/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2F8b6H1JnTLg6eRC1750070810.jpg)
Bovenlichaam controleert
De handen en polsen zijn bij het pitchen stabiel, want te veel bewegen zorgt voor variatie in richting en afstand. Er zijn veel manieren om de lengte van een pitch te controleren. Je kunt een andere wedge nemen, korter grippen of de lengte dan wel snelheid van je swing variëren. Welke methode je ook kiest, je wilt dat het clubhoofd 'gelinkt' is aan de roterende beweging van je lichaam.
Armen voor je borst
Het geheim van een goede pitch is het synchroniseren van de rotatie van je lichaam met de beweging van het clubhoofd. Om het makkelijker te maken voor de grote spieren in je bovenlichaam om de slag te controleren blijven je bovenarmen in contact met je torso. Je draait nu simpelweg je bovenlichaam terug en weer richting het doel om de bal te slaan. Je armen en handen volgen de rotatie alleen maar.

Drie tips voor betere pitches
1. Focus op waar de bal moet landen
Bij een pitch ben je vaak gefocust op de vlag. Als je de bal van 40 tot 75 meter dichter bij de hole wilt slaan, moet je gaan nadenken over de plek waar je hem wilt laten landen. Visualiseer hoe de bal na landing zal reageren en naar de hole zal rollen.
2. Ken je afstanden
De meeste amateurs weten niet hoe ver ze de bal met hun wedges slaan. Wat je techniek ook is om afstanden bij het pitchen in te schatten, je moet weten hoe ver de bal vliegt met de verschillende clubs en een wisselende lengte en snelheid van je swing.
3. Oefen met deze scorende clubs
Veel golfers slaan op de driving range drive na drive, en willen ook nog wel even chippen en putten, maar pitchen wordt bij het oefenen vaak vergeten. De meeste driving ranges hebben doelen op verschillende afstanden staan of zijn zelfs uitgerust met Trackman, zodat je kunt werken aan dit belangrijke onderdeel van je spel.
- Ronald Speijer