/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F04%2FiJUNbxbk0meXKB1745299936.jpg)
Op 3 april 1893 – het was toen tweede paasdag – werd de ‘Hague Golf Club’ opgericht, de eerste golfclub in Nederland. De club had zestig leden, zowel heren als dames. Betekent dit dat er toen al dames deelnamen aan het golfspel? Jazeker! Sterker nog, de beste speler van de club was een vrouw: Marguerite Mary barones van Brienen van de Groote Lindt, doorgaans aangesproken met Freule Daisy.
Als je in 1893 zo goed bent – zij was een uitstekende scratchspeelster – dan moet je al enkele jaren hebben kunnen oefenen. En dat was ook zo. Vóór de oprichting van de Haagsche speelde Freule Daisy in Cannes. Bovendien, zo lezen wij in het jubileumboek van de Haagsche, had vader Arnoud baron van Brienen in 1889 vijf holes laten aanleggen op een schapenweide op zijn landgoed Clingendael. Naar men zegt speciaal voor de 18de verjaardag van zijn dochter. Freule Daisy beoefende het moeilijke golfspel al vroeg en dat zij zo goed was geworden, bevreemdde haar familie geenszins, sportminnend als de Van Brienens waren.
Nederlandse Golfgeschiedenis
Freule Daisy bemoeide zich op haar club nadrukkelijk met het wel en wee van ‘de Oude Dame’, zoals de nu Koninklijke Haagsche GCC wel eerbiedig wordt genoemd. Nog wel Engels georiënteerd kreeg de club door haar toedoen in 1894 een nieuw clubhuis en een nieuwe pro (John Dunn). In 1991 zat zij in het bestuur én in vrijwel elke commissie van de club. In 1899 stond Freule Daisy aan de wieg van de Oranje Golf Club en in 1906 werd mede dankzij haar gespeeld om het dameskampioenschap van Nederland, dat zij uiteraard won.
Freule Daisy bleef belangrijk voor het Nederlandse vrouwengolf, maar er hebben meer vrouwen hun stempel op het Nederlandse golf gedrukt. In De Nederlandse Golfgeschiedenis (het boek van Robin Bargmann en Arnout Janmaat uit 2024) lezen we dat een aantal van de in de jaren ’20 en ’30 van de vorige eeuw opgerichte clubs duidelijk geïnitieerd waren door vrouwen. Onder hen, zonder iemand tekort te willen doen, bevond zich een drietal spraakmakende voorbeelden. Mevrouw Philips-de Jong was gezichtsbepalend voor de Eindhovensche Golf Club. De Hattemsche GCC had nooit bestaan zonder ‘Swaantje’ Daendels-van Rijck. En Enghuizen (later De Keppelse) zou zonder haar eerste voorzitter Marquérite Christine barones van Heeckeren van Enghuizen ondenkbaar zijn geweest.
Golfmuseum
Maar ondanks voortrekkers als Caroline Louise Smalt-Ravenswaaij, Annie Buma-van Tienhoven en anderen kwam het damesgolf in Nederland niet echt van de grond. Nederlandse smaakmaaksters waren er genoeg. Denk maar aan Marjan de Boer, de eerste Nederlandse vrouwelijke golfprofessional. In 1986 werd zij playing pro op de Ladies European Tour (LET) en in 1988 voltooide zij succesvol de Britse PGA-opleiding tot teaching pro.
Laten we hier echter geen opsomming geven van Nederlandse golfsters die op sportief gebied tot de verbeelding spraken of spreken. Ten eerste is dat tamelijk saai, ten tweede altijd onvolledig, ten derde is het Nederlands Golfmuseum (www.golfmuseum.nl) voornemens een historisch overzicht in haar collectie op te nemen van Nederlandse vrouwen die veel voor het Nederlandse golf hebben betekend. En ja, ook van Nederlandse mannen natuurlijk.
Abonnee worden?
Rob Hoogland, Jan Kees van der Velden, Ingeborg Slikker, Melanie Jane Luiten, Ferd Vrijmoed en Jurrian van der Vaart zijn de vaste columnisten van Golfers Magazine. Elke maand hun bijdrage lezen? Neem dan nu een abonnement op Golfers Magazine en ontvang niet alleen deze columns maar ook alle andere artikelen op de deurmat.
- Adobe Stock