Het jaar dat ik eindelijk aan mijn spel ga werken – Slimme keuzes
Net als veel spelers die al lang golfen gaat hoofdredacteur Martijn Paehlig liever de baan in dan naar de range en is golfles van lang geleden. Niet dit jaar.
'Ik maak me hier wel een beetje zorgen over eerlijk gezegd', zegt Thomas terwijl hij de groep hoofdschuddend aankijkt. 'Ik had niet verwacht dit nog aan een groep van dit spelniveau uit te moeten leggen. Hoezo denken jullie dat dít de goede club is voor deze slag?'
Het is een mooie maar frisse lenteavond en we bevinden ons op een meter of tien van de chippinggreen op Golf Waterland. Omdat de winterlessen door onvoorziene omstandigheden flink later begonnen lopen deze, hoewel het seizoen al lang en breed begonnen is, nog altijd door. Dat heeft nadelen (daarover volgende keer meer) maar ook voordelen. 'Eindelijk van die mat af', had onze pro een paar weken geleden niet voor niets gezegd toen hij deze les voorbesprak. 'Het is goed hoor, trainen op de mat, maar uiteindelijk heb je er meer aan als je het gras op gaat. Of dat nu is voor een baanles of op de chippinggreen. Voor jezelf, maar ook voor mij als pro, krijg je dan toch meer feedback op wat je geleerd hebt, waar je staat me je spel.'
Vlinder met loden schoen
Wat dat betreft scoren we geen punten als groep want op de vraag met welke club we vanaf deze plek naar de green zouden spelen volgen, wat Thomas betreft in elk geval, nagenoeg alleen maar foute antwoorden. Het antwoord putter kan nog net zijn goedkeuring wegdragen, de redenering waarom ik in dit geval geen ijzer-8 pak maar een pitching wedge, voelt als een narrow escape, maar de vooral genoemde gap-, sand- en lobwedge kunnen dat niet. 'Daarvoor zijn we echt niet goed genoeg hoor', lacht hij.
Hij heeft gelijk. Natuurlijk heeft hij gelijk. De McIlroy's en Mickelsons van deze wereld kunnen een hoge bal dan (soms!) naast de hole laten landen als een vlinder met zere voeten, als de gemiddelde amateur dat probeert landt die vlinder met schoenen van lood, als hij uberhaupt op de green landt en er niet keihard overheen schiet.
Noodzaak?
'Het gaat er bij dit soort schoten, bij heel veel schoten, om het risico zo klein mogelijk te maken. De kans dat je die lobwedge over de green topt is levensgroot, terwijl je, als je de bal naar de vlag laat rollen, vrijwel zeker dichterbij de pin eindigt. Ook als je de bal niet goed raakt is de kans dat je de green mist zó veel kleiner, dat die lobwegde vanaf deze plek echt geen optie is', legt Thomas nog eens uit voor hij ons aan het werk zet. Allemaal moeten we vijf ballen met een ijzer-9 of -8 naar een van de vlaggen op de hoger gelegen green spelen. 'Hoeveel van de ballen hebben de green gemist?', vraagt hij als we alle acht onze ballen hebben geslagen. Eéntje, zo blijkt. 'Doe dat nu maar eens met een lobwedge'. Hoewel nog altijd de meeste ballen op de green eindigen moeten we bij het ballen rapen na afloop van de oefening tot wel twintig meter achter de green op zoek gaan om de ballenbuis weer te vullen. 'Dit bedoel ik', zegt de pro van de Waterland Golf Academy als hij zijn stelling bewezen ziet. 'Het kan best leuk zijn hoor, zo'n bal met een mooi boogje, maar als je wilt scoren zou ik er – als er geen noodzaak toe is – zeker niet aan beginnen.
Zelf doe ik dat al nooit, vrijwel nooit. Die enkele keer dat ik het toch toe voel ik de spanning in mijn lijf toenemen, terwijl ik mijn rollende ijzer-8 een goede strijdmakker weet. Het zou me verbazen als na deze les niet nog een aantal mannen voortaan hun lobwedge in de tas laten zitten. In elk geval tot het moment dat vergeten zijn hoe veel ballen de green misten met dit gedurfde shot.
Tussenrapport
Rondjes voorbije twee weken: 4
Oefensessies sinds de vorige les: 2
Opvallend: Mijn razendsnelle swing blijkt juist bij de korte finesseschoten funest voor een goed resultaat. Het loont om met je tempo te experimenteren om deze slag, al was het maar voor die momenten dat het echt niet anders kan, ook met (meer) vertrouwen tegemoet te treden.
- Adobe Stock