Hoe vaak overtreed jij de regels?
Voor de een zijn de golfregels heilig, de ander gaat juist wat losser met die regels om. Dat kan best lastig zijn, merkt regelexpert Ingeborg Slikker op.
Laatst speelde ik een wedstrijd met iemand die mij vooraf vertelde dat hij altijd dezelfde regels toepaste. Dus of hij nou met vrienden een onderling partijtje speelde of een wedstrijd voor een beker op de club, hij paste de regels toe zoals hij vond dat ze moesten zijn. En als ik daar moeite mee had, dan hadden we een probleem.
Geen gezellige dag
Daar zat ik dan met mijn goede gedrag. Eigenlijk vroeg hij mij om regelovertredingen die hij maakte te negeren. En als ik er iets van zou zeggen, dan werd het geen gezellige dag.
De kans dat tijdens een rondje een regel overtreden wordt, is volgens mij 80 procent. Meestal onder het motto ‘wat maakt het uit, ik word er toch niet beter van?’ Maar ook vaak door gebrek aan kennis. Het is overigens niet zo dat lagere handicappers de regels beter kennen. Nog steeds verbaas ik mij erover hoe slecht golfers die veel spelen, zelfs nationale wedstrijden, op de hoogte zijn van de regels. Zelfs de basis ontbreekt soms.
Wat gaat er dan zoal fout in een rondje? Wat bijna altijd wel een keer gebeurt: bal oppakken of draaien om te identificeren. Dat mag niet, tenzij je de bal eerst merkt (één strafslag, regel 7.3). En bij een bunkerslag raken veel spelers het zand bij het adresseren of de backswing. Soms zijn het maar een paar zandkorrels, soms een hele geul. Dat laatste is overduidelijk, maar ook die paar zandkorrels zijn niet toegestaan (regel 12.2b). Gebeurt dat, dan levert dat zelfs twee strafslagen op. Nog iets wat regelmatig fout gaat: droppen op kniehoogte (regel 14.3b). Veel spelers hebben kennelijk geen idee waar hun knieën zitten.
Door de vingers zien
Ten slotte een fout die wat meer uitleg behoeft: platstampen van de puttinglijn. Regel 13.1c zegt wat je tegenwoordig allemaal mag op greens. Met name de definitie ‘beschadigingen op de green’ is heel belangrijk bij deze regel. Beschadigingen mag de speler straffeloos repareren. Maar hieronder valt bijvoorbeeld niet: natuurlijke oneffenheden van het oppervlak, zoals onkruid, kale of aangetaste gebieden of gebieden met ongelijke groei. Zelfs professionals zie je op televisie met hun putter op de lijn stampen. Wat is nog binnen de grenzen van wat wel en niet mag? Dat is eigenlijk niet te beoordelen: wat de speler in de weg zat, is er niet meer. En dat kan zomaar een grassprietje zijn geweest dat een beetje langer was.
Leveren deze voorbeelden de speler veel voordeel op? Meestal niet, soms wel. Neem het droppen op kniehoogte. Als je laag dropt, zal de bal niet zo hard stuiten en dus sneller blijven liggen. Het omgekeerde geldt natuurlijk als je wat hoger dropt. En toch kan ook dat in bepaalde situaties voordeel opleveren. Het platstampen van de green levert bijna altijd voordeel op, lijkt mij. Anders zou de speler het niet doen.
Ik realiseer mij dat het tijdens wedstrijden voor mijn medespelers best lastig is dat ik welke overtreding dan ook moeilijk door de vingers kan zien. Gelukkig verliep bovenstaande wedstrijd heel gezellig: de man overtrad geen enkele regel.
- Golffile