Dit is waarom je echt moet gaan golfen in Schotland

Ayrshire is niet de enige plek met schitterende linksbanen maar als je op golfpelgrimage naar Schotland gaat, dan is de westkust wel zeer het overwegen waard.

Dit is waarom je echt moet gaan golfen in Schotland

Of misschien is er toch een reden om niet naar Ayr af te reizen: de kuststrook van Schotland op een uurtje rijden van Glasgow bevat zoveel banen, zoveel goede banen, dat het nagenoeg zeker tot keuzestress leidt. Het is ondoenlijk om de overvloed aan banen op nauwelijks twintig kilometer van elkaar allemaal in één golftrip te proppen. Zelfs niet als je probeert om structureel 36 holes op één dag te spelen.

Deze gedachte gaat door ons heen als we in het chique clubhuis van het in 1911 geopende maar nog niet zo lang geleden volledig gerenoveerde Dundonald Links het baanboekje downloaden op onze telefoon en daarbij gewezen worden op de nabijheid van al dat moois. Kilmarnock, Western Gailes, North Gailes, Royal Troon, Prestwick: het is maar een greep uit het aanbod van golfbanen die binnen tien kilometer liggen van de plek waar we ons nu bevinden.

Kyle Phillips

'De westkust van Schotland is inderdaad gezegend met een groot aantal golfbanen, van championship courses tot eenvoudige openbare banen. De linksbanen liggen zó dicht bij elkaar dat je zo'n achttien kilometer onafgebroken linksgolf kunt spelen.' Aan het woord is Jamie Darling, head of content bij de relatief jonge onderneming Scotland Where Golf Began, een non-profitorganisatie die ontstaan is vanuit de golfindustrie zelf. Darling: 'Het is ons doel om Schotland nog meer onder de aandacht te brengen als dé plek om te komen golfen. Ik adviseer mensen om een reis samen te stellen met één of twee topbanen en daar een paar minder bekende banen aan toe te voegen.'

Wij gaan mee met de keuze die Darling en het mediabureau voor ons hebben gemaakt, maar wel met enig gevoel van spijt. Want wát een moois moeten we daardoor links laten liggen. Neem Western Gailes, letterlijk aan de overkant van de straat van Dundonald Links. Als je op de door Kyle Phillips gerenoveerde baan in de buurt van het treinspoor komt, is een gehookte wedge genoeg om op de fairways van de buurman te landen. We speelden er jaren geleden eens en namen ons toen heilig voor om er ooit terug te keren. De eerste negen zijn in een woord spectaculair. De lay-out is traditioneel, de rough is killing, de fairways en greens zijn klassiek, en de wind is non-stop aanwezig. Maar het zal dus voor een volgend bezoek aan Schotland.

Hetzelfde geldt voor Royal Troon. Sinds jaar en dag onderdeel van The Open routa en ook in 2024 weer gastheer van het volgens velen mooiste Major. Als je ook maar een beetje houdt van linksgolf, als je ook maar een beetje gevoelig bent voor golfhistorie, dan moet je hier een keer gespeeld hebben.

Verplichte straf

Maar vandaag staat dus Dundonald Links op het programma. Een ruime eeuw geleden aangelegd, in de jaren na de Tweede Wereldoorlog door gebrek aan onderhoud nagenoeg te gronde gericht, en pas sinds enkele jaren, dankzij forse investeringen, weer in volle glorie te spelen. De baan maakt deel uit van een resort dat geen overdaad aan huizen en appartementen kent, maar de accommodaties díe er staan, mag je gerust bijzonder noemen. Wij verblijven in een huis met maar liefst zes slaapkamers, een compleet ingerichte keuken en een woonkamer zo groot als een balzaal ‒ er is zelfs plek voor een pooltafel. Maar het mooist van alles is misschien wel de enorme oefengreen pal aan ons terras, net zo goed als de greens van de baan zelf. We kunnen de verleiding niet weerstaan en lopen meer dan eens naar buiten om nog even een paar puttjes te oefenen of een chip challenge met onze huisgenoten te houden.

'Dat zien we vaker', zegt David Rutherford, de gastheer die ons meeneemt op een tour door het clubhuis en langs de geschiedenis van de baan. Met zijn ongekende enthousiasme en grote gevoel voor humor is hij voor velen hét gezicht van Dundonald Links. 'Over alles is nagedacht, niets is zomaar gedaan. Of het nu gaat om de manier waarop al die oude clubs aan het plafond zijn bevestigd of de materialen die gebruikt zijn om het clubhuis zo gastvrij mogelijk te maken. We willen ons meten met de besten van de besten. Op alle gebieden. Een van die gebieden is duurzaamheid. We worden daar al om geroemd, maar we willen nog veel meer doen. Niet alleen voor onze baan, maar ook voor banen in de omgeving. Zo hebben we een methode ontwikkeld om al het benodigde zand voor het onderhoud zelf schoon te kunnen maken en te distribueren onder banen in de omgeving als daar behoefte aan is', aldus Rutherford, die zijn functie omschrijft als gastvrijheidsgoedgevoelmanager. 'Maar dat paste niet op een visitekaartje.'

Knappe jongen die op tijd aan tafel zit met een eigen green in de achtertuin.

Hindernissen ontwijken

De baan is lang, al is hij gek genoeg korter dan toen hij begin vorige eeuw werd aangelegd. 6700 yards toen om 6400 yards nu. 'Dat is niet extreem lang vanaf de backtee, maar de baan is zó lastig dat 99% van de spelers hier een paar tees naar voren speelt, vanaf wit om precies te zijn', zegt de jonge starter, die zijn cabin heeft ingericht als een kleine voetbaltempel. 'Ik vind golf leuk, maar geef nog meer om voetbal en hardlopen', zegt hij als hij ons de baan in stuurt met de opmerking vooral te proberen uit de bunkers te blijven. 'Daar kom je echt niet meer uit.' Hij grijnst van oor tot oor.

Hoe we ons best ook doen, het ontwijken van de hindernissen valt niet mee. Niet alleen zijn het er veel, vaak zijn ze niet of nauwelijks te zien vanaf de tee of fairway. Het lukt ons dan ook niet om het advies van de jonge Schot op te volgen. Meer dan eens zien we ons genoodzaakt om met de rug naar de green weg te spelen van de vlag, omdat vooruit spelen onmogelijk is. Of de lip is te hoog of je kunt geen stand innemen. Ontwerper Kyle Phillips zei bij een bezoek aan Nederland ooit dat hij, na zijn renovatiewerkzaamheden aan een aantal holes, door een lid van de Hilversumsche was aangesproken op het feit dat ze vanuit de bunker niet meer naar de green kon en dat dát toch niet de bedoeling kon zijn. Nooit zullen we zijn verbaasde gezicht vergeten, net zomin als zijn woorden dat een bal in de bunker een straf moet opleveren. Wat hij daarmee bedoelde, merk je snel genoeg op Dundonald Links.

Charmante rijtjeshuis

Als we klaar zijn op Dundonald Links is er nog genoeg daglicht en een beetje energie over om in de auto te stappen en bij een van de buren te gaan spelen. We kiezen voor Kilmarnock, beter bekend onder de naam Barassie Links, de naam van het 18-holesontwerp dat er sinds 1887 ligt. Net als op Hillhouse, de oorspronkelijke back nine van de Links, is hier maar weinig veranderd sinds de deuren een kleine anderhalve eeuw geleden openden. 'We hebben hier en daar wat aanpassingen gedaan, maar dat is verwaarloosbaar. De meest opvallende wijziging is van een paar jaar geleden, toen we een compleet nieuwe par-3 hebben gebouwd om de loop logischer te maken', zegt manager David Addison als hij ons in zijn kantoor ontvangt. Dat kantoor hangt vol met memorabilia van The Open, waar Barassie door de jaren heen regelmatig een rol in mocht spelen als locatie voor de final qualifier. 'Eigenlijk zouden we dat nog veel duidelijker moeten uitdragen, maar om de een of andere reden zijn we altijd beter geweest in het verstoppen van onze geschiedenis dan in het delen ervan', zegt de manager. Waarna hij ons voorgaat naar de ledenzaal, waar ze met foto's, posters en andere aandenkens een poging doen de historie nu eens wél uit te dragen. 'Wij hebben als enige club vier spelers voortgebracht die een plaats in de Walker Cup kregen. Onze jongens stonden in de baan met Majorwinnaars als Tiger Woods, Phil Mickelson en Bryson DeChambeau. Daar zijn we oprecht trots op.'

Of je nu Barassie Links of de negen holes op Hillhouse speelt, je kunt er zeker van zijn dat je een plezierige dag tegemoet gaat. De fairways zijn relatief breed, de rough is vergevingsgezind en de greens zijn goed. Tel daar de pal aan de baan gelegen charmante rijtjeshuizen bij op, de trein die op nauwelijks tien meter langs de slotholes van Hillhouse rijdt, de enorme gastvrijheid in de shop en je weet: deze baan mag je eigenlijk niet overslaan tijdens je bezoek aan de regio.

Barrassie moet je gespeeld hebben.

Iconische hole

Maar ja, voor welke baan geldt dat nou niet? Zéker niet voor de Prestwick Golf Club, zeggen we maar meteen. Het clubhuis is een museum over de golfsport, waarbij replica’s van de championship belt en de Claret Jug naast de ingang de toon zetten. Niet zo gek ook dat die trofeeën daar staan: op deze uit 1851 stammende baan werd in 1860 de eerste editie van The Open gespeeld. De door Old Tom Morris ontworpen baan telde twaalf holes en werd pas later uitgebreid naar achttien holes. De route die de golflegende vond, zou vandaag de dag door geen enkele club aanvaard zijn. De holes passen vaak maar net, of eigenlijk net niet, en het aantal blinde (af)slagen is groot, met natuurlijk de par-3 vijfde, luisterend naar de naam Himalayas, als meest iconische: de green wordt door een hoog duin volledig aan het zicht onttrokken. Een marshal staat op de heuvel om te kijken of de green vrij is en geeft je een opgestoken duim als je op de green ligt, maar kan je in feite alles wijsmaken. Het verhaal dat caddies de bal nog wel eens snel in de hole willen doen om een hogere fooi af te dwingen, is even mooi als waarschijnlijk.

Prestwick – Birthplace of the Open staat er op de voorkant van het baanboekje – is een echte klassieker. Mooi maar zeker niet goedkoop. In het hoogseizoen betaal je in het weekend zomaar 270 pond voor een greenfee. Maar Prestwick is geen uitzondering, met zijn torenhoge greenfees. Darling erkent dat het even slikken kan zijn, maar dat het simpelweg een gevolg is van marktwerking. 'Iedereen wil de grote championship banen spelen. Je ziet dat al bij het maken van een boeking. Vrijwel alle banen hebben een sterk ontwikkeld clubleven en hoewel gasten altijd welkom zijn, kan het voorkomen dat je soms al een jaar van tevoren moet boeken om bijvoorbeeld op Royal Troon terecht te kunnen. Gelukkig zijn er ook genoeg banen waar je op een laat moment nog terecht kunt of waar je gemakkelijk onder de honderd pond kunt spelen. Denk aan West Kilbride, Gailes Links of Preswick St Nicholas. En geloof me, daar ga je het ook geweldig naar je zin hebben.'

Mooie banen, mooie namen, maar de agenda zit vol en de tijd is op. Er zit maar één ding op: we moeten nog een keer terug naar Ayr. Allerminst een straf, maar welke links laten we dan links liggen?

Where golf began...
Banen & Reizen
  • Scheffler Creative Communication