De dictator van Augusta - I

Voor velen is The Masters het mooiste Major, maar het is ook het kampioenschap van Clifford Roberts, de man die decennialang met ijzeren vuist regeerde op Augusta National. Vandaag deel 1 van dit verhaal uit Golfers Magazine.

De dictator van Augusta - I

De naam van Bobby Jones, de winnaar van de Grand Slam in 1930, is onverbrekelijk verbonden met die van de Augusta National Golf Club en dus met die van Clifford Roberts. Zonder Jones had een van de beroemdste banen van de wereld nooit bestaan. Van Clifford Roberts hadden in dat geval alleen bankiers en investeerders in New York gehoord.

Maar het is ook zo dat Augusta National nooit zou zijn gerealiseerd als Bobby Jones diezelfde Clifford Roberts niet tegen het lijf was gelopen. De twee ontmoetten elkaar een paar keer tijdens grote kampioenschappen, waar de fan Roberts zich vergaapte aan het spel van de amateur, samen met Jack Nicklaus en Tiger Woods de beste speler van de twintigste eeuw. Na afloop van de ronde was er voor Roberts vaak tijd om een praatje met de sterspeler aan te knopen. Dat was voor het eerst in 1926, na de door Bobby Jones verloren finale van het U.S. Amateur.

‘Met een half dozijn anderen dronken we iets met de verliezer’, zei Clifford Roberts later. ‘We probeerden hem samen een beetje op te beuren.’

Vier jaar later ontmoetten de twee elkaar in de winter min of meer toevallig in Augusta, waar zij op uitnodiging van een gezamenlijke vriend golften en in hetzelfde hotel logeerden: het Bon Air-Vanderbilt.

Voor Roberts was zo’n trip een manier om even aan de koude winters in het noordoosten van de VS te ontsnappen. Jones speelde graag in Augusta, omdat er zelfs tijdens ‘zomaar’ rondjes in zijn woonplaats Atlanta altijd wel honderden toeschouwers meeliepen.

Tussen de bedrijven door kwam Jones’ idee voor de aanleg van een eigen baan in of bij Augusta ter sprake en Roberts liet weten geïnteresseerd te zijn om aan dat project mee te werken.

‘Het was zo dat Bob’s vrienden zo’n course graag in Atlanta zagen komen’, schreef Clifford Roberts in zijn boek The Story of the Augusta National Golf Club. ‘Maar vanwege de enorme belangstelling voor zijn golfrondjes én het zachtere winterweer in Augusta wilde hij per se daar zijn baan hebben.’ Tot grote teleurstelling van zijn vrienden, die meenden dat Atlanta die eer te beurt zou moeten vallen.

Plantenkwekerij
Beiden kenden een voorname inwoner van Augusta goed: Thomas Barrett Jr. Hij wist dat er aan Washington Road een voormalige plantenkwekerij lag, die mogelijk in de smaak van Bobby Jones zou vallen.

De kwekerij was eigendom van de Belgische familie Berckmans, maar na het overlijden van medeoprichter Prosper Julius Alphonse in 1910 was het bergafwaarts gegaan met de Fruitland Nurseries, zoals het bedrijf heette. In 1918 waren de nazaten gestopt met het kweken van planten en struiken.
Opmerkelijk genoeg was er al in 1925 een poging gedaan om het enorme stuk grond in een golfbaan mét hotel te veranderen, maar de ontwikkelaar, Commodore J. Perry Stolz, ging failliet vlak nadat er een begin was gemaakt met het leggen van de eerste funderingen van het hotel.

Begin 1931 reden Roberts en Jones voor het eerst de monumentale oprijlaan, omzoomd door magnolia’s, op. Anno 2019 is die oprijlaan nauwelijks veranderd. De magnolia’s zijn er nog steeds en nagenoeg iedere golfliefhebber kent het beeld van die laan. De bomen zijn oud, stokoud. Ze werden gepland vlak voor de uitbraak in 1861 van de Amerikaanse Burgeroorlog.

Het huidige karakteristieke clubhuis, gebouwd in 1854, fungeerde toen als woning van de familie. Na een korte kennismaking liepen Roberts, Jones en Barrett Jr. naar een plek achter het grote witte huis.

‘Het was een hoger gelegen gedeelte van het landgoed’, schreef Roberts later. ‘We stonden op de plek waar nu de gigantische puttinggreen ligt. Dat gaf ons een uitstekend gezicht over het middenstuk van het gebied, dat was geschoond om planten te kweken. We keken over het licht glooiende landschap, zo’n twee derde van het hele stuk grond. Het is echt waar – en het is een uitspraak die al vaak is geciteerd – dat Bob er één keer naar keek en zei: ‘Perfect! En dan te bedenken dat dit terrein er al die jaren heeft gelegen, wachtend op iemand die langs kwam en er een golfbaan op aanlegde.’

Het was Roberts die de aankoop van de grond, de aanleg van de baan en de oprichting van de club in goede banen leidde. Hij was de man van de geldstromen en de contacten met tycoons. En dat contact was nodig, want twee jaar na de beurskrach was de wereld in een diepe financiële crisis gestort. Het kostte Clifford Roberts veel moeite om de aanleg van de baan te financieren, want de belangstelling voor een lidmaatschap was in de eerste jaren gering.

Een aandeel ter waarde van vijfduizend dollar, een entreegeld van 350 dollar en een jaarlijks lidmaatschapsgeld van zestig dollar – het was voor het overgrote gedeelte van de aangeschreven heren – dames waren absoluut niet welkom – niet interessant. Iets meer dan een jaar na de start van de landelijke wervingsactie stonden er 66 namen op de ledenlijst.

Zelfdoding
Bobby Jones liet Roberts zijn gang gaan: hij was de man van de golfideeën. Samen met de Schotse architect Alister Mackenzie zorgde de golfer Jones voor een ontwerp dat nog steeds wordt geroemd.

Het was dan ook voor de hand liggend dat Clifford Roberts bij de oprichting van de club in 1931 voorzitter werd. Hij bleef dat tot 29 september 1977, de dag dat hij op 83-jarige leeftijd aan de oever van Ike’s Pond, bij de Par 3 Course, met een pistool een einde aan zijn leven maakte.

Roberts wist dat hij ziek en zwak was (als gevolg van een lichte beroerte), dat hij niet kon leven zoals hij wilde leven, en wenste een lijdensweg te voorkomen. Hij had meegemaakt hoe zijn grote vriend en held Bobby Jones door een aandoening aan zijn ruggengraat invalide was geworden en uiteindelijk in 1971 op 69-jarige leeftijd was gestorven.

Waar Roberts op Augusta National is begraven of waar op de baan zijn as is uitgestrooid, is altijd onbekend gebleven. De mannen die dat wisten, zijn zelf al weer jaren geleden overleden. Is het bij de par-3 baan, ergens in Amen Corner? Bij de vijver van de par-5 vijftiende? Niemand die het met zekerheid kan zeggen.

Typisch Roberts, die er altijd alles aan deed om de magie van Augusta en The Masters in stand te houden. En als daar harde woorden of moeilijke beslissingen voor nodig waren, dan was dat geen probleem voor Roberts, die als zakenbankier gewend was om knopen door te hakken. In gemakkelijke en moeilijke tijden.

Verkoper van mannenkleding
Clifford Roberts werd op 6 maart 1894 in Iowa geboren, op de boerderij van zijn grootouders. Via Kansas en Californië belandde het gezin in Texas, waar zijn moeder Rebecca in 1913 een einde aan haar leven maakte. Door de vele verhuizingen, het instabiele huwelijk van zijn ouders en het drama rond zijn moeder waren Robert en zijn broers en zussen snel volwassen. Hij begon zijn carrière als rondreizende verkoper van mannenkleding. Hij bleek een natuurtalent te zijn die meer verkocht dan de fabrikant kon vervaardigen. Vervolgens maakte Clifford Roberts de overstap naar de olie-industrie in Texas. 
In 1918 moest hij als dienstplichtig militair naar Frankrijk – na een korte opleiding in Augusta (!) – maar nauwelijks een maand na zijn aankomst in Europa werd de wapenstilstand getekend. In mei 1919 keerde hij terug naar de VS. Daar lokten de financiële markten, waar Roberts gestaag meer en meer geld verdienden – tot de beurs in het najaar van 1929 instortte.
Roberts had intussen wel geleerd dat het niet onverstandig zou zijn om te leren golfen. Het was dankzij die beslissing dat hij uiteindelijk in contact kwam met de levende legende Bobby Jones.

Mannenclub
Clifford Roberts had van meet af aan het plan om van Augusta National een club voor mannen te maken, een zogenaamde stag club.Golf, bourbon, steaks en bridge. Dat waren voor Clifford Roberts naast golf belangrijke zaken.

Het huis dat in de buurt van de eerste tee stond, werd gekocht en afgebroken. Het idee dat er vlakbij de baan een gezin met kinderen zou kunnen wonen, was als een nachtmerrie voor hem.

Het was dan ook geen wonder dat hij in zijn testament een groot gedeelte van zijn geld – Roberts was niet steenrijk, maar zeker ook niet onbemiddeld – naliet aan een stichting die zich bezighield met geboortebeperking.

Een man die lid wilde worden van Roberts’ club bleek vijf kinderen te hebben. ‘Iemand die dom genoeg is om zoveel kinderen te hebben, is niet intelligent genoeg om lid van Augusta National te worden’, was zijn reactie.
Dat er inmiddels (enkele) vrouwen lid zijn en dat op de zondag voor The Masters op Augusta National sinds enkele jaren de finale van de Drive, Chip & Putt-wedstrijd voor kinderen wordt gespeeld, geeft aan dat de club zeker na het aantreden van Billy Payne als voorzitter sinds 2006 een geheel andere wind waait op 2604 Washington Road.

Persona non grata
Maar wie tot 1977 wél lid was geworden of op Augusta National werkte, kreeg te maken met de autoritaire leiding van Clifford Roberts. En dat gold ook voor de deelnemers aan The Masters en voor omroepmaatschappij CBS dat het kampioenschap sinds 1956 uitzendt.

Geen onvertogen woord over The Masters mocht er uit de mond van een verslaggever komen. Er waren daar duidelijke regels over.

Toen Jack Whitaker in 1966 tijdens de laatste ronde de schare toeschouwers bij de achttiende green als een mob sceneomschreef, ontplofte Roberts bijna. Een dag later – de 18-holes play-off werd op maandag gespeeld – rondde Whitaker, die een alom gerespecteerde vakman was, de uitzending na de winnende putt van Jack Nicklaus snel af. Er was geen tijd voor de traditionele prijsuitreiking in de Butler Cabin omdat het CBS Evening News met een andere grootheid, Walter Cronkite, op het punt van beginnen stond.

‘You didn’t mess with Cronkite’, zei Whitaker later. Maar Clifford Roberts was nu helemaal over de rooie. Jack Whitaker was persona non grata geworden en hij mocht pas na zes jaar terugkeren. Bij de directie van CBS wist men niet hoe met deze situatie om te gaan. Het hoofd van sportafdeling wachtte tot vlak voor The Masters van 1967. Pas toen werd hem dit en passant tijdens een taxirit meegedeeld.

(Ook na de dood van Roberts is Augusta National scherp gebleven op wat de verslaggevers van CBS zeggen. Gary McCord, al decennia een van de vaste golfcommentatoren, zit sinds 1994 op het strafbankje) nadat hij onder andere had gezegd dat de greens bikini waxedwaren).

Leden van Augusta National waren vaak als de dood voor hun voorzitter. Vergaderingen – als ze al werden gehouden – waren voor Clifford Roberts een mooie gelegenheid om te vertellen wat er in hun naam was gebeurd of ging gebeuren. Kritische opmerkingen, daar was Roberts niet van gediend. President Eisenhower kreeg tijdens zo’n bijeenkomst in 1956 nul op rekest toen hij voorstelde om de grote naaldboom (later beroemd geworden als de Eisenhower Tree) links aan het begin van de fairway van zeventien weg te halen, omdat de meeste van zijn drives er tegenaan kwamen. Roberts verklaarde dat de machtigste man op aarde iets aanstipte dat niet op de agenda stond en schorste de vergadering.

Of daar nog notulen van zijn? Waarschijnlijk niet. Charles Yates was jarenlang de secretaris van de club. Toen Roberts om een verslag van de ledenvergadering vroeg, zei Yates: ‘Bedoel je die van vorig jaar, van dit jaar of van volgend jaar?’

Yates was een begenadigd golfer die in 1938 het Brits Amateur won en die vijf keer de beste amateur tijdens The Masters was. Op een snikhete dag kwam Charles Yates in korte broek de kleedkamer in. Roberts keek hem streng aan en vroeg Yates wat hij ging doen.

‘Golfen, Cliff’.

‘Oh. Op welke club?’

Dit is het eerste deel van een verhaal van Jan Kees van der Velden uit Golfers Magazine 2, 2019.