/https%3A%2F%2Fcdn.pijper.io%2F2025%2F02%2FvsveZKeG5QYeFc1739804993.jpg)
Wie de handen van professionele golfers wel eens van dichtbij heeft gezien weet dat daar vaak een stevige laag eelt te vinden is. Gelukkig wel want anders zouden ze keer op keer te maken hebben met blaren. Als je zelf net een emmertje teveel weg hebt geslagen en er toch weer een blaar bij hebt, is dit wat je moet doen.
Naald
Doorprikken met een steriele naald is vaak de beste oplossing. En dan niet zoals veel mensen doen, aan de rand van de blaar, maar het liefst pontificaal in het midden zodat de huid ook niet makkelijk inscheurt. Peuter de huid niet los en voorzie van een druppel jodium.
Pleister
Geen steriele naald bij de hand of zit de blaar op een plek waar doorprikken niet erg aantrekkelijk is, plak er dan een pleister op. Niet alleen bedek je de blaar waardoor je misschien nog wel gewoon door kan spelen, de kans dat de blaar onder de pleister per ongeluk open gaat is groot. Hoef je ook niet meer met de naald aan de slag.
Tweede huid
Ideaal voor als de blaar op een plek zit waar pleisters ook niet handig zijn, al wordt second skin vooral gebruikt bij blaren op de voeten. Knip de second skin op maat en breng zorgvuldig aan.
Voorkomen
Ook voor blaren geldt: voorkomen is beter dan genezen. Zorg dat je een goed zittende handschoen draagt. Droog je handen regelmatig af en breng eventueel vooraf aan beschermende laag om wrijving te voorkomen.
Kleine blaren gaan overigens vaak met een paar dagen vanzelf over. Misschien even een paar dagen alleen wat putten?
- Adobe Stock