vooruit.' Ook zijn eigen spel zit in de lift. 'Dat is het mooie van golf, je kunt er op later leeftijd nog beter in worden', aldus de 48-jarige Fries. Hij behoort tot de grote groep golfers die door kinderen en werk een golfpauze heeft ingelast, maar heeft het virus intussen weer behoorlijk te pakken. 'Ik speel een paar keer per maand met een stel vrienden en ook met het werk gaan we regelmatig met z'n allen golfen of lessen. Het ademt golf op ons kantoor. Ja, dan gaat het bij de koffie het eerste half uur over golf... prima toch?'

Hermsen heeft zich vorig week bij Jumbo Golf laten fitten voor een nieuwe driver. 'Of eigenlijk voor een oude driver', verbetert hij zichzelf. 'Ik bleek met een oude Callaway XR driver beter te slaan dan met die nieuwe dure Epic. Zo hoort het: niet het maximale aan je proberen te verdienen, maar je het best passende product verkopen.' In tegenstelling tot gisteren wil 'the big dog' vandaag echter niet naar hem luisteren, terwijl ook de ijzers en de putter scherpte missen. Een fourball is echter teamwerk en speelpartner Bakker trekt schijnbaar probleemloos de kar. Keer op keer vinden zijn drivers gedecideerd de fairway en het zelfvertrouwen groeit met de hole. Er kán gewoon niets mis gaan. Houten-3 naar de green? Geen probleem. Dowhill putt van vijf meter? Relax, gaat lukken. Wat kan golf toch heerlijk zijn als je zo'n dag hebt. 'Lekker hoor', lacht Bakker voor de zoveelste keer die ochtend, als hij de bal vanuit een onmogelijke ligging uit de bunker op twee meter van de vlag legt en vervolgens de putt maakt om de hole te winnen.

Wij kunnen niet anders dan onze pet afnemen, applaudisseren en handen schudden: 6&4. Nog nooit zijn we zó geveegd.

Een douche, pizza en biertje later hebben we weer voldoende weerstand opgebouwd om in het vliegtuig terug anderhalf uur trash talk van de winnaars te kunnen incasseren. De purser brengt echter redding: 'We hebben twee plekken over bij de nooduitgang, willen jullie misschien....' Voordat hij zijn zin kan afmaken zijn we verhuisd, de mannen van Pin High verbouwereerd achterlatend. You can't win them all.

Met dank aan Pin High en Bogogno Golf Resort

(Dit artikel van Foeke Collet stond eerder in Golfers Magazine 8. Nog geen abonnee? Sluit dan hier een abonnement af en ontvang hét golftijdschrift van Nederland tien keer per jaar op de mat)