'Help, zo veel plaatselijke regels'

Je hebt de golfregels en daarnaast heb je ook nog de plaatselijke regels. Ingeborg 'Pluis' Slikker zet zandhagedissen en mantelzomen op hun plek.

'Help, zo veel plaatselijke regels!'

Elke baan heeft ze: plaatselijke regels. Meestal korte teksten met uitleg over hoe bijvoorbeeld de grens van de baan gemarkeerd is (hek, paaltjes, water et cetera). Maar ook eventuele integrale delen van de baan worden benoemd. Denk met name aan verharde paden. Als sommige rode hindernissen op de baan ontweken mogen worden aan de overkant, dan moet dat in de plaatselijke regels staan.

Maar wat nu als de baan in onderhoud is of grote veranderingen ondergaat? Hoe moet je dan omgaan met de plaatselijke regels? Zeker omdat bij zulke werkzaamheden de situaties regelmatig wijzigen, kan het een lastig verhaal zijn.

Uitgangspunten voor de banen zelf zijn wat mij betreft: schrijf alles zo logisch mogelijk op, groepeer de regels per onderwerp en verzin zo min mogelijk eigen teksten. En uiteraard: hou je aan de voorschriften, dus maak geen regels die helemaal niet zijn toegestaan.

Op mijn club hebben we sowieso altijd twee teksten: 1) de vaste plaatselijke regels die op de kaart staan en 2) regels die onder bepaalde omstandigheden van toepassing zijn: afgebakende gebieden voor grazende schapen en plaatsen in de winterperiode. Dit betreft terugkerende omstandigheden en dus is het goed om die regels altijd bij de hand te hebben, anders loop je achter de feiten aan. Deze teksten staan ook op de website.

Beschermde zandhagedis en paddenschermen

En toen gingen we werken aan de verbetering van de natuur op de baan... Resultaat: veel abnormale baanomstandigheden (beter bekend als GUR) in de vorm van grote zanderige gebieden daar waar bomen waren gekapt, gebieden met plantjes omgeven door hoge hekken (mantelzomen) en plekken waar we de aanleg van grijs duin door maaisel wilden bevorderen. En ook nog: veel graszoden op gebieden waar schade door wateroverlast was hersteld. Dus aanvullende plaatselijke regels gemaakt en heel veel, maar dan ook heel veel, blauw-witte paaltjes en bordjes geplaatst om deze GUR-gebieden aan te geven. De paaltjes gingen echter regelmatig ‘aan de wandel’ en dan was het gebied opeens groter of kleiner geworden. Oplossing: beschrijven hoe het betreffende gebied eruitziet en waar het te vinden is. Bijna alle paaltjes konden toen weg. Dat ziet er een stuk beter uit en is ook handiger voor de greenkeepers. Wat nog resteert, zijn bordjes om een dropping zone te markeren daar waar spelers anders volgens regel 16.1 onmogelijk kunnen droppen, en ‘verboden zone’-bordjes voor gebieden waaruit niet gespeeld mag worden. Want de mantelzomen en de maaiselgebieden moeten we beschermen om een kans te krijgen om aan te slaan. En dan zijn er nog de dertig centimeter hoge paddenschermen om de beschermde zandhagedis uit de gebieden met zand te houden waar we nog aan de slag gaan.

Via een nieuwsbrief hebben we de leden zo goed mogelijk proberen uit te leggen waar wat mag en vooral wat niet mag. Helaas leest niet iedereen de nieuwsbrief. Daarin zullen onze leden niet uniek zijn, vrees ik. Ook hebben we met foto’s een en ander proberen toe te lichten. Desondanks krijg ik nog vaak de volgende vraag: ‘Mag ik uit zo’n stuk zand omgeven door die zwarte schermen spelen?’ Mijn antwoord is dan altijd: ‘Ben je een zandhagedis? Nee, dan mag je eruit spelen.’

Abonnee worden?

Rob Hoogland, Jan Kees van der Velden, Ingeborg Slikker, Melanie Jane Luiten, Ferd Vrijmoed en Jurrian van der Vaart zijn de vaste columnisten van Golfers Magazine. Elke maand hun bijdrage lezen? Neem dan nu een abonnement op Golfers Magazine en ontvang niet alleen deze columns maar ook alle andere artikelen op de deurmat.

Columns
  • Adobe Stock