Op zoek naar nieuwe wedges? Let op deze 5 zaken

Voor goed kort spel heb je goede wedges nodig. Let op deze vijf zaken bij de aanschaf. Een lesje bounce, grind en spin.

Op zoek naar nieuwe wedges? Let hierop

1. Lofts en gapping

Als je speelt met een extra club voor het lange spel, zoals twee of drie hybrides, dan limiteert dat wellicht het aantal wedges in je tas. In dat geval moet je misschien denken aan grotere 'volle swing'-afstanden tussen elke wedge, om er zeker van te zijn dat je nog wel effectieve opties hebt voor verschillende slagen.

Denk ook na of je elke wedge voor volle slagen gaat gebruiken. Is dat het geval, zorg dan voor logische gapping (afstandsverschillen). Gebruik je de lob wedge (of misschien zelfs sand wedge) niet voor volle swings, dan zijn carry-afstanden wat minder belangrijk dan de prestaties bij het pitchen en rond de green, al zouden we ze niet helemaal vergeten. Ga uit van 10 tot 15 meter verschil tussen de wedges.

2. Grinds

De grind van een wedge betreft de vorm van de zool en welke invloed deze heeft op het contact met de grond. Optimaliseer deze naar aanleiding van je swing (steil of vlak) en de ondergrond waarop je meestal speelt (hard of zacht).

Speel je de meeste slagen met het clubblad loodrecht op het doel (in plaats van open), dan biedt een 'full grind' de meest natuurlijke bounce en vergevingsgezindheid. Je hoeft het clubblad dan niet open te zetten om de bounce van de zool zijn werk te laten doen.

3. Bounce

Bounce is de hoek tussen de grond en het hoogste deel van de ronding van de zool. Dat klinkt ingewikkelder dan het is. We hebben het over het gat tussen de voorkant en waar de zool de grond raakt. Deze hoek is belangrijk omdat hij invloed heeft over hoe de wedge reageert op contact met de grond.

Als de grond van je homecourse meestal zacht is, wil je meer bounce, zodat de club zich minder snel ingraaft. Speel je vaak op harde, droge banen (zoals links of in Zuid-Europa), kijk dan naar minder bounce, omdat dit de club dichter bij de grond brengt in plaats van dat hij wordt 'weggeduwd'.

Naast de ondergrond is ook je swing een factor om rekening mee te houden bij de keuze voor bounce. Golfers met een steile swing of late release hebben vaak baat bij meer bounce, terwijl minder bounce de veelzijdigheid bevordert bij een vlakkere swing.

4. Finish

De meeste producenten bieden verschillende afwerkingen van het clubhoofd, en het is meer een kwestie van smaak dan dat het invloed heeft op de prestaties. Vaak kun je kiezen voor chroom of een donkerder alternatief. De laatste glinstert minder in de zon en oogt wat compacter. Soms heb je ook nog een model in een 'raw' finish, die na een tijdje gaat roesten. Er wordt wel gezegd dat die iets meer spin genereert, maar dat is alleen het geval in bepaalde condities.

5. Groeven

De bal krijgt spin door contact met het clubblad. Hoe beter het balcontact, hoe meer spin je genereert. Minder direct contact zorgt dus voor minder spin, maar hierbij spelen groeven ook een rol.

Groeven zijn ontwikkeld om vuil en vocht af te voeren, zodat deze stoorzenders minder invloed hebben op het balcontact. Als de groeven 'vol' zitten, zoals in natte condities of als je ze niet schoonmaakt, dan kan het vuil nergens heen en krijg je minder spin. Microgroeven (de ondiepe freespatronen tussen de groeven) helpen om in deze allesbehalve ideale situatie toch nog enige spin te genereren.