Masterclass linksgolf: heuvel op, heuvel af

Geonduleerde fairways zijn vaak de belangrijkste verdediging van een linksbaan. Richard Kind legt uit hoe je met deze schuine liggingen omgaat.

Masterclass linksgolf: heuvel op, heuvel af

Geonduleerde fairways zijn vaak de belangrijkste verdediging van een linksbaan. Vooral rond het landingsgebied van een drive liggen meestal volop humps and bumps, waardoor een schuine ligging voor je approach meer regel dan uitzondering is.

Voor golfers die dat niet gewend zijn, is zo'n sterke uphill of downhill ligging een uitdaging, want de zwaartekracht wil je altijd naar beneden trekken, met dun of juist vet balcontact tot gevolg.

Lekker leunen

Om dit te voorkomen, moet je met de helling mee leunen, waarbij je schouders parallel aan de grond zijn (linksonder). Plaats iets meer gewicht op je voorste voet om te voorkomen dat je de bal dun raakt. En vergeet bij een uphill ligging niet om een club meer te nemen om te compenseren voor de hogere balvlucht en zachte landing.

Mik ook iets rechts van het doel. De kans is groot dat het clubhoofd vanuit deze ligging de handen en armen inhaalt, waardoor het clubblad zich bij impact sluit. Bij een downhill ligging doe je het tegenovergestelde: minder club en links oplijnen.

Zorg dat je schouders parallel aan de helling zijn (links). De bal vliegt hoger van een uphill ligging, dus met wind tegen kan het handig zijn om voor een lage punch te kiezen (rechts).

Laag houden

Heb je flink wind tegen dan is de afstand met die hoge balvlucht lastig in te schatten. Je kunt nóg een club extra nemen en een gecontroleerde punch slaan. Speel de bal vanuit een smalle stand en hou de backswing en follow-through korter (rechtsboven). De bal zal lager vliegen en makkelijker te controleren zijn.

Probeer tijdens het oefenen wat vaker een schuine ligging op te zoeken, om te kijken wat de bal bij jou doet bij verschillende liggingen.

Tips
  • Ronald Speijer