Uit Golfers Magazine 9: Gefocust en tegendraads

Waarom is Francesco Molinari de laatste jaren zo goed geworden? En hoe zit de Ryder Cup-held en Champion Golf of the Year als mens in elkaar?

molinari

Met de beste wil van de wereld zou je niet in staat zijn om Francesco Molinari een rol te geven in een opera geschreven door zijn illustere landgenoten Giuseppe Verdi, Giacomo Puccini en Gioachino Rossini. La traviata, La bohème, Tosca? Niet echt geschikt. Zelfs werk van Wolfgang Amadeus Mozart – met libretto’s van de Italiaan Lorenzo da Ponte – zou niet bij hem passen. Zien we hem bijvoorbeeld stralen in Così fan tutte? Zou wat zijn, met zijn goede vriend Tommy Fleetwood in de andere mannelijke hoofdrol. Maar toch: nee, te onderkoeld, te planmatig.

De op 8 november 36 jaar geworden Molinari is echter een volbloed Italiaan. Geboren en getogen in Turijn. Studeerde zelfs in die stad. Zijn hele familie juicht voor Juventus, maar Francesco is supporter van het Milanese Inter. Om dichter bij zijn coach Dennis Pugh te zijn, verhuisde hij met echtgenote Valentina naar Londen. Zijn kinderen Tommaso en Emma werden in de Britse hoofdstad geboren. Zijn beste vriend in golf is de man die ook al niet overloopt van emotie: Tommy Fleetwood. Misschien wel daarom vormden ze tijdens de Ryder Cup een dodelijke twee-eenheid. Een combinatie van James Bond en de Italiaanse tv-detective Salvo Montalbano, ook al zo’n eigenzinnig type. ‘Moliwood’ won alle fourballs en foursomes en legde zo op Le Golf National de basis voor een klinkende Europese zege. Dat de Italiaan op zondag ook nog eens zijn single won (4 & 2 tegen Mickelson), was de spreekwoordelijke kers op de taart.

VAN HET VOLK

Als hij niet naar zijn favoriete voetbalclub Inter kan, zit Molinari niet bij Chelsea – met al zijn Italiaanse links – op de tribune. Ook niet bij Arsenal of Tottenham, de twee andere grootmachten uit Londen. Nee, Francesco Molinari is fan van West Ham United, ooit opgericht door arbeiders van een scheepswerf. De Hammers werden nooit kampioen en eindigden vaak in het rechterrijtje van de hoogste Engelse afdeling. Ook dit seizoen in de Premier League verloopt vooralsnog niet geweldig.

Zijn caddie is geen Engelsman, geen Italiaan. De Spanjaard Pello Iguaran is sinds 2016 zijn bagman. ‘Als ik zo hoor hoe hij in elkaar zit, verbaast mij het niet dat Francesco voor Inter en West Ham is', zegt Emile Schelvis, commentator bij Ziggo Sport en groot kenner van het Italiaans voetbal. ‘Beide clubs hebben hetzelfde karakter. Het zijn clubs van het volk. Dat spreekt een man met zijn nuchtere karakter kennelijk aan. Dit past perfect in zijn straatje. Als hij in Nederland zou wonen? Dan was hij fan van Feyenoord. Geen twijfel mogelijk.’

Tegendraads, zo zou je hem dus kunnen noemen. Een golfer die ook weet dat zijn sport in Italië klein is en dat voetbal, wielrennen en Ferrari altijd de voorkeur krijgen in La Gazzetta dello Sport, de op roze papier gedrukte sportkrant die de tifosi onder het genot van een espresso doorbladeren en soms zelfs lezen. Na een zege op de Europese Tour werd Molinari de vraag gesteld of de Italiaanse media er enthousiast over zouden berichten. Zijn reactie, schouderophalend: ‘Ferrari heeft vandaag ook gewonnen, dus...’ La Gazzetta had echter wel oog voor de overwinning van Molinari op Carnoustie en het perfecte werk tijdens de Ryder Cup. Hij stond zelfs op de voorpagina, al kreeg voetbal toch de voorkeur.

DODO

Het is opmerkelijk dat Italië een belangrijke rol speelt in het Europese golf. De Federatie werd pas in 1927 opgericht en met zo’n negentigduizend leden is het een organisatie die veel kleiner is dan bijvoorbeeld de NGF. En waar de Nederlandse federatie al goed op weg is als het gaat om het verlagen van drempels, is in Italië golf nog steeds een elitaire sport. Toch slagen de Azzuri er wel in om met regelmaat goede spelers af te leveren. En goede voorbeelden helpen. ‘Ik was twaalf toen Costantino Rocca in 1995 tijdens het Brits Open die geweldige putt had op achttien’, zegt Molinari. ‘Hij won weliswaar niet, maar Edoardo en ik zaten aan de buis gekluisterd. Op dat moment wist ik dat ik ook goed wilde worden. En nu hoop ik een voorbeeld te zijn voor Italiaanse golfertjes.’

Misschien is het wel goed geweest dat de jonge Francesco in zijn beginjaren in de schaduw stond van zijn anderhalf jaar oudere broer Edoardo. Dat is nu wel anders, maar als dit onderwerp ter sprake komt, is hij er snel bij om aan te geven dat Edoardo een uitstekende speler is die in 2010 in de Ryder Cup speelde en drie keer won op het hoogste niveau. ‘Maar vergeet niet dat Edoardo de nodige blessures heeft gehad en dat hij een paar keer aan zijn hand is geopereerd.’ Dodo won in 1996 het English Boys Under 16 – het begin van een fraaie amateurcarrière. Hoogtepunt was ongetwijfeld de winst in 2005 – als eerste speler van het Europese vasteland – in het U.S. Amateur. In het voorjaar van 2006 mocht hij daarom The Masters spelen. Met zijn broer Francesco als caddie.

Francesco was in dat jaar bezig met zijn tweede seizoen op de Europese Tour. In het najaar van 2004 werd hij vierde tijdens de Qualifying School in het zuiden van Spanje. In zijn eerste jaar op de Europese Tour behield de jongere Molinari vrij eenvoudig zijn kaart. Met zestien gehaalde cuts in dertig toernooien en een zesde plaats in het Johnnie Walker Championship op Gleneagles als beste resultaat werd hij 86ste op de Order of Merit. Hij werkte toen al – net als Edoardo – met coach Denis Pugh. Vijftien jaar later is er nog steeds een sterke band tussen de twee. Om vaker met Pugh op de baan van Wisley – bij Londen – te werken, verhuisde Francesco Molinari zelfs naar de metropool.

Dit soort beslissingen kenmerken Molinari. Hij zoekt steeds naar nieuwe wegen om te behouden wat hij heeft en daar nieuwe elementen aan toe te voegen. Molinari is altijd een goede ballstriker en een matige putter geweest. In het begin van zijn carrière op de Europese Tour had hij een bellyputter in de tas. Die hielp hem onder andere in het voorjaar van 2006 het Italiaans Open te winnen. Hij was de eerste Italiaan in meer dan 25 jaar die in eigen land won.

Zowel in 2006 als in 2016 (foto) won Molinari het Italiaans Open. (Foto: Golfsupport)

LANG EN RECHT

De volgende stap was de zege in het HSBC Champions 2010 in Shanghai, waarin hij Lee Westwood terugwees. Daarna volgde, in 2012, een zege in het Spaans Open. Om de volgende stap te zetten, waren er twee dingen nodig: structureel op de PGA Tour spelen en vanaf de tee meer lengte krijgen. Denis Pugh zei in het voorjaar van 2015 tegen Golfers Magazine: ‘We hebben naar de statistieken en zijn vaardigheden gekeken. Op basis daarvan hebben we bepaald dat hij niet een van de langste hitters op de Tour kan zijn. Maar hij kan vanaf de tee zeker de langste réchte speler zijn. Nu hij dit seizoen meer in de VS speelt, is dat ook zijn doel.’

Hoe zijn ze van plan dat doel te verwezenlijken? ‘In de eerste plaats door zijn dynamische balans te verbeteren’, zegt Pugh. ‘Molinari heeft hard gewerkt om zijn lage rug- en buikspieren te versterken. Dit stelt hem in staat om in zijn backswing meer power op te slaan, die hij bij impact kan gebruiken’, aldus Pugh. Zijn pupil, zo vervolgde hij drie jaar geleden, beschikt ook over de nodige mentale kracht. ‘Hij is een rustige vent, maar schijn bedriegt. Francesco is vastberaden en gefocust op het winnen van Majors.’

Denis Pugh, die ook jarenlang met de eveneens serieuze en gefocuste Colin Montgomerie werkte, sloeg in 2015 de spijker op zijn kop. Pakken we de statistieken erbij, dan hebben Pugh en zijn pupil aan de juiste dingen gewerkt. In 2015 werd hij 43ste in de categorie Strokes gained of the tee. In 2018 zevende. Van al zijn drives van het afgelopen Amerikaanse seizoen op par-4’s en par-5’s belandden er een op de negen in de rough. En Pugh’s lengtewens kwam ook uit. In 2015 waren Molinari’s gemiddelde drives 257 meter lang en in 2018 275 meter. En die gedachte aan het winnen van een Major – ver weg in 2015 – was ook correct.

Maar er was achteraf gezien meer nodig voor de eerste Italiaanse Major-zege. Op de greens is Francesco Molinari nooit een ster geweest, maar met de hulp van topcoach Phil Kenyon kreeg hij wel een consistentere stroke. Dat was stap één. Maar misschien nog wel belangrijker was het werk met een prestatiecoach: Dave Alred. Hij was de man die met onder anderen de Engelse rugbyheld Jonny Wilkinson werkte, waarschijnlijk de beste kicker onder druk ooit. En er zijn best overeenkomsten tussen een kick van dertig meter die tussen de palen moet in een vol, doodstil stadion en de beslissende putt in een groot kampioenschap. Pugh, na het succes op Carnoustie in The Guardian: ‘Phil heeft hem geholpen om een redelijke putter te worden. Dat was genoeg voor Frankie, omdat hij de bal zo goed slaat. En wat Dave betreft: zijn werk heeft ervoor gezorgd dat Francesco zijn focus onder druk steeds weet vast te houden.'

Het maakt Francesco Molinari voor de komende jaren een geduchte tegenstander voor zijn collega's.

(Dit profiel over Francesco Molinari van de hand van Jan Kees van der Velden stond eerder in Golfers Magazine 9)

Tour
  • Getty Images