/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F06%2FOXzvrr7WCNlVSO1749034525.png)
'Je mag me keihard voor de bus gooien. Hou je vooral niet in. Het is terecht. Maar ik ga het écht niet doen.' Dat was de reactie van collega Foeke Collet, nadat de redactie per e-mail was uitgenodigd voor Beat the Pro tijdens het KLM Open en ik hem had gevraagd of hij dit keer de honneurs wilde waarnemen. Zelf was ik tenslotte al eens geweest. Maar nee, mijn collega (handicap 11) durfde niet. 'Ik sta ze al maanden zó slecht te raken... Ik pieker er niet over om mezelf daar voor joker te zetten. Het is niet de vraag óf ik de bal shank, maar hoe hard.' Onvermurwbaar was hij. En of hij het een paar dagen later tijdens een wedstrijd op Golfclub Houtrak nou expres deed of zijn afslag op de par-3 14de ongewild zo hard de bosjes in sloeg, zullen we nooit weten. Wel dat hij zich vervolgens omdraaide en zei: 'Daarom dus niet.'
Comfortzone
Brenda Kroeze en Jan van der Meulen snappen de reactie van mijn collega wel. 'De meeste deelnemers vinden het in meer of mindere mate spannend’, zegt Van der Meulen, een van de twee spreekstalmeesters van dienst. Lachend: ‘En ik weet zeker dat er wel eens mensen de tee betreden terwijl ze denken: waarom doe ik dit?’ Samen met Kroeze ontvangt hij de spelers op de tee en kondigt ze aan. Van dichtbij ziet hij de spanning toenemen bij veel spelers. 'Het ís natuurlijk ook spannend. Ze zeggen wel eens dat je moet doen wat je altijd doet op de golfbaan, maar dat is hierbij eigenlijk per definitie onmogelijk. Vanaf het moment dat je door die poort stapt en richting de tee loopt, ben je je erg bewust van wat je gaat doen. En dat is niet iets wat je dagelijks doet. Dus je bent vrijwel zeker buiten je comfortzone.’
Toch zien hij en Kroeze dat niet iedereen er hetzelfde mee omgaat. Kroeze: 'Wat me het meest opvalt, is dat kinderen er vaak veel lichter in staan. Die vinden het vooral cool dat ze mee mogen doen en zijn niet bezig met wat komen gaat. Natuurlijk willen ze winnen, maar ze gaan er over het algemeen heel open in, terwijl veel volwassenen bang zijn om zichzelf voor schut te zetten.'
De 13-jarige Britt van Leeuwen is daar inderdaad ook totaal niet mee bezig. 'Het is wel spannend, maar niet zo erg. Toen ik vorig jaar voor het eerst mee mocht doen, had ik handicap 36, nu speel ik onder de 10. Of ik de bal wel of niet raak? Natuurlijk raak ik die!', klinkt het vol zelfvertrouwen.
Nachtmerrie
Het doet me terugdenken aan mijn eigen debuut in het in 2016 geïntroduceerde onderdeel van het KLM Open. Omdat ik sceptisch stond tegenover het idee om amateurs in de wedstrijd mee te laten doen, daagde Martijn van der Meulen van TIG Sports me uit het zelf te ervaren. 'Als je het niets vindt, mag je dat schrijven. Maar als je ziet dat het werkt, zou ik het sportief vinden als je dat ook laat weten.' Het werd dat laatste. Omdat ik zag dat het geen invloed had op de wedstrijd. Omdat ik merkte dat de spelers het wel amusant vonden, een amateur die, bevangen door de zenuwen, ineens ervoer wat zij elke dag, elke slag, doormaken. Of, zoals Joost Luiten het zei: 'Hebben wij ook eens wat te lachen.'
Zenuwen waren er zeker toen mijn naam in 2016 omgeroepen werd en ik mijn bal op de tee probeerde te zetten. Probeerde, want nog altijd zie ik mijn van de zenuwen bibberende hand voor me. Ik sloeg geen airshot, maar vond ook de green niet. Mijn bal, geslagen onder toeziend oog van een handvol collega's en 'flightgenoot' Wil Besseling, landde op de fringe en rolde rechts richting de nog goeddeels lege tribune, waarna de referee zijn rode smiley de lucht in stak ten teken dat ik niet gewonnen had.
Jammer? Dat herinner ik me niet. Het gevoel dat me vooral bijbleef, was er een van opluchting. In de nacht voorafgaand aan mijn deelname had ik immers een heuse nachtmerrie gehad. Ik stond op de verkeerde baan, kwam op onverklaarbare wijze plots terecht in een gangenstelsel onder Le Golf National waar ik hopeloos verdwaalde, en werd, vlak voor ik wakker schrok, uitgefoeterd door toernooidirecteur Daan Slooter omdat ik mijn starttijd had gemist. Om te zeggen dat ik op was van de zenuwen, gaat wat ver, maar dát de zenuwen me door de keel gierden kan ik ook niet ontkennen. Het gaat nergens over, het is vooral een mooie ervaring, en toch...

Shanks, toppers en airshots
Een slagje van net meer dan honderd meter, dat is wat de Beat the Pro-hole in de regel behelst. Hoe vaak voer je die gedachteloos uit? Vaak. Al gaat zelfs dat niet voor iedereen op, merkte ik toen ik een praatje maakte met een van de deelnemers die vlak voor mij aan de beurt was. 'Ik denk dat dit de vijfde keer was dat ik überhaupt een bal geslagen heb’, aldus een lachende Rosanne Becker (27). ‘Ik heb veel gehockeyd, maar golf is nieuw voor me. Ik heb mijn deelname gewonnen, maar had geen idee wat ik me erbij voor moest stellen. Misschien dat ik me daardoor nauwelijks zenuwachtig voelde. Ik had niets te verliezen. Al geef ik toe dat ik wel een beetje nerveus werd toen mijn naam werd omgeroepen. Ik sloeg volgens mij een prima bal en de spelers met wie ik speelde, vonden het heel grappig dat ik nog helemaal niet golf. “Good shot”, zeiden ze, ondanks het feit dat ik de green miste.'
Daarin was Becker (die eigenlijk een te hoge handicap had om mee te mogen doen; de grens voor volwassenen is 18 en kinderen moeten maximaal hun leeftijd als handicap hebben) geen uitzondering. Het gros van de spelers haalt de green niet, en nog veel minder slagen erin de pro's te verslaan. Want dat is de uitdaging die voor je ligt. Winnen van de professionals die samen met jou op de tee staan. Nadat zij hebben afgeslagen, mag jij proberen je bal dichter bij de vlag te krijgen. Simpel, toch?
Derksen
Dat valt te bezien. Sinds Beat the Pro in 2016 zijn vuurdoop beleefde, deden zo'n 1.500 golfers een poging. Shanks, toppers, airshots: alle soorten slagen kwamen voorbij. Maar ook goede slagen. Op de veertiende hole van The Dutch, de achtste van Bernardus en de dertiende en elfde van The International slaagden enkele tientallen er de afgelopen jaren in om als winnaar van de baan te stappen. Zo'n tien keer per editie van Beat the Pro is het de amateur die de beste slag van de groep aflevert en gaat er een bord met een groene smiley omhoog ten teken dat de amateur gewonnen heeft. Behalve de eer, complimenten van de pro's en applaus van het publiek levert dat ook twee vliegtickets naar een willekeurige Europese bestemming van hoofdsponsor KLM op.
Die tickets worden niet alleen door de laagste handicappers gewonnen. Ja, Robert-Jan Derksen deed twee jaar nadat hij met golfpensioen was gegaan als gimmick mee, sloeg zijn bal op een klein metertje van de vlag ('nog altijd een van de hoogtepunten van mijn carrière') en versloeg daarmee in de eerste editie onder meer Ross Fisher en Mike Lorenzo-Vera. Maar in 2024 won er iemand die zijn bal niet eens op de green sloeg. Dat was voor het eerst, maar laat het een houvast zijn voor toekomstige deelnemers. Je slag hoeft niet perfect te zijn, je moet ook een beetje geluk hebben met hoe de rest van je groep het ervan afbrengt.
Deur op een kier
Mijn groep bestaat deze vrijdagochtend uit Ricardo Gouveia, Dan Bradbury en het grote amateurtalent Louis Klein. Geen hoogvliegers, maar evengoed golfers die me op de 106 meter lange par-3 11de van The International zullen laten zien wat echt golfen is. De hole mag in vergelijking met die op Bernardus relatief makkelijk zijn, een uitgemaakte zaak dat je de green raakt is het zeker niet. Waar nagenoeg elke misser op de baan in Cromvoirt in het water eindigde, is de kans op een bal in de bunker hier weer heel groot. Rond de green van wat normaal gesproken een par-4 is, liggen maar liefst acht bunkers en de bal moet dus echt de lucht in om in de buurt van de vlag te komen. Met een gelukkige hazennaaier ga je het niet redden. Bovendien zijn de statistieken voor deze afstand van de pro's behoorlijk intimiderend: vanaf honderd meter slaan ze de bal in 85% van de gevallen op de green en vaak behoorlijk dicht bij de vlag.
In die zin zetten mijn flightgenoten de deur op een kier. Ook Gouveia. De Portugees, die al op +11 staat voor het toernooi, weet zijn bal maar ternauwernood achter op de green te houden en ligt misschien wel twintig meter van de pin. Dat hij zijn bal niet veel later vanaf daar uitholet voor een birdie, dat doet er niet toe. Amateurs mogen een teeshot slaan, maar geen voet op de green zetten, laat staan putten.
Als tweede speler is de pas 14-jarige Tsjech Louis Klein aan de beurt. Zijn naam ten spijt een boom van een vent, met een zelfverzekerde oogopslag en de handdruk van een havenarbeider. Zijn bal eindigt op iets meer dan 3,5 meter, waardoor ik mijn kansen enorm zie slinken.
Dan is het de beurt aan Dan Bradbury. Een 24-jarige Engelsman die in 2022 al eens wist te winnen op de DP World Tour. Feilloos slaat hij zijn bal even binnen de drie meter voor hij zich naar me omdraait en zegt: 'Sorry, mate.'
Smiley
Ik ben helemaal niet bezig met het verslaan van de pro's. Mezelf niet voor schut zetten, zoals Kroeze het omschreef, dat is eerder mijn doel. Drie opdrachten heb ik mezelf gegeven: neem goed waar of je net zo nerveus bent als in 2016 (nee, ik kan de bal dit keer zonder beven op de tee leggen), probeer de laatste gedachte voor je slaat te onthouden (jeetje, wat duurt die aankondiging lang) en geef jezelf een kans je collega voor de bus te gooien. Want laten we eerlijk zijn: de handschoen opnemen is één ding, bragging rights krijg je alleen als je er ook een resultaat aan koppelt.
De speaker is nauwelijks uitgesproken als ik mijn ijzer 9 naar achteren haal en de bal richting de green stuur. Ik zie meteen dat deze in elk geval een kans heeft om de green te halen. Missie volbracht, denk ik en pak mijn tee op. Maar als ik me omdraai, zie ik mijn flightgenoten en hun caddies high fivend op me af komen. Misschien wat overdreven voor een redelijk geraakte bal, denk ik nog, maar daarna dringt ineens tot me door dat zij al zien wat ik zelf nog niet heb waargenomen: iets meer dan honderd meter verderop, op ongeveer twee meter van de vlag, staat de referee. Hij heeft een groene smiley in zijn handen.

- Edwin Vermaas