Course management: kijk naar de statistieken en speel slimmer

Als je tijdens een ronde goede strategische beslissingen neemt, geef je jezelf elke keer de grootste kans op succes. Waar moet je op letten?

Course management: kijk naar de statistieken en speel slimmer

Een ronde golf is niets meer of minder dan een serie uitdagingen die we zo goed mogelijk het hoofd proberen te bieden. Hoe goed dat lukt, is afhankelijk van vorm, fitheid, focus en geluk – en natuurlijk van het weer die dag. Maar één factor is beter te controleren dan alle andere: course management.

Van 135 tot 180 meter is de 15-handicapper twee keer zo slecht uit het zand (67 meter) als van de fairway (33 meter). Ofwel: blijf uit de bunker!

Als jij goede strategische beslissingen neemt, geef je jezelf elke keer de grootste kans op succes. De vier beslissingen die we hier behandelen, zijn de hoekstenen van course management. Speel slimmer en scoor lager.

Welke club moet ik slaan?

Als we het hebben over clubselectie, dan denken we automatisch aan approaches naar de green. Maar er zijn nog twee situaties waarin we goed moeten nadenken over welke club we slaan.

Bij doglegs kan het kiezen van de juiste club voorkomen dat er een boom in onze lijn staat of we in de 'rommel' belanden. Ook bij lay-ups kan het weten van de juiste afstand problemen voorkomen en ervoor zorgen dat je een comfortabele afstand voor je approach overhoudt. Maak gebruik van een afstandsmeter (laser of gps-horloge) en voorkom dat je moet gokken bij het kiezen van de juiste club.

Hou de bal uit de bunker

Vanaf 135 tot 180 meter slaat een speler met handicap 15 zijn bal gemiddeld op 33 meter van de hole, tegen 67 meter uit het zand. Dat is twee keer zo ver! Dit laat zien hoe belangrijk het is om hindernissen te ontwijken, vooral van de tee. Daarom is het zo belangrijk om te weten hoeveel meter het is om over een bunker te komen of er juist voor te blijven – helemaal op banen die je niet kent.

Bewapen jezelf met technologie – in het ideale geval met duidelijke hole-tekeningen en afstanden tot de voor- en achterkant van hindernissen – en het wordt veel eenvoudiger om water en zand te ontwijken.

Opleggen of ervoor gaan?

Veel te vaak maken we belangrijke beslissingen met ons hart, terwijl we dat met ons brein zouden moeten doen. Als we accurate data tot onze beschikking hebben, wordt dat een stuk makkelijker.

Afstandsmeters zoals een laser kunnen hierbij helpen, maar nog beter is het als je een compleet beeld van een hole hebt, waarbij je de lijn van je slag kunt aanpassen en precieze afstanden tot verschillende lay-up-gebieden ziet. Dat maakt het nemen van de juiste beslissing een stuk eenvoudiger en verkleint de kans dat je bal in een hindernis eindigt.

Aanvallen of risico mijden?

Er is een duidelijke relatie tussen greens-in-regulation en scoren. Zelfs een 5-handicapper weet de bal vanaf 45 meter gemiddeld niet dichter bij de vlag te krijgen dan op 4 meter, dus een gemiste green betekent in principe een verloren slag. En toch zijn de GIR-cijfers voor clubgolfers weinig positief, met 7 geraakte greens voor een 5-handicapper en 3 of 4 voor een 20-handicapper.

Ofwel: je moet kiezen voor de approach die je de grootste kans geeft op het raken van de green, en lastig gestoken vlaggen niet aanvallen. Zorg dat je weet waar de vlag staat, en ga voor de ruimte als hij voorop, achterop of aan de zijkant staat. Je maakt eerder twee putts dan een up and down.

Tips
  • Adobe Stock