Als het aan hem had gelegen had hij niet eens gereageerd op de vacature 'algemeen directeur sport NGF', die hem via een recruiter bereikte. Sterker nog, in eerste instantie deed hij dat ook niet. Totdat ook vrienden hem erop wezen dat hij dé kandidaat was voor deze nieuwe functie. 'Je denkt in eerste instantie toch: wat weet ik nu helemaal van golf? En dan nog wel de functie directeur sport. Ik golf weliswaar al jaren, maar met mijn handicap 54 bij mijn aanstelling – inmiddels 39,5; ik speel al dertig jaar maar leverde eigenlijk nooit kaarten in – mag dat geen enkele naam hebben natuurlijk', zegt hij lachend. 'Hoe kun je dan verantwoordelijk worden voor het technische beleid? Dat was mijn eerste reactie. Maar toen ik de functie eens serieus bekeek, realiseerde ik me dat ze gelijk hadden. Er moest een transparantieslag gemaakt worden. De strategie herijkt. Knopen doorgehakt. Toen heb ik mijn vinger opgestoken om dat in die bijzondere golfwereld te gaan doen.'
De voormalig directeur van Stadion Feijenoord is geen typische golfbestuurder, zo weet hij zelf ook. 'Maar dat was misschien wel juist waar men naar op zoek was. Er speelde natuurlijk nogal wat op het moment dat ik binnenkwam. Iedereen met meer banden met de golfwereld had al voor de start onder een vergrootglas gelegen. Ik ook, maar ik was – en ben misschien nog wel – de grote onbekende. Dat biedt ook mogelijkheden. Ik vind het dapper dat het bestuur durfde te kiezen voor een buitenstaander, dat sowieso, al moet je dat ook niet overdrijven. Uiteindelijk gaat het als directeur van elke organisatie over vragen als: waar gaan we naartoe, hoe gaan we daar komen en welke middelen stellen we daarvoor beschikbaar? Het gaat over visie, communicatie, verbinden, structureren, keuzes maken. Eigenlijk ben je de hele dag vooral bezig met knopen doorhakken. Heel basic. Ik wil dat wel op mijn eigen manier doen; transparant, open en benaderbaar zijn voor de medewerkers op kantoor, de vrijwilligers die voor de NGF actief zijn, de clubs, banen en alle andere actoren in de golfwereld.'
Behoeftes
Als nieuwkomer in de sport begon Van Merwijk (59) dit voorjaar door letterlijk met een opschrijfboekje in de hand kennis te maken met tal van partijen in de Nederlandse golfwereld. Net als hij vanzelfsprekend ruim de tijd nam om intern op het federatiebureau zijn oor te luisteren te leggen. 'Ik kwam binnen na een tamelijk onrustige periode', zegt hij met gevoel voor understatement over het onderzoek dat direct en indirect het einde van de bondscoach en de algemeen directeur inleidde. 'Collega's hebben daar echt mee gezeten, natuurlijk. Je werkt jaren met mensen samen. Hebt een band met ze. Je bent trots op je werk. Wat is er waar? Wat niet? Er kwam zoveel over iedereen heen. Er moet ruimte zijn om het daarover te hebben. Tegelijkertijd moeten we vooral vooruitkijken. Je moet leren van het verleden, aanpassingen doorvoeren daar waar dat nodig is, en dan samen de toekomst tegemoet treden. Dat zie ik echt als mijn rol, om die stip op de horizon te zetten. Ook wat betreft de werkwijze, in- én extern. Een voorbeeld? Intern denk ik dan aan focussen. Elk jaar komen er nieuwe projecten bij, en dat is goed. Maar als je nooit afscheid neemt van dingen die hun beste tijd misschien gehad hebben, dan heb je een waaier aan activiteiten en kom je nergens meer echt aan toe. Dan is het gezond om jezelf de vraag te stellen: waar zijn we nu echt van? Welke kant willen we op? Danielle Wallet en ik vormen de algemene directie en sinds 1 november dit jaar is Vicky Tsoutsanis aangesteld als directeur HRM/Legal. Samen met het bestuur zetten we de lijnen uit. Dat gaat heel goed. Ik ben warm ontvangen door een mooie en diverse groep medewerkers qua leeftijd en achtergrond op kantoor in Utrecht. Heel inspirerend.'
Ook extern stak Van Merwijk zijn licht op. 'Het is me nog niet gelukt om alle 271 clubs en de vele vrijwilligers in de diverse commissies te bezoeken, maar uiteindelijk is dat wel het doel. Als je het land in gaat, hoor je hoe er tegen de NGF wordt aangekeken, wat de clubs van ons verwachten. Dat wensenpakket loopt sterk uiteen. Je hebt traditionelere clubs met een rijke geschiedenis, je hebt virtuele clubs die net begonnen zijn, en alles wat daartussen zit. Rijp en groen door elkaar, heb ik dat wel eens genoemd. Die clubs kunnen heel andere behoeftes hebben, waardoor ze misschien, wat zeg ik: vrijwel zeker, ook wat anders van ons verlangen. Daar moeten wij ons rekenschap van geven, proberen daarop aan te sluiten. Wat voor soort club je ook bent: we zijn er om je te helpen en om de golfers te ondersteunen. De ontwikkelingen in de buitenwereld gaan snel. Die moeten we omarmen of afstoten. Je kunt niet alles doen, moet ook niet alles willen doen. Misschien hebben we wel prachtige tools liggen, maar als daar geen behoefte aan is, waarom hou je ze dan in de lucht? Als ik dat verhaal in het land vertel, merk ik dat daar goed op gereageerd wordt, dat er behoefte aan openheid, transparantie en een koers is. Daar zijn we, het bureau en het bestuur, hard mee bezig. We kunnen adviseren. We kunnen clubs aan elkaar verbinden. We gaan het niet allemaal voor je op kunnen lossen, maar we moeten proberen in huis te hebben waar behoefte aan is en er dan samen mee aan de slag.’
Onderwerpen van gesprek
Bestond in het verleden het golflandschap vrijwel volledig uit ledenclubs, anno 2024 is er sprake van een enorme differentiatie, merkt Van Merwijk, die zelf al decennia lid is van een digitale club. 'En daar moet je je 'product', om het zo maar even te noemen, op aanpassen. Misschien was het in het verleden zo dat er vooral gezonden werd. Zo van: dit is goed voor u. En misschien moeten we nu meer toe naar een cafetariamodel, waarbij clubs geholpen worden met wat ze zeggen nodig te hebben, niet met wat wij denken – of vinden – dat ze nodig hebben.'
'Neem het lidmaatschapsmodel. Dat is een enorm heet hangijzer. Er zijn banen waar het traditionele model van één soort lidmaatschap met onbeperkt speelrecht goed werkt. Prima, zeg ik dan, als dat voor die club goed werkt, dan moet je dat vooral zo houden. Maar er zijn ook banen en clubs die behoefte hebben aan andere tariefstructuren. Waarbij alleen dat ene type lidmaatschap juist in de weg zit. Daar hebben we uitgebreid onderzoek naar gedaan. Wat betekent het als je als club inzet op gebruiksoptimalisatie? Het kan voor het businessmodel van groot belang zijn, maar hoe krijg je daar bestaande leden in mee? Gooi je alles op de schop of kies je de weg van de geleidelijkheid? Ik kan me goed voorstellen dat je beginnende golfers aan je wilt binden, maar dat die golfer zich op zijn of haar beurt niet direct voor een vaak fors bedrag wil committeren. Zeker de jongere generatie wil zich minder snel vastleggen, op alle gebieden, daar moet je echt wat mee. Hoe ga je, als baan en als club, om met gasten die als consument naar golf kijken? Die ervoor willen betalen maar bijvoorbeeld geen interesse hebben in het verenigingsleven, laat staan dat ze daar wat voor willen doen? Dat speelt ook allemaal anno nu.
'Ook de competitie is onderwerp van gesprek. Voor duizenden mensen is het hét hoogtepunt van het seizoen. Maar vanaf de exploitatiezijde kwamen er vragen over baanbezetting en inpasbaarheid. Daar moet je dan met z’n allen naar kijken. Hoe krijg je het zo in elkaar gepast dat je én de competitiespelers de ruimte geeft, met behoud van al het goede, én plek kunt bieden aan leden en gasten die ook willen spelen in het voorjaar? Daar gaan we dan over in gesprek en dat zorgt er bijvoorbeeld voor dat het aantal te spelen holes in veel klassen is teruggebracht of dat aanvangstijden zijn veranderd. En dan heb ik het nog niet eens gehad over off course-initiatieven. Je ziet in Amerika al dat het aantal spelers op dat soort faciliteiten groter is dan op banen met gras. Dat kun je zien als gevaar, maar ook als kans. Bij tennis speelde iets soortgelijks met de opkomst van padel. Dat werd eerst gezien als een bedreiging, maar nu is het voor veel mensen juist een opstap om ook tennis eens te proberen, of juist andersom. Die mogelijkheden heb je bij golf ook. Off course-golf kan een perfecte opstap zijn. Dat zou je als golfsport voluit moeten omarmen.'
Golfers Magazine 10
Het hele gesprek met Jan van Merwijk is te lezen in het extra dikke winternummer van Golfers Magazine dat nu in de winkel ligt of online te kopen is. Voortaan elke editie van Golfers Magazine thuis ontvangen? Wordt dan hier abonnee en ontvang hét golftijdschrift van Nederland vanaf volgend jaar elke maand op de mat.
- Edwin Vermaas