Ouders

Bemoeien ouders zich teveel met hun kinderen?

Kortgeleden liep ik met vrienden een rondje op de prachtige baan van Het Rijk van Nijmegen. Toen ik af wilde slaan op de eerste hole zag ik in de verte op een andere fairway een klein ventje met zijn vader lopen. Het kereltje was een paar turven hoog en kwam amper boven zijn buggy uit.

Mijn gedachten gingen terug naar de tijd dat mijn volwassen zoons nog mannetjes van een jaar of tien waren. Ik was trainer en leider (af en toe lijder) van het voetbalteam. Het waren geen supertalenten, dat kon iedereen zien. Maar toch waren er ouders die in hun dromen hun zoon al zagen spelen voor volle stadions en een meer dan modale vergoeding.

Een van de eerste dingen die we afspraken was dat we ons zouden gedragen bij scheidsrechters, tegenstander en eigen kinderen. Want al gauw bleek dat ouders van andere teams zich, op zijn zachtst gezegd, nogal lieten horen op een niet al te fijne manier. Op deze manier konden in ieder geval onze jongetjes zich lekker bezig houden met het beoefenen van hun zaterdagse hobby, en wij ook.

Ik vroeg mij af hoe het komt dat ouders van golfende jongetjes en meisjes tegenwoordig ook zo fanatiek zijn.

Ik heb in de afgelopen jaren al zeker twintig keer een ouder gesproken die de nieuwe Joost Luiten in huis heeft of soms zelfs een Tiger Woods. Nee, er wordt in de baan niet gescholden tegen de tegenstander of eigen grut. Maar het fanatisme spat er soms vanaf. Ik moet steeds aan die man denken die ik op mijn eigen Haarlemmermeersche golfclub vaak aan de bar zie zitten als ik weer achttien holes achter de kiezen heb. Hij heeft zijn vaste stek in de hoek van de toog en vertelt mij steevast als ik langs loop dat zijn zoon 'een hele grote' wordt.

Zeker drie keer in de week is hij daar op diezelfde plek te vinden. Zijn zoon heeft dan les en gaat nog een paar holes spelen. Dit tafereel speelt zich al zeker drie jaar af en steeds moet ik horen dat het bijna een hele grote is. Daar gaan we nog veel van horen, aldus de trotse vader. Vooralsnog heb ik hem nog niet voorbij zien komen in de uitslagen, laat staan op de tour. Net als die tientallen andere supertalenten.

Oud-trainer Barry Hughes kwam ik ook vaak tegen met zijn kleinkinderen en als ik dan die kinderen met een grote glimlach zag slaan op de drivingrange, met een goedkeurend knikkende opa, zei de aimabele Welshman 'ze kunnen er niet veel van, maar ze hebben een lol dat wil je niet weten'. En ik ook. Ik hoop dat die grootheden van de toekomst net zoveel lol hebben, maar af en toe twijfel ik er weleens aan. Dat ligt niet aan de zogenaamde talenten, maar wel aan de ouders, die veel te veel verwachten.

(Foto: Istock. Deze column van Andy Houtkamp stond eerder in Golfers Magazine 5)