Het jaar dat ik (eindelijk) aan mijn spel ga werken – Slechte leerling

Net als veel spelers die al lang golfen gaat hoofdredacteur Martijn Paehlig liever de baan in dan naar de range en is golfles van lang geleden. Niet dit jaar...

Het jaar dat ik (eindelijk) aan mijn spel ga werken

Je maakt het me wel moeilijk', zegt Thomas als ik op een paar van zijn vragen ('waar denk je dat je club nu zit?' ' en 'weet je op welk moment je downswing begint?') het antwoord schuldig moet blijven. Het klinkt als een verre echo van de woorden die de veel te vroeg overleden pro Meindert-Jan Boekel ooit uitsprak toen ik bij hem was voor een of andere masterclass. Zijn 'ik zie een uitdaging' haal ik nog regelmatig aan als ik me verontschuldiging voor mijn swing en ook op deze koude januarilesavond op de driving range van Waterland denk ik er weer aan. Ik had het nog niet gezegd maar ik weet het maar al te goed: ik ben een slechte leerling. Niet uit onwil, maar mijn zelfkennis rijkt wel zo ver dat ik weet dat zowel Meindert-Jan als Thomas hun uitspraken niet zomaar deden.

Vragen stellen

Natuurlijk ontkom ik na zo'n vaststelling niet aan een antwoord op de vraag waarom dat dan zo is.

De eerste, en misschien wel grootste 'bijdrage' komt op naam van een leraar van de lagere school. Ik was negen of tien jaar oud en snapte iets niet. Breuken waren het. Rekenen was – en is - niet mijn fort. Slagen en stablefordpunten gaan nog net, maar wis-, meet- en andere kunde zijn aan mij niet besteed. Breuken dus. Groep 6, Anne Frank School, Amsterdam. Ik snapte de stof niet. Niet na de eerste groepsuitleg, niet nadat de meester het me een op een een tweede keer uitlegde en, zo merkte ik terug aan mijn tafeltje, ook niet na de derde keer. Dus toog ik na het echt geprobeerd te hebben voor een vierde keer naar zijn bureau. Daar ontving ik, in plaats van uitleg, een bars 'je moet me niet in de maling nemen Martijn' waarna ik onverrichter zake terugkeerde bij mijn tafeltje waar ik, als ik het me correct herinner, geholpen werd door mijn vriend Arjen Fortuin. Het was een van de laatste keren dat ik ooit om extra uitleg vroeg. Niet alleen bij meester Frits, maar in alle opleidingen en cursussen daarna. Ik dokter het zelf wel uit, hoop op hulp van iemand uit de groep, en als ik het dan alsnog niet snap dan is dat maar zo. Deed (doe) ik mezelf daarmee tekort? Natuurlijk. Maar kennelijk liever dat dan je kwetsbaar opstellen en het deksel op je neus krijgen.

Quasimododraaitje

De tweede reden dat ik niet de beste leerling ben is omdat ik, met golf dan toch in elk geval, vooral een intuïtieve speler ben. Ik weet oprecht niet waar mijn club is en weet nog goed hoe ik schrok toen ik mijn eigen swing voor het eerst op film zag. In niets leek het op wat ik dacht dat het was. Ik had me echt geen Ernie Els achtige swing ingebeeld, maar dit Quasimododraaitje was toch niet mijn swing? Te denken valt echter dat dat tot op de dag van vandaag wél zo is, want nog altijd doe ik maar wat. Een tipje hier, een beetje afkijken daar en over het algemeen kom ik prima door de baan. Dus op het moment dat ik tijdens de les het verzoek krijg het hoogste punt van mijn backswing niet alleen aan te wijzen maar daar ook een korte pauze in te lassen - met als doel mijn agressief ingezette downswing enigszins te beteugelen - weet ik oprecht niet waar ik moet beginnen of eindigen. Goedbedoelende pro's hebben nog wel eens gezegd dat dat ook typisch iets is voor linkshandige spelers. Dat wij nu eenmaal meer op gevoel en verbeelding spelen. Het is een vaststelling die ik maar al te graag voor waar aanneem. Maar een lastige basis voor les is het hoe dan ook.

Comfort zone

Ik neem je niet in de maling Thomas, met zo min als ik dat deed bij Meindert-Jan en Frits. Ik ga het echt proberen de komende weken. Maar kijk niet raar op als ik bij de volgende les weer precies doe wat ik daarvoor ook al deed. En met eigenwijsheid heeft dat niets te maken. Misschien wel met de vaststelling van pro Celso Cyrus die, in een gesprek over wat iemand een goede leerling maakt zei dat 'degene die zijn of haar comfort zone het verst durft te verlaten de meeste resultaten kan boeken.

Maar het heet toch niet voor niets een comfort zone?

Tussenrapport

Rondjes voorbije twee weken: 5

Oefensessies sinds de vorige les: 2

Opvallend: Bij de kortere slagen komt meer finesse kijken en moet je meer spelen met de afstand van de zwaaibaan. Het helpt dan als je weet waar je club is. De meegegeven oefening om in de top van mijn backswing - a la Morikawa - een pauze in te lassen zou daarbij moeten helpen. Twee problemen openbaren zich al snel: ik heb geen idee waar mijn backswing eindigt en - belangrijker wel - ik kom niet meer bij de bal. Wie maakt het wie nu eigenlijk moeilijk..?

Columns
  • Adobe Stock