Ryder Cup (3) – zo speel je matchplay

We blikken deze week vooruit op de Ryder Cup. In deel 3 de beste matchlaytips van Mr. Ryder Cup, Ian Poulter.

Uit Golfers Magazine: Ryder Cup (3)

'Speel agressief en geef nooit op'

Ian Poulter speelde tot nu toe in vijf Ryder Cups, waarvan hij er vier won. Hij verdiende in totaal 13 punten voor Europa. De vechtlucht van de 42-jarige Engelsman is legendarisch en maakt van hem een gevreesde en bewonderde matchplayer. 'Probeer alles te holen' en andere tips.

1. Agressieve strategie

Als er een kans is om voor de green te gaan, dan grijp ik die. Op een korte par-4, of waar ik ook een kans heb om een drie te maken, speel ik in matchplay heel agressief. Je moet risico's nemen. Met voorzichtig spel win je geen matches. Als het kan moet je driver slaan, om een zo kort mogelijke approach over te houden. Als jij het niet doet, doet je tegenstander het en die kans wil je 'm niet geven.

2. Focus op je spel

Ik ken de theorie dat je van de tee korter moet opleggen, zodat je als eerste naar de green kunt om druk op je tegenstander te leggen, maar daar geloof ik niet in. Als je goed speelt maakt het niet uit of je als eerste of tweede slaat. Ik concentreer me op mijn eigen spel. Het maakt me niet uit of mijn tegenstander de bal op één of tien meter slaat, ik probeer 'm toch naast de vlag te slaan. Als hij 'm dichtbij slaat, voel ik niet meer druk dan ik sowieso al voel, want ik probeer de bal nog steeds uit te holen.

3. Elke putt is belangrijk

Elke putt is belangrijk en daarom is het zo belangrijk om de bal dichter bij de vlag slaan dan je tegenstander. Als mijn tegenstander 'm op 7 meter slaat en ik op 3, dan weet ik dat mijn putt voor de winst of een halveis. Ik probeer altijd een putt over te hebben om de hole te winnen, en daarom speel ik altijd agressief als ik de greens aanval.

4. Probeer alles te holen

In matchplay probeer ik elke slag die ik naar de vlag sla uit te holen, van approaches tot putts. Of het nu een putt van een meter of van vijftien meter is, ik probeer 'm te maken – niet alleen bij de hole te leggen. Daarom chip ik bij matchplay altijd agressief en laat ik de bal zelden te kort. Als hij valt kan voor sommige spelers een mokerslag zijn, omdat ze niet verwachten dat je 'm maakt.

5. Laat ze uitholen

Ik heb weleens gehoord dat je vroeg in de wedstrijd putts moet geven, zodat je tegenstander later meer druk voelt, maar dat is absolute onzin. Als je een putt van 1 meter geeft, mag een speler de bal alsnog als oefening uitholen, dus die theorie gaat helemaal niet op. Laat ze – op een simpele tap-in na – altijd alles uitholen.

6. Verwacht het onverwacht

Ik probeer altijd alles uit te holen en verwacht hetzelfde van mijn tegenstander. Zelfs als het lijkt alsof je tegenstander de hole al verloren heeft, moet je agressief blijven spelen en verwachten dat hij zijn volgende slag uitholet. Er zijn echter ook momenten dat je verstandig moet zijn. Je wint holes met birdies, maar als je tegenstander in het water ligt en hij hoogstens een bogey kan maken, is het niet nodig om overdreven risico te nemen en hem door een fout van jou weer een kans te geven. Neem genoegen met een par als het genoeg is om de hole te winnen – hou je tegenstander alleen onder druk.

7. Geef de hole niet weg

Je gaat sowieso slechte ballen slaan, maar zorg dat je volgende dan een goede is. Als een slechte drive je dwingt om op te leggen, sla je approach dan dichter bij de vlag dan je tegenstander, zodat hij moet werken om de hole te winnen. Mis je een green? Sla je chip dan dicht bij de vlag. Er is niets ergers dan een hole cadeau geven.

8. Het is nooit voorbij

Ook al sta je 5-up of 5-down, het is nooit voorbij. Wat de stand ook is, ik speel agressief, want ik heb voldoende wedstrijden gezien die uit verloren positie toch werden gewonnen. Soms krijg je birdie na birdie om je oren en kun je er niets aan doen. Je tegenstander kan geweldig uit de starblokken komen, maar je moet positief blijven spelen en elke hole proberen te winnen. Blijf positief.

Dit artikel verscheen eerder in Golfers Magazine 7.