Je oefentijd is kostbaar, dus wil je zeker weten dat je hem optimaal gebruikt. Dat kun je doen door te trainen op slagen die je tijdens een ronde het meest tegenkomt. Shot Scope laat qua slagfrequentie een duidelijk beeld zien, met een consistente trend bij alle handicapniveaus. Bij jou kan dit er net anders uitzien, dus heeft het zin om je eigen statistieken bij te houden. Maar oefen tot die tijd met deze cijfers in je achterhoofd.
Als je de driver niet meetelt, speelt een 15-handicapper een vijfde van zijn slagen binnen de 45 meter. Train dus op je korte spel.
Meest gespeelde slagen
Voor dit artikel laten we de driver buiten beschouwing, omdat deze bij rondes van alle handicapniveaus een constante is. Dat kan niet worden gezegd van de andere slagen, dus daar focussen we op. De data voor een 15-handicapper (representatief voor alle niveaus) laten zien dat 42 procent van de slagen putts op de green zijn – daar komen we later op terug. Verrassender is dat maar liefst 20 procent van de slagen binnen de 45 meter is: 13 procent binnen de 22,5 meter en 7 procent van 22,5-45 meter.
Minst gespeelde slagen
Slagen van 160-180 meter komen op alle handicapniveaus het minst voor. Een 15-handicapper slaat per ronde gemiddeld maar twee ballen van deze afstand. Ook slagen van 45-70 meter komen relatief weinig voor, al hebben hoge handicappers hier meer mee te maken dan lage. Tussen deze twee afstanden nemen de percentages iets toe, maar van alle slagen zonder driver is slechts 8 procent tussen de 90-135 meter. Dat zijn er vijf of zes in een rondje 85 en is hetzelfde percentage als de slagen van 180 meter en meer (lange par-4's en tweede slagen op par-5's).
Puttfrequentie per afstand
We hebben vastgesteld dat de 15-handicapper bij 42 procent van de slagen een putter in handen heeft, wat neerkomt op circa 32 putts per ronde. De helft van die putts (16) zijn binnen de 1,8 meter. Zeven putts zijn 1,8-4,6 meter en negen keer is het een langere putt. De data laten zien dat middellange putts (1,8-4,6 meter) niet alleen minder vaak voorkomen, maar ook het moeilijkst te verbeteren zijn. Focus dus op lange en korte putts, want deze hebben de grootste impact op je prestaties en scorekaart.
Gevolg voor je training
Deze data laten zien welke slagen je tijdens een ronde het meest tegenkomt en dus het beste kunt oefenen. Een groot deel van je slagen betreft een putt – met het leeuwendeel korter dan 2 meter – dus is duidelijk waar je focus moet liggen. Daarnaast zou je meer aandacht aan je korte spel moeten besteden. Die 13 procent slagen binnen de 22,5 meter verdienen een flink deel van je trainingstijd, gevolgd door slagen van 22,5-45 meter. Je moet je lange spel natuurlijk niet verwaarlozen, maar als de tijd beperkt is, kan prioriteiten stellen zijn vruchten afwerpen.
- Adobe Stock