Ik voel nattigheid...

De mooi-weer-golfers hebben hun spullen al weer lang en breed opgeborgen, maar voor de die-hards gaat het golfseizoen altijd door

herfst

En terecht, want de vaak bescheiden Hollandse winter biedt regelmatig nog prachtige golfdagen. Het kan echter ook spoken, dus zorg wel dat je bent voorbereid op een flinke bui, harde bunkers en andere uitdagingen. We zetten een aantal tips voor wintergolf op een rij.

Warm en droog – We kunnen het niet vaak genoeg zeggen: meerdere dunne laagjes beschermen je het best tegen de elementen, zonder dat ze je bewegingsvrijheid te veel beperken. Mogelijke opties zijn: thermolaag, polo, sweater, vest, windbreker en regenjack. Zo kun je alles handelen wat de weergoden jouw kant opsturen en ben je flexibel als de weersomstandigheden ineens omslaan.

Altijd grip – Golfen in de regen is lastig, maar het spel wordt schier onmogelijk als de club in je handen begint te draaien. Zorg dus altijd voor een paar regenhandschoenen in de tas. En een extra gewone handschoen, voor als na het noodweer de zon weer doorbreekt. Ook met ijsklompjes is het trouwens lastig swingen, dus hou je handen zo warm mogelijk. Met een tas op je rug, kun je ze in je zak steken, maar als je een kar moet duwen, is een want wellicht handig.

Travel light – Bij een extreem natte baan of vorst gaan trolleys in de ban, maar dat betekent niet dat jij onverrichterzake naar huis moet. Een extreem licht draagtasje met een handvol clubs is zelfs voor de fysiek beperkte golfer meestal nog wel negen holes mee te sjouwen. Met een beperkt aantal clubs train je automatisch verschillende slagen en je zult verbaasd staan hoe goed je nog scoort met een houtje, een hybride, twee ijzers en een putter.

Moddergevecht – Vanaf dit jaar mag je ook een ingebedde bal in de rough oppakken, schoonmaken en droppen (tenzij een plaatselijke regel dit verbiedt). Op de fairway mocht dit altijd al. Check voor je ronde sowieso altijd even of je mag 'Plaatsen' en of niet toevallig de plaatselijke regel 'Bal schoonmaken' van kracht is – de eerste geldt alleen op de fairway, de laatste kan je op meerdere plekken door de baan helpen aan een bal zonder modder.

Hybride hulp – Als de ondergrond nat en zacht is, graven ijzers zich makkelijk in en moet je extreem secuur zijn om fatsoenlijk balcontact te maken. Lukt dit niet, dan hoor je het bekende 'flatschhh' en kun je het tien meter verderop opnieuw proberen. De brede zool van een hybride biedt een veel grotere foutmarge, zowel bij lange slagen als bij chips rond de green. Ook glijdt het ronde clubhoofd makkelijker door de natte rough. Alle hulp is welkom.

Herfstbunkers – Nat zand geeft de bal meer energie mee dan droog zand, dus hou er rekening mee dat de bal verder vliegt. Normaal gesproken is bounce in de bunker je vriend, maar als het zand door de regen hard en compact is, kan je wedge er makkelijk af stuiteren, waardoor je de bal dun raakt. Hou je stand en het clubblad in dit geval gewoon haaks op het doel en schep de bal er met een flinke lading zand uit. Niet mooi, wel effectief. Let op: de bal vliegt wel wat lager en rolt meer door.

Poetsen – Na een rondje survivalgolf is er niets fijner dan een douche en dat geldt ook voor je clubs. Boen ze even schoon en maak ze goed droog, want vocht is de ultieme vijand van staal. En je wilt bij je volgende ronde (als het hopelijk beter weer is) toch weer een blinkende club uit je tas kunnen pakken, in plaats van een onherkenbare klomp modder, waarvan de groeven zo vol zitten met rotzooi en roest dat je met geen mogelijkheid spin op je bal krijgt.

Sneeuwgolf - Oké...er zijn zelfs voor de groote die-hards grenzen. Of zou de drivingrange open zijn?

World
  • Getty Images