Teruglezen: 'Er is geen blauwdruk waarmee je de top bereikt'

In 2024 spraken we tien keer uitgebreid met een topgolfer. Deze week lezen we terug en kijken in de achterkijkspiegel. Vandaag: Inder van Weerelt.

Teruglezen: Inder van Weerelt weet wat nodig is om de top te bereiken

'Toen ik stopte met spelen, had ik niet meteen een helder beeld van wat ik vervolgens wilde gaan doen', zegt Inder van Weerelt in het clubhuis van Golfsociëteit De Lage Vuursche. 'Ik was vanaf mijn zevende of achtste vooral met golf bezig geweest. Maar op een gegeven moment zag ik geen ontwikkeling meer in mijn spel. De beslissing om te stoppen vond ik dan ook niet zo'n ingewikkelde. Ik haalde mijn kaart relatief laat, op mijn 29ste, en had best moeite om aan te haken in het jaar dat ik op de Europese Tour speelde. Toen heb ik mezelf de vraag gesteld: moet ik dit nog blijven proberen? Je kunt net zo lang doorgaan als je wilt, dat moet ieder voor zich weten, maar ik zag het niet zitten om, bij wijze van spreken, nog vijf jaar op de Challenge Tour te spelen. Ieders pad loopt anders en wie weet was het voor mij een paar jaar later ook anders gaan lopen. Maar op dat moment voelde ik: het is goed zo. Ik heb een geweldige tijd gehad bij de selecties, en de eerste jaren op de verschillende circuits waren ook leuk. Ja, ik had meer willen bereiken, maar ik kijk met veel plezier terug op mijn tijd als speler. En ik ben ver gekomen met het najagen van mijn droom. Moet iedereen het zo doen als ik? Zeker niet. Dat zul je mij niet horen zeggen. Zolang je het als speler leuk vindt en je het rond kunt krijgen, moet je vooral doorgaan. Maar als je op een gegeven moment het gevoel hebt dat je bepaalde doelen niet meer kunt halen, dan kun je ook beslissen om een andere weg in te slaan.'

En dat is precies wat de inmiddels 44-jarige Van Weerelt in 2011 deed. De in Portugal opgegroeide Nederlander was speler 001 van Golf Team Holland, speelde op de Challenge Tour en haalde in 2008, via qualifying school, zijn kaart voor de DP World Tour. Na een seizoen met twintig starts en tien gemiste cuts zakte hij weer terug naar de Challenge Tour. Daar speelde hij nog een jaar voor hij, na nog één poging te hebben ondernomen op qualifying school, besloot een punt achter zijn loopbaan als playing professional te zetten. 'Ik heb wel eens uitgerekend dat ik, om mijn kaart te behouden, elk toernooi minstens achttiende moest worden. Als nieuweling ga je cuts missen, ik had geen geweldige kaart, en kwam niet verder dan één keer een top 10 in een klein toernooi. Dat was absoluut niet genoeg. En het jaar erop ging het op de Challenge Tour niet echt beter (hij haalde vijf cuts in zeventien starts, red.). Toen was me wel duidelijk dat de rek er wel een beetje uit was', kijkt hij nuchter terug.

Gaatje vullen

Hoewel hij dus niet precies wist welke weg hij nu wilde inslaan, was de richting wat hem betreft van meet af aan duidelijk. 'Ik vond – en vind – veel dingen leuk. Daar maakte ik me dan ook geen zorgen over. Toch wist ik al vrij snel dat ik 'iets' met golf wilde doen. Alleen had ik niet meteen helder voor ogen wat dat dan moest zijn. Lesgeven was een optie, maar stond niet bovenaan mijn lijstje. Iets met coaching en begeleiding van betere spelers opvallend genoeg wel. Ik had sterk het gevoel dat ik met mijn ervaring, met de dingen die ik zelf gemist had of anders had moeten doen, een gaatje zou kunnen vullen bij spelers die op dezelfde route zaten. Dat ik spelers zou kunnen laten profiteren van mijn eigen ervaringen.'

De eerste speler die op zijn pad kwam, was Jurrian van der Vaart. 'Jurrian kwam terug uit Amerika en maakte een moeilijke periode door. Hij vroeg me of ik hem misschien kon begeleiden. In eerste instantie swingtechnisch, maar ook breder. Golf is een heel technische sport en iedere speler – of het nu een professional, een topamateur of een 'gewone' clubgolfer is – zoekt de oplossing altijd eerst in de techniek als het niet lekker gaat. Hup, naar de driving range. Ballen slaan. Nog meer ballen slaan. Posities checken. Ja, zeg ik dan, het is goed om te weten in welke positie je shaft is tijdens je backswing, maar dat is maar een van de onderdelen. Er kunnen heel andere dingen ten grondslag liggen aan je slechte spel, of je belemmeren om nog beter te worden. Mentaal. Fysiek. Plantechnisch. Misschien ben je wel gewoon te moe om goed te kunnen scoren of zit er geen rust in je hoofd.'

Aan het werk met Lars van Meijel.

Juiste spoor

Hoewel er veel overeenkomsten zijn tussen degenen die spelen voor hun brood en internationale prijzen en degenen die dat slechts doen voor stablefordpunten en de maandbeker, zijn er ook verschillen. Grote verschillen, meent Van Weerelt. 'De druk waaronder professionals moeten presteren is enorm. En dan is het het 'makkelijkst' om, als het even wat minder gaat, je volledig op de techniek te storten, terwijl de kans dat daar de kern van het probleem ligt dus vaak niet zo groot is. Hoeveel spelers gaan na hun ronde werken aan het mentale deel? Precies! Zelf deed ik dat ook niet, hoor. Pas achteraf besef je: hé, daar heb ik dingen laten liggen. Dus dat is iets waar ik nadrukkelijk bij stilsta als we aan het werk zijn. Je moet het als speler in eerste instantie zelf doen, maar het helpt als je dingen krijgt aangereikt. Als iemand zegt: 'Die takeaway is zeker belangrijk, maar niet om driekwart van je oefensessie mee te vullen. Het mooie is dat de betere spelers dit ook best snel zien als je het hun door middel van een oefening aanreikt. Ze merken al vlug dat het werkt en dan kost het ze ook minder moeite om het op te nemen in hun routines. Overigens is de weg voor niemand hetzelfde. Je hebt grote talenten die er in één keer staan en daar blijven, maar je hebt ook spelers die een langere route moeten afleggen voor ze hun niveau bereiken. De wegen die Ian Poulter, Jon Rahm en Justin Rose hebben afgelegd, verschillen enorm en toch zijn ze er allemaal gekomen. Er is geen blauwdruk waarmee je de top bereikt. Je moet een individueel plan hebben. Elke speler maakt dips mee en het is mijn taak om te zorgen dat de trein snel weer op het juiste spoor zit. Als ik terugkijk op mijn eigen carrière als speler, dan denk ik dat het daar mis is gegaan. Ik raakte te ver van het spoor en kon de weg terug niet meer vinden. Ik zocht zelf naar de oplossing, terwijl ik daar absoluut hulp bij had moeten vragen.'

Tijd

Op dit moment werkt Van Weerelt samen met DP World Tour-speler Daan Huizing, Challenge Tour-speler Lars van Meijel, Koen Kouwenaar, Mayka Hoogeboom en nog een aantal jongere talenten. Als we hem vragen hoe hij zijn spelers, die allemaal op een ander niveau actief zijn, precies helpt, dan erkent Van Weerelt dat dat niet eenvoudig is samen te vatten. 'Iedere speler heeft zijn eigen manier van werken, maar met elke speler heb ik regelmatig contact. Het is niet zo dat ik met iedereen na elke ronde contact heb. Dat is zowel voor mij als voor hen niet te doen. De meeste spelers hebben meerdere coaches met wie ze werken. Zie je het voor je dat ze die na elke ronde allemaal moeten bellen? Aan de andere kant kan het niet zo zijn dat we elkaar weken niet spreken. Als je tot resultaten wilt komen, zul je onderweg stil moeten staan bij wat je aan het doen bent en in hoeverre je je nog aan je plan houdt. Dus bellen, appen en facetimen we. Daarnaast probeer ik met elke speler meerdere keren per jaar mee te gaan naar toernooien. Meestal ben ik er dan een oefenronde en een toernooironde. Dat laatste is belangrijk, want of je nu clubgolfer bent of professional: spelen met een scorekaart op zak is altijd anders. Dat geldt zelfs als je oefent. Zomaar wat ballen slaan op de driving range kan lekker zijn, meditatief bijna, maar je hebt er pas echt wat aan als je een plan hebt en jezelf kunt testen. Het is denk ik de 'frustratie' van elke coach. Hoe vaak hebben we niet les staan geven en dat we een week later exact dezelfde les nog een keer konden geven, omdat er in de tussentijd niets mee was gedaan. Ik snap het, hoor, dat er niet altijd tijd voor is. Maar als je beter wilt worden, zul je er tijd voor moeten maken.'

Tour
  • Edwin Vermaas