Uit Golfers Magazine: Zuid-Afrika

Het is koud, het is nat, we missen de zon nu alweer. Een golfreis naar Zuid-Afrika helpt dan wel...

Afgelopen voorjaar bezocht redacteur Martijn Paehlig Zuid-Afrika, meer precies, hij bezocht de regio Tshwane. Samen met fotograaf Bert van der Toorn maakte hij een ruime reportage. Een longread met prachtig beeld op deze loodgrijze dagen.

Een enorm beeld van Mandela kijkt uit over Pretoria.

Baie mooi

Wie gaat golfen in Zuid-Afrika kiest meestal voor de Kaap of de banen in de buurt van Krugerpark. En dat terwijl er vlak bij Johannesburg nog zoveel meer golfbanen en historische verhalen liggen. Neem de tijd voor een bezoek aan City of Tshwane.

Langzaam sluit gids Mnqobi Kgomo de zware celdeur in de kelder van het Palace of Justice in Pretoria. Het ontbreekt er alleen nog maar aan dat we de sleutels in het slot horen draaien, vlak voor het licht uitgaat en er alleen nog wat schaars schemerlicht via de kieren onder de deur naar binnen kruipt.

'Willen jullie eens ervaren hoe het geweest moet zijn hier om opgesloten te zitten?', had hij gevraagd. Natuurlijk wilden we dat. Als je tóch zeker weet dat de deur zo weer open gaat... Hij is nog maar nauwelijks dicht of een beklemmend gevoel maakt zich van ons meester. Hier hebben duizenden mannen en vrouwen gezeten, in afwachting van hun rechtszaak of transport naar de gevangenis. Soms in de wetenschap dat ze hun familie of zelfs het daglicht nooit meer zouden zien. De vele op de muren geschreven boodschappen zijn er stille getuigen van.

In deze ruimte werden ook Nelson Mandela en zijn medestrijders in de jaren zestig van de vorige eeuw vast gezet, voor en na de zittingen van het legendarische Riviona-proces. Mandela en zijn kameraden werden tot immense straffen veroordeeld door het blanke regime en verdwenen voor lange tijd achter de tralies, maar niet dan nadat Mandela in de rechtszaal had gezegd desnoods te willen sterven voor zijn idealen, én hij en zijn broeders een stukje geschiedenis op de celmuur achterlieten. Het uit tien punten bestaande Chapter of Freedom kun je gerust beschouwen als de grondslag van de hedendaagse Zuid-Afrikaanse regenboognatie. Zelfs al werden de stellingen niet ter plekke in die kelder verzonnen, dát ze daar staan is indrukwekkend.

'En toch doen ze er helemaal niets mee!', zegt Wim Gramsma met nauwelijks verholen afgrijzen als hij naar de langzaam afbladderende muren kijkt. Gramsma, door de City of Tshwane ingehuurd om het grootstedelijk gebied rond Pretoria in Nederland, België en Duitsland onder de aandacht te brengen, vervolgt: 'Er komen hooguit zestig mensen per jaar in deze kelder. De rechtszaal waar Mandela veroordeeld werd is nog onveranderd, maar ook nog gewoon in gebruik. Als je kijkt naar de enorme aantallen toeristen die elk jaar naar Robbeneiland gaan, is het nauwelijks voor te stellen dat dit stukje geschiedenis zo onderbelicht blijft. Pas nu wij er namens het ministerie van toerisme zo achteraan zitten, begint het besef door te dringen dat hier kennelijk iets heel waardevols ligt. Maar als je nog lang wacht, is het weg. Kan je het je voorstellen?'

Het Freedom Chapter in de kelder van de rechtbank.

Springbok

Wie aan Zuid-Afrika denkt, schiet inderdaad niet als eerste Pretoria en omgeving te binnen. En toch zou de stad die op nauwelijks 45 minuten van Johannesburg ligt, niet op het programma mogen ontbreken van toeristen die Zuid-Afrika bezoeken.

'Er ligt hier zoveel geschiedenis', zegt gids Mnqobi, 'en die is duidelijk nog niet afgerond. Er is nog altijd veel onrust onder de bevolking. Bij de blanken, waar een steeds grotere groep havenots aan het ontstaan is, maar ook bij de zwarten. Zeker onder jongeren steekt de behoefte nog weleens de kop op om alle herinneringen aan de apartheid uit te wissen. Zo werd vorig jaar nog geprobeerd de standbeelden van de voortrekkers van het rassensegregatiesysteem van hun sokkel te trekken. Pretorius, Kruger, het zijn mannen die aan de basis van de stad stonden, maar die zo geassocieerd worden met het apartheidsverleden dat veel mensen hun aanwezigheid niet kunnen verkroppen. Vandaar dat er nu hekken met prikkeldraad om de beelden staan. Het verleden heeft veel lelijke dingen voortgebracht, maar om het nu allemaal helemaal te laten verdwijnen is het andere uiterste.'

Het zijn niet alleen jongeren die de sporen aan het verleden het liefst willen vernietigen. Ook de leiders van het land zoeken naar de balans tussen bewaren en wissen. Dat Port Elizabeth tegenwoordig Nelson Mandela Bay heet is zo gek nog niet, maar er moeten steeds meer namen uit het verleden aan geloven. Regio's, steden, straten. Ook Pretoria staat al jaren op de nominatie omgedoopt te worden tot 'Tshwane'. Dat die naam velen niets zegt, en door nog veel meer mensen nauwelijks gebruikt wordt, is veelzeggend, en doet ons onwillekeurig denken aan Nelson Mandela. De eerste zwarte president van het land, met het verstrijken der jaren een steeds groter toonbeeld van vergeving, maakte zich er halverwege de jaren negentig persoonlijk hard voor dat de 'Springbok', de naam en het beeldmerk van het nationale rugbyteam, behouden bleef. Voor velen was de springbok een symbool van de blanke overheerser, maar Mandela besefte dat het verwijderen van de naam meer kwaad dan goed zou doen in het streven het verleden te laten rusten en één natie, de regenboognatie, te worden.

Marketingman Muzi Kuzwayo – het evenbeeld van de Britse acteur Idris Elba (hij speelt Nelson Mandela in de film Mandela: Long walk to freedom, 2013) en voor een paar dagen aan ons gezelschap toegevoegd – snapt zowel de houding van Mandela als de huidige houding van een deel van de bevolking. 'Er is ook zoveel gebeurd in de afgelopen twintig jaar en al die jaren daarvoor. Je wist die geschiedenis niet zomaar even uit. Er gaat tijd overheen voordat iedereen daar een plek voor heeft gevonden. Ik groeide op in een tijd dat er voor zwarten nauwelijks mogelijkheden waren je aan je milieu te ontworstelen, was een van de eerste zwarten op de universiteit. Natuurlijk was dat wennen. Voor iedereen. We zijn een jonge natie met een lange geschiedenis. We maken fouten. Het gaat met vallen en opstaan. Maar het gaat goed komen met dit land. Daar geloof ik heilig in.'

Boerenkool met jus

Hij is niet de enige. Niet voor niets zet de regio sterk in op toerisme. 'Veel bezoekers komen aan op Johannesburg en rijden dan in een keer door naar Krugerpark en de kust', zegt Neliswa Nkani, director destination marketing. 'We zullen mensen er waarschijnlijk niet vanaf kunnen brengen naar Kruger te gaan – dat moeten we ook helemaal niet willen – maar we moeten ze zien te bewegen een tussenstop te maken in Tshwane. Er is hier zoveel te doen. We hebben de enorme geschiedenis met 'de voortrekkers', we hebben de verhalen van Nelson Mandela, even buiten Pretoria ligt een prachtig wildpark, er is natuur, golf, alles. Nee, er is geen kust, maar dat is het enige. Daarbij hebben wij hier het ideale weer. Over Johannesburg zeggen ze weleens dat het weer als een vrouw is: je weet nooit wat het gaat doen. Het weer in Tshwane is daarentegen als een man: stabiel en zeker.'

Nkani schaterlacht. De kleine vrouw woonde enkele jaren in Nederland en eindigt haar zinnen daarom vaak lachend met een oerhollands scheldwoord. 'Ik ben gek op Nederland. Niet op de temperatuur en zéker niet op boerenkool of rookworst – maar voor de rest... heerlijk. Ik ben helemaal gek van Oranje, regelde rond het WK de kaartjes voor de KNVB. Och, de finale in 2010... wat baalde ik. Ver***me, Robben! Maar ik blijf hem de beste voetballer van de wereld vinden. Beter dan Messi. Weet je waar het fout is gegaan? Bij Johan. Johan had de Spanjaarden nooit moeten leren voetballen in de jaren zeventig. Dan waren we nu wereldkampioen geweest.'

Nkani is de onvermoeibare motor van de groep tijdens ons bliksembezoek aan de regio. Met haar telefoon permanent tegen haar hoofd geplakt past ze het propvolle programma regelmatig aan. Een uurtje naar achteren, een uurtje naar voren... haar krijg je niet gek. Niemand eigenlijk, valt ons op als we ons weer ergens naar toe moeten haasten.

'We hebben een gezegde in Afrika. Toen god de mens creëerde gaf hij de blanken het horloge, maar de zwarten de tijd', zegt Muzi met een grijns als we weer het busje ingejaagd worden. 'Neem de tijd als je hier op bezoek komt. Het is toch zonde om deze bestemming af te raffelen? Er zijn alleen al achttien golfbanen in de buurt!'

Dinokeng Game Reserve. Op een half uur van de grote stad vind je de Big Five.

Claustrofobisch

Prachtige banen, vergeet hij eraan toe te voegen. De een nog mooier dan de ander, en echt niet alleen voor de elite. Hoewel we bij bijvoorbeeld de Pretoria Country Club weinig moeite hoeven doen om ons de bordjes 'slegs vir blankes' voor te stellen die hier twintig jaar geleden ongetwijfeld nog stonden.

De uit 1910 stammende course is gastheer van het Tshwane Open maar staat de rest van het jaar voor iedereen open. Mooie brede fairways, lastige greens, heuvelachtig terrein. De par-70 baan zal voor toeristen een hele kluif zijn, de professionals hebben het er niet heel zwaar. 'Het is dat ze de vlaggen op onmogelijke plekken zetten, anders wordt de baan afgebroken', zei de enige Nederlandse deelnemer aan het toernooi in 2016, Daan Huizing, over het parcours.

Vrijwel alle banen in de regio hebben een lange geschiedenis, en bij vrijwel allemaal is deze terug te voeren op de Engelse kolonisten.

Neem de prachtige negen holes van Cullinan, even ten oosten van Pretoria. Opgericht in 1905 door de eerste directeur van de lokale diamantmijn. Destijds op een vrijwel kale vlakte, maar na een goede eeuw rijk voorzien van enorme bomen. De ene hole nog mooier dan de andere. Doglegs, verhoogde greens, korte holes, lange holes, diepe bunkers en natuurlijk een prachtig terras met waanzinnig uitzicht achter de laatste green. Ruimte voor nog negen holes is er niet, maar met verschillende tees op de eerste en de tweede negen is er geen mens die daar om maalt.

De diamantmijn van Cullinan is nog steeds in gebruik, en een van de grootste ter wereld. Treffend, want ook de grootste diamant die ooit is gevonden, komt hier uit de grond. 'De Cullinan Diamond' had het formaat van een vuist, en is deels verwerkt in de kroon van de Britse vorstin. De Amsterdamse diamantair Asscher kreeg hiervoor begin vorige eeuw de opdracht, dus de steen is ook nog in Nederland geweest', zegt de gids die een rondleiding geeft over het terrein van de mijn, die de levensader van het kleine plaatsje vormt. 'Er was zoveel angst dat er tijdens het transport iets met de steem zou gebeuren dat er uiteindelijk voor gekozen is hem per gewone pakketpost te versturen. Zo onopvallend mogelijk. Niemand die er erg in had dat de duurste en grootste diamant ter wereld in dat bruine papier zat.'

Een kleine vijftienhonderd mensen zijn werkzaam in de diamantmijn, honderden mensen doen werk dat er zijdelings mee te maken heeft – in restaurants, hotels, musea – en de mijn geeft veel terug aan de stad. De watervoorziening, de elektriciteit, het bestaat allemaal deels omdat de eigenaar van het bedrijf zich er ooit over heeft ontfermd. Het terrein is enorm – het gangenstelsel onder de grond is ruim 450 kilometer lang en het oorspronkelijk mijngat is maar liefst een kilometer lang, vijfhonderd meter breed en vierhonderd meter diep – en aan het graven komt voorlopig geen eind. 'Er is berekend dat er nog zeker tweehonderd miljoen karaat in de grond zit, dus daar zit nog wel wat werk in', licht de gids toe. ' Daarbij hebben we het dan nog niet eens over de afgewerkte grond die we met nieuwe technieken opnieuw aan het doorzoeken zijn. Op die manier hebben we vorig jaar nog bijna een miljoen karaat gewonnen. Sterker, een van de duurste diamanten aller tijden komt uit dit restmateriaal.'

We mogen – héél gek – dan ook niet uit de tourbus om even over het terrein te dwalen. 'Je kunt bewust of onbewust zo een klein kapitaal meenemen', zegt de gids. 'Niet voor niets zijn de veiligheidseisen hier enorm. Het gebouw waar de grond wordt gesorteerd heeft bijvoorbeeld geen ramen. Dan kan je ook niet in de verleiding komen om wat naar buiten te gooien, moet je maar denken.'

Wie toch plannen heeft: er zijn rondleidingen over het terrein, en voor de echte dappere zielen is er zelfs een echte mining experience. Niet aan te raden voor mensen met claustrofobie: de toer duurt een dag en je gaat honderden meters mee naar beneden.

Cullinan Golf

Extra meters

Voor wie niet op een dagje in het donkere binnenste van de aarde zit te wachten, zijn er prachtige bovengrondse alternatieven in de buurt. Letterlijk hoog boven de grond soms – voor wat adrenaline ga je ziplinen over een grote kloof. Maar een bezoek aan Zuid-Afrika is natuurlijk niet af zonder een game experience. Er is geen grote stad in Zuid-Afrika waar een wildpark met de Big 5 zó dichtbij is, als Pretoria. Het in 2011 geopende Dinokeng Game Reserve ligt nauwelijks vijftig kilometer ten noorden van de stad en de Mongena Game Lodge is een uitstekende uitvalsbasis voor een kort verblijf in combinatie met een safari. In een luchtballon, te voet, of – zoals wij – in een grote open wagen die door ranger Zane behendig over het ruige terrein wordt gestuurd. Samen met spotter Joma slaagt hij er feilloos in een groot aantal dieren te vinden. In de verte flaneren een paar giraffes, twee neushoorns staan ons rustig na te kijken, een enorme olifant kuiert op nauwelijks drie meter langs de auto en voor we het weten staan we midden tussen een groep jagende leeuwen. 'Het terrein is achttienduizend hectares groot en je moet altijd maar afwachten wat je tegenkomt', zegt Zane. Lachend: 'Maar ik zeg wel altijd aan het begin dat ik écht niet voor elke zebra ga stoppen... dan kan je wel aan de gang blijven.'

Niet alleen op het wildpark en op het terrein van de lodge – de zebra's staan letterlijk onder je raam te grazen – zien we dieren. Ook op golfbanen wemelt het van het (klein) wild. Een keur aan vogels, hier en daar een groepje apen, en op een baan als Waterkloof kun je de zebra's en giraffen soms achter het clubhuis langs zien lopen.

Waterkloof is een van de jongste banen die we tijdens ons bezoek aandoen. Achttien holes, geen geweldig design, matig onderhoud. Zo zit er in de bunkers maar een paar millimeter zand en treft je club daaronder meteen een laag beton. Het is niet slecht, maar ons hart ging er niet sneller van kloppen, ook al omdat de baan pal aan de snelweg ligt en het een drukte van belang is op het aanpalende militaire vliegveld.

Nee, dan de Irene Country Club, wat een baan is dat. Een prachtige uit 1911 stammende countryclub. Op zondagmorgen zijn de tennisbanen allemaal bezet, de oudere dames en heren vermaken zich op de bowlinggreens en verderop zijn wat heren druk met een potje cricket. Het geeft ons alle tijd en ruimte op de golfbaan. Een course waar je op een willekeurige zondagochtend nauwelijks twintig euro kwijt bent voor achttien holes. Net als alle andere banen die we bezoeken is ook Irene lang. Maar liefst 6500 meter vanaf geel. De banen liggen echter allemaal zo hoog boven zeeniveau dat je zomaar tien procent cadeau krijgt. Het is even wennen bij het kiezen van de juiste club, maar daarna voelt het maar wat fijn om een par-5 van 563 meter ' gewoon' in drie slagen te halen.

Voor nog geen twee tientjes speel je op de Irene Golf Club.

Geen haast

Onze laatste baan opende de deuren aan het begin van deze eeuw. De door Gary Player ontworpen Blue Valley Golf Course is ruim opgezet en heeft niettemin alle ruimte voor honderden huizen op het terrein. 'We bouwen in delen, maar elke keer als we wat op de markt gooien is het zo verkocht', zegt PGA-professional Jacques du Toit. 'Het zijn voor de meeste mensen geen vakantiehuizen, maar echt woonhuizen. Het is vanaf hier maar een half uurtje rijden naar Pretoria, dus zo gek is dat niet', aldus de pro die jarenlang in Praag woonde en daar zijn brood verdiende als playing en teaching professional. 'Er komen hier veel gasten en we zijn van alle gemakken voorzien. Een prima resortbaan met alles erop en eraan.'

Blue Valley is inderdaad precies dat: een prima resortbaan. Ruim opgezette greens, hier en daar kort op de huizen, en een paar opvallende holes. Zo delen de eerste en de tiende hole een green, doet de zestiende hole een beetje Brits aan met een grote muur achter de green, en is de zeventiende een hole waar je echt even op het uitkijkpunt moet gaan staan. Niet omdat de omgeving nou zo mooi is, maar omdat de hole nogal typisch is.

Veel tijd om daarover na te denken krijgen we niet. Door moet het, even terug naar ons mooie B&B Montpelier, en dan snel weer verder, naar het enorme beeld van Nelson Mandela voor de Unity Buildings, een bliksembezoek aan een township, een braai, een duik... en dan zit het er alweer op. Als we ons met het zweet op onze rug bij de balie van de luchthaven melden, moeten we toch weer even aan de compleet ontspannen Muzi denken. Hij had gelijk. Voor Zuid-Afrika, voor de City of Tshwane moet je je tijd nemen. De geschiedenis is hier tenslotte ook nog niet af. Waarom zouden wij ons dan haasten?

(Dit verhaal verscheen eerder in Golfers Magazine 8)