Zien golfen, doet golfen

Na vier dagen kijken naar topgolf, móet hoofdredacteur Martijn Paehlig zelf de baan weer in. Ook al weet hij dat er gevaren loeren.

golfen

Ga in alle vroegte op de drivingrange staan bij het KLM Open, en luister eens een tijdje naar het slaan van ballen door de vroeg aanwezige professionals. Alleen door te luisteren besef je al dat zij iets anders doen dan wij. De knal van het contact, het suizende vertrek van de bal die aan de einder in het niets lijkt te verdwijnen, je ziet het niet op de gemiddelde drivingrange.

In de baan lijkt het verschil niet meer zo groot. Lijkt. Parretjes maken we zelf ook regelmatig, nu en dan een birdie zelfs. Die dubbele bogey op die par-4 zou je zelf nooit gemaakt hebben en hoe is het mogelijk dat dát puttje gemist wordt? Maar ik benadrukte niet voor niets het woord 'lijkt'. De tee waar de topgolfers vanaf spelen, de plekken waar de vlaggen staan, de snelheid van de greens...we kunnen ons er niets bij voorstellen.

Wie wel eens een pro-am heeft gespeeld heeft een aardig idee hoe een tourbaan is opgezet, maar speel met de vlaggen op zondagposities een dag ná een groot toernooi en je weet pas echt niet wat je meemaakt. Eén keer mocht ik dat 'genoegen' smaken. In Dubai, direct na de seizoensontknoping van de Europese Tour. Was plezier nog van toepassing op de ronde? Geen enkele amateur brak de grens van tachtig slagen op Jumeirah (al zaten er behoorlijk wat lage single handicappers bij) en mijn ronde vat ik al jaren samen door slechts op te merken dat ik tot twee keer toe van de green in de bunker putte...

Gelukkig hoef je na een toernooi meestal niet onder dergelijke omstandigheden te spelen. Een gewoon rondje op een gewone baan kan namelijk al lastig genoeg zijn. Het gemak waar de ballen in het toernooi werden geslagen, is toch net iets anders dan wat we zelf proberen te doen. Volkomen logisch ook. De topamateurs en professionals oefenen en spelen veel meer, worden meer begeleid dan de meesten van ons ooit les hebben gehad. Natuurlijk mogen we niet verwachten dat wij de bal ook wel even onze wil opleggen, enkel en alleen omdat we dergelijk spel een paar dagen hebben gekeken.

En toch... die eerste ronde na het Open loop je gerede kans wel met die overtuiging de baan op te stappen. Of het nu de drives van Harrington waren, het putten van Detry, of de approach van Wu zó moeilijk zag het er toch allemaal niet uit..?

Het allereerste Open dat ik bezocht – het was 2000 of 2001 en Noordwijk was het toneel – had ik na een paar uurtjes kijken al zoveel zin om zelf te spelen dat ik een vroege pendelbus terug naar huis pakte om me 's middags op de eerste tee van mijn homecourse te melden, vast van plan de bal net zo precies bij de vlag te leggen als Bernhard Langer of zo ver te slaan als Ernie Els, waarbij ik even vergeten was dat ik nog maar net mijn GVB had.

Een paar holes later, na heel wat hakken en een balletje of acht armer, stapte ik – tevens een illusie armer – van de baan.

Welke score we ook binnenbrengen, hoeveel plezier we ook hebben, het spel dat zíj spelen heeft maar weinig te maken met het spel dat wij spelen. Dat is niet erg - helemaal niet zelfs en misschien zelfs maar gelukkig – maar ik reken er niet langer op dezelfde ballen te slaan als Thomson, Wood, Tanihara of de mannen lager op het leaderboard. Zoveel zelfkennis heb ik na twintig jaar golf wel opgedaan. Al hou ik natuurlijk hoop dat hun spel een beetje op mij over is gesprongen.

Morgen ga ik na een week KLM Open zelf de wei weer in. Ik ben gewaarschuwd.

World
  • Istock