Column: Jeugd

Ook als je vader bij Golfers Magazine werkt wil dat niet automatisch zeggen dat je zelf gaat golfen. Of wel?

jeugd

Natuurlijk heb ik het geprobeerd, maar eerlijk gezegd heb ik de hoop opgegeven pater golffamilias te worden. Het hele gezin heeft golfles gehad, maar verder dan wat gezamenlijke drivingrangesessies en een paar holes is het nooit gekomen. En een terugkeer naar de baan lijkt ver weg nu alle setjes óf veel te klein zijn geworden en staan te verstoffen in de garage, of via Marktplaats hun weg naar nieuwe gebruikers hebben gevonden. Het was even leuk, maar niet leuk genoeg om ermee door te gaan. Oftewel: de golfloopbaan van mijn twee zonen is voorbij voor deze goed en wel begonnen was.

Daarin zijn ze zeker niet uniek: de afname van het aantal golf spelende kinderen is schrikbarend. Toen ik de cijfers erbij pakte, kon ik mijn ogen nauwelijks geloven en rekende ik ze niet één, niet twee, maar wel drie keer na. Zó'n grote afname? In vergelijking met nog niet eens zo heel lang geleden zijn er bijna vijfentwintig procent minder kinderen onder de tien jaar die golfen, en ook het aantal elf- tot twintigjarigen is met zeventien procent afgenomen.

Waarom? Te moeilijk, te tijdrovend, niet leuk genoeg. Het kunnen allemaal argumenten zijn die een rol spelen bij het besluit de clubs al jong weer aan de wilgen te hangen. Ook een niet-wetenschappelijk onderzoek onder de jeugdafdeling van de familie Paehlig wijst op een combinatie van deze factoren.

Neem F. Haalde zijn GVB al op achtjarige leeftijd. Met een indrukwekkende souplesse – zelfs een wokkel zou jaloers zijn op zoveel torsie – joeg hij de bal de lucht in. Maar daar sta je dan met je acht jaar, drie turven hoog, op de gele tee van een par-4 van 412 meter... Hij had er niets te zoeken. Hoe ik hem ook probeerde te overtuigen dat hij ook vanaf rood kon spelen, dat zelfs Tiger Woods als kleine jongen een par-4 als een par-8 speelde en dat zijn vader dat de Tiger-par noemde... het overtuigde hem niet. Om niet veel later gedemotiveerd de pijp aan maarten te geven.

Of K. dan. Deed vol enthousiasme mee aan de jeugdinstuif die professional Daniel Jung wekelijks gaf op Golfbaan Waterland. De aanstekelijke drive van de jonge pro en de te winnen chocolade ten spijt: de ene week was het te koud, de andere te warm, dan regende het te hard, dan was het bij wijze van spreken te droog. Kortom, ook achter zijn golfloopbaan werd razendsnel een punt gezet.

Maar soms, heel soms, zegt een van de twee ineens: 'Pap, zullen we weer eens naar de drivingrange gaan?' Het is zaak op die momenten niet direct uit de stoel op te springen en met piepende banden richting range te rijden, maar nonchalant te zeggen dat dat een leuk idee is, en rustig aan op zoek te gaan naar bruikbare spullen.

Het zaadje leeft nog. Een mens mag hopen. Wie weet komt die golffamilie op een goede dag alsnog tot bloei.

(Deze column stond eerder in Golfers Magazine)