Standplaats Turkije II

Golfers Magazine ontving een uitnodiging om naar het Turkish Airlines Open te komen

turkish airlines open

Een week mee 'op Tour' is ook een weekje leven zoals de professionals doen. Tenminste, in dat ritme, want gelukkig hoeven we zelf niet te spelen tijdens het Turkish Airlines Open. Gelukkig ja, want de beste spelers van het circuit lieten het er op dag 1 dan wel meestentijds uitzien of golf eigenlijk een heel makkelijk spelletje is, zelf herken ik meer in de drie op dezelfde hole in het water geslagen ballen van Padraig Harrington...Hopelijk doen we het zondagavond, als de pers na afloop van het toernooi zelf de uitdaging met The Montgomerie Maxx Royal aan mag gaan, anders. Al was het maar omdat er slechts twee sleeves ballen in de tas zitten.

Nee, het ritme is vooral de ijzeren regelmaat van de dag: opstaan, ontbijten, naar de baan, stukje tikken, Luiten volgen in de baan, stukje tikken, terug naar hotel, eten, dag voorbij. Ruimte voor meer is er meestal niet. Vervang 'stukje tikken' door 'oefenen' en 'Luiten volgen in de baan' door 'Luiten zijn in de baan' en de overeenkomst is duidelijk.

Het ritme van een tourspeler is gerust pittig te noemen. Zowel Joost als Maarten hadden het er de afgelopen dagen over: van China naar Turkije, vijf uur tijdverschil, aankomen op maandag, meteen een oefenronde spelen 'met je jet-lag', en dan op dinsdag de pro-am. Niets rust na een week hard werken, gewoon direct door naar het volgende toernooi. Zeker in de laatste weken van het jaar, als het circus van China, naar Turkije, naar Zuid-Afrika en tenslotte naar Dubai gaat, is het tempo moordend.

In het Maxx Royal Belek Golf Resort waar de meeste spelers zitten is het 's avonds dan ook snel stil. Er is een bowlinghal, een arcaderoom, een bioscoop - je kan het zo gek niet bedenken – maar spelers tref je er nauwelijks, hooguit in het enorme restaurant waar je – alle luxe ten spijt – ook de 'keerzijde' van het tourleven ziet: het is niet alleen hard werken en veel reizen, het kan ook behoorlijk eenzaam zijn.

Het is me door de jaren heen al vaker opgevallen, maar de meeste spelers trekken in het hotel vooral hun eigen plan. Zelden zie je groepjes spelers samen aan de dis. De spelers die hun gezin bij zich hebben hebben wat te kletsen aan tafel, of rennen, zoals alle ouders van jonge kinderen in restaurants, achter hun kroost aan. Wie zijn vrouw of vriendin in de buurt weet heeft ook aanspraak, maar er zullen niet veel spelers zijn die hun partner week in week uit bij zich hebben.

Het gros van de spelers reist alleen met zijn caddie, en omdat de caddies over het algemeen in andere hotels zitten, zie je 's avonds in het restaurant veel tafeltjes met daaraan één persoon: in straf tempo dooretend, starend naar een schermpje of de omgeving in zich opnemend. Het tourleven kan hartstikke mooi zijn, maar in je eentje in een restaurant is nooit gezellig. Vanavond dan maar wel aanschuiven aan het tafeltje van Martin Kaymer, die een tafel verderop in zijn eentje in straf tempo doorat, terwijl hij op zijn scherm staarde en af en toe om zich heen keek. Of toch ook zelf maar weer precies dat doen? Zei ik niet dat een weekje mee op Tour een weekje leven als de professionals inhield?

World
  • Golfers Magazine